Kind in pleeggezin en tehuis vaker misbruikt
Seksueel misbruik komt in de jeugdzorg „schokkend vaak” voor. De kans dat een kind in een pleeggezin of tehuis wordt misbruikt, is twee tot vier keer groter dan bij thuiswonende jongeren.
Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Leiden dat dinsdag is gepresenteerd. In instellingen was 23 procent slachtoffer van seksueel misbruik, in de pleegzorg 9 procent.
Jongeren met een lichte verstandelijke beperking die uit huis zijn geplaatst, zijn zelfs tot tien keer vaker slachtoffer. Pleegzorg blijkt voor deze groep overigens geen betere bescherming tegen misbruik te bieden dan een verblijf in een instelling.
De Leidse onderzoekers noemen het „verontrustend” dat seksueel misbruik van kwetsbare jongeren zo vaak voorkomt in de jeugdzorg. Ze pleiten ervoor dat opvang in een instelling alleen wordt ingezet als tijdelijke noodoplossing wanneer opvang in een pleeggezin niet mogelijk is.
Het onderzoek van de Universiteit Leiden heeft plaats op verzoek van de commissie-Samson. Deze commissie, vernoemd naar voorzitter Rieke Samson-Geerlings, doet in opdracht van de Tweede Kamer onafhankelijk onderzoek naar seksueel misbruik van minderjarigen die onder verantwoordelijkheid van de overheid in instellingen of pleeggezinnen zijn geplaatst. Samson-Geerlings was tot 2009 procureur-generaal bij het openbaar ministerie, waar zij verantwoordelijk was voor de portefeuille jeugd. Ook was zij voorzitter van de commissie seksuele intimidatie justitie.
De commissie-Samson is in 2010 gevormd in navolging van de commissie-Deetman, die onderzoek deed binnen de Rooms-Katholieke Kerk. In oktober moet het eindrapport verschijnen.
Volgens Samson bevestigt het nieuwe deelonderzoek eerdere bevindingen. „Het beeld dat het gaat om ernstig en ook vaak langdurig misbruik is niet veranderd”, zo stelde zij vanmorgen in de Volkskrant.
De commissie krijgt op twee manieren gegevens: door jeugdzorgmedewerkers te vragen naar gevallen van seksueel misbruik die hun bekend zijn en door jongeren zelf vragenlijsten te laten invullen. Via de medewerkers komt veel minder misbruik naar buiten dan via de jongeren (3,2 versus 188 gevallen per 1000 jongeren). Dit verschil laat zich volgens de onderzoekers verklaren doordat de meeste slachtoffers niet durven te praten over wat hun is overkomen.
Op het misbruik heerst een groot taboe. Zo durft de helft van de ondervraagde jongeren die slachtoffer werd van seksueel misbruik in de jeugdzorg zelfs via de anonieme vragenlijst niet te melden wie de dader is.
www.onderzoek-seksueel-kindermisbruik.nl