De straf is ook lager dan het vonnis van de rechtbank. Die had K. in november 2010 nog veroordeeld tot 22 jaar cel. Het gerechtshof vindt een gevangenisstraf van 18 jaar echter passend „gelet op de gevangenisstraffen die in Nederland in vergelijkbare gevallen worden opgelegd.” K. was zelf in hoger beroep gegaan. Tijdens de rechtszaak eiste het Openbaar Ministerie ook dat hij voor 25 jaar achter de tralies zou verdwijnen.

Het hof acht bewezen dat K. de 32-jarige Cakmakçi-Erbas op 10 augustus 2009 met messteken om het leven heeft gebracht. Dat gebeurde op klaarlichte dag op de parkeerplaats voor haar crèche Moeders Schoot in Amsterdam-West. K. besloop haar van achteren en stak met een groot mes bijna 20 keer op haar in. Hij bleef steken toen Erbas zich omdraaide en zich verweerde en ging door toen zij in elkaar zakte. De crèchehoudster, getrouwd en moeder van twee jonge kinderen, overleed korte tijd later in het ziekenhuis.

Het is altijd onduidelijk wat het motief is geweest. K. heeft zijn betrokkenheid altijd ontkend. Net als tijdens het eerdere proces bij de rechtbank beriep K. zich ook tijdens het hoger beroep op zijn zwijgrecht. De crèchehoudster kende de dader wel en ze hadden gemeenschappelijke kennissen.

K. werd in Turkije ook al eens veroordeeld voor moord, maar in 2007 ontsnapte hij uit de gevangenis en vluchtte hij naar Nederland. Turkije heeft om zijn uitlevering gevraagd. Hij moet daar nog bijna 9 jaar de cel in.