Protestant en rooms-katholiek
Het was niet echt een verrassing dat fractievoorzitter Rouvoet zaterdag op het Flevo Festival verklaarde dat binnen de ChristenUnie nagedacht wordt over de vraag of ook rooms-katholieken in die partij een rol kunnen spelen. Tijdens de verkiezingscampagne van 2002 sprak de toenmalige lijstaanvoerder Veling in een interview in het Katholiek Nieuwsblad al in uiterst positieve bewoordingen over zijn rooms-katholieke broeders en zusters.Gereformeerde, evangelische en rooms-katholieke christenen hadden wel zo veel met elkaar gemeen dat er een basis was voor nauwere samenwerking. Vandaar zijn toezegging dat de ChristenUnie na de verkiezingen gesprekken aan wilde gaan met rooms-katholieken over hetgeen de partij hun te bieden had.
Nu was de uitkomst van die verkiezingen voor de ChristenUnie nogal dramatisch. In plaats van de gedroomde winst (en in het verlengde daarvan deelname aan het kabinet) moest men verlies incasseren. Er liepen waarschijnlijk meer vrijgemaakte kiezers weg dan dat er rooms-katholieke kiezers bijkwamen.
In de aanloop naar de nieuwe verkiezingscampagne moest de partij alle zeilen bijzetten om de schade te beperken. Het was dan ook heel verstandig om de kwestie van de participatie van rooms-katholieken voorlopig in de ijskast te stoppen.
Maar gezien de uitlatingen van Rouvoet is het nog steeds een punt van overweging. Wellicht hoopt men dat een toestroom van rooms-katholieke kiezers de ChristenUnie de volgende keer aan een extra zetel kan helpen.
Trouwens, ook elders in de orthodox-protestantse wereld nemen de contacten met rooms-katholieken toe. Dat geldt voor de EO, die haar statuten wijzigde om rooms-katholieken in haar midden op te kunnen nemen. Het opinieblad CV.Koers heeft een rk-columnist en op het Flevo Festival was Antoine Bodar een van de sprekers.
De vanouds reformatorische studentenverenging CSFR bezon zich deze zomer op de verhouding tussen Rome en de Reformatie. Men meende nieuwe perspectieven te zien.
Dat alles wijst op een verminderde betrokkenheid bij de gereformeerde leer. Wat vroeger scheiding maakte, wordt nu niet meer als relevant gezien. Jongeren houden zich daar in hun geloof niet meer mee bezig. Zij ervaren in tal van gevallen een geloofsverbondenheid met rooms-katholieken.
Dat zegt dan meteen het een en ander over de aard en inhoud van dat geloof. Als rooms-katholieken en protestanten verklaren dat ze het eens geworden zijn over de rechtvaardigingsleer, dan moet daarbij wel geconstateerd worden dat Rome op dit punt niet wezenlijk veranderd is en dat zij die zich protestant noemen, kennelijk weinig binding meer hebben met de wezenlijke uitgangspunten van de Reformatie.
Ongetwijfeld is er wel verschil tussen deze orthodoxe oecumene en de meer moderne variant, zoals we die bij het CDA tegenkomen. Daar overheerst zo langzamerhand de randkerkelijkheid.
Maar het is geen vooruitgang als de ChristenUnie, die toch uit de brede gereformeerde gezindte afkomstig is, haar deuren openzet voor rooms-katholieken. De verschillen met het CDA worden daarmee kleiner en de afstand tot de SGP groter.