Rubriek prof. Selderhuis: Geld en macht in kerk en wereld
In de afgelopen week heb ik veel politici horen spreken over het landsbelang, dat belangrijker zou zijn dan partijpolitieke belangen. Het gewone volk vindt het lastig dat te geloven. Even lastig als te snappen dat gewone mensen moeten inleveren terwijl een kleine groep ontzaglijke bedragen blijft incasseren.
Geld en macht, dat lijken zaken waar het in de wereld om draait. En dat is niet echt nieuws, want zoals het deze week is gegaan, gaat het al duizenden weken.
Ook de kerk heeft wat deze thema’s betreft niet in alle opzichten een even succesvolle geschiedenis. Maar zo erg als het in boeken en met name in films vaak voorgesteld wordt, was het nu ook weer niet. De Duitse historicus Klaus Herbers schreef een overzicht van de geschiedenis van het pausdom in de middeleeuwen. Hij stelt dat de ontwikkeling van een wereldwijde kerk onder eenhoofdige leiding sterk heeft bijgedragen aan de vorming van een uniform, christelijk Europa. Natuurlijk weet Herbers ook van misbruik van macht en het vergaren van luxe door geestelijken, maar het is volgens hem onjuist en eenzijdig het pausdom alleen daar op af te rekenen. Ook een wereldomvattende kerk moet zich nu eenmaal met financiële zaken bezighouden en dat brengt altijd risico’s met zich mee, zoals kerken die vandaag de dag soms nog heel goed kennen.
Nauw was in de middeleeuwen de band tussen geestelijke en wereldlijke macht. Maar dat had niet alleen negatieve consequenties, zo blijkt uit het boek over Europa in de 15e eeuw, dat verscheen onder redactie van –opnieuw– Klaus Herbers en Florian Schuller. Het gaat om een bundel lezingen die aan de Katholische Akademie in Bayern zijn gehouden en waarin een helder overzicht wordt gegeven van kerk, cultuur en politiek in de 15e eeuw. De kerk was door haar macht en aanzien in staat zich staande te houden en haar invloed zelfs uit te breiden. Zij was een politieke factor van belang en wist daar zowel wijs als slim gebruik van te maken.
Toch schetst het boek ook de ontwikkeling van een groeiende kloof tussen standen (ook de geestelijke stand) die in luxe leefden en de arbeiders en boeren, die het steeds zwaarder kregen. De lezer voelt wel aan dat dit niet goed kon gaan en dat hier niet alleen de basis werd gelegd voor de roep om reformatie op alle levensterreinen, maar ook voor revoluties en opstanden zoals die vanaf de 16e eeuw regelmatig zouden voorkomen.
Hoewel hun ‘zustergroepering’ de amish veel bekender is, vormen ook de hutterieten een belangrijke vertegenwoordiging van de uit de Reformatie voortgekomen doperse beweging. Deze geloofsgemeenschap werd in 1528 in Moravië gesticht door Jakob Hutter, maar moest zich als gevolg van vervolging regelmatig verplaatsen en kwam na veel omzwervingen in Rusland en de Verenigde Staten ten slotte in Canada terecht.
De betekenis van deze gemeenschap wordt enigszins duidelijk uit de twee omvangrijke delen waarin een overzicht wordt gegeven van de handschriften en drukwerken van deze beweging die zich in Europese bibliotheken bevinden. Een van de kenmerken van de hutterieten was (en is) dat zij in gemeenschap van goederen willen leven. Evenals in de eerste christengemeenten wilden zij zo veel mogelijk van persoonlijk bezit afzien en daarom kenmerken de in de twee bundels beschreven geschriften zich onder meer door waarschuwingen tegen geld en rijkdom. De relevantie van hun geschriften en het belang van deze uitgave van Matthias H. Rauert en Martin Rothkegel wordt duidelijk nu economen zich in de beginselen van deze doperse groepen verdiepen om daaruit lering te trekken voor de huidige financiële crisis.
De Italiaanse humanist Machiavelli (1469-1527) moest van zulke hutterische idealen helemaal niets hebben. Over deze veelzijdige en fascinerende denker publiceerde Volker Reinhardt, hoogleraar geschiedenis in Basel, een mooie biografie. Machiavelli is vooral door één boek bekend geworden: ”Il Principe”, dat als ”de vorst” maar ook als ”de heerser” vertaald kan worden. Wellicht past de tweede vertaling meer bij de inhoud van het boek, want volgens Machiavelli moet het volk eerder angst dan respect voor een vorst hebben. De staat gaat bij hem boven alles en het doel heiligt altijd de middelen. Moraal, recht en religie moet de politicus als façade gebruiken om tegenstanders om de tuin te leiden. Gedachten als die van de hutterieten zijn voor Machiavelli dan ook veel te soft. Economen kunnen dan willen leren van de dopers, veel machthebbers en politici lijken liever Machiavelli te volgen.
Geld en macht maken niet gelukkig, zo wordt gezegd. Maar wat dan wel? Volgens de Griekse filosoof Aristoteles is het zoeken naar geluk de diepste drijfveer van de mens. Het ethisch handboek van deze denker begint dan ook met het spreken over geluk. In de tijd van de Reformatie werd dit boek veel gebruikt, onder andere door de Italiaanse hervormer Petrus Marty Vermigli, wiens commentaar op Aristoteles’ ethiek nu is uitgegeven door Emidio Campi en Christian Moser.
Vermigli geeft wel aan dat de zoeker naar geluk pas in het geloof kan vinden wat hij zoekt en daarmee blijft hij in de lijn van Thomas van Aquino (1224-1274), na Augustinus de meest invloedrijke theoloog in de rooms-katholieke traditie. Thomas van Aquino was zelf van adel en in gegoede omstandigheden opgegroeid. Toch koos hij voor de eenvoud en armoede van het kloosterleven. In een tijd van groeiende welvaart bezon hij zich op de vraag wat geluk nu eigenlijk is.
In het omvangrijke ”Oxford Handbook of Aquinas” komt dit thema dan ook herhaaldelijk aan de orde. Thomas gaat uitvoerig alle mogelijke antwoorden op de vraag waar geluk in ligt na en komt tot de conclusie dat geluk nooit in geschapen dingen kan liggen. Geluk is er pas als een mens de Heere kent en vanuit die kennis kun je met veel dingen blij zijn en van veel dingen blij worden. Zonder Godskennis zal een mens het geluk overal zoeken en het in niets vinden.
Wie in God het geluk gevonden heeft zal ook anders met geld en macht omgaan. Misschien moeten politici en wij allemaal op weg naar de volgende verkiezing maar af en toe eens Thomas van Aquino gaan lezen; 3 procent meer Thomas zou al veel helpen.
Boekgegevens
”Geschichte des Papsttums im Mittelalter”, door Klaus Herbers; uitg. Primus, Darmstadt; ISBN 978 3 89678 698 2; 368 blz.; € 39,90; ”Europa im 15. Jahrhundert. Herbst des Mittelalters- Frühling der Neuzeit?”, door Klaus Herbers en Florian Schuller (red.); uitg. Verlag Pustet, Regensburg; ISBN 978 3 7917 2412 6; 256 blz.; € 24,95; ”Katalog der hutterischen Handschriften und der Drucke aus hutterischem Besitz in Europa”, door Matthias H. Rauert en Martin Rothkegel (red.); uitg. Gütersloher Verlagshaus, Gütersloh; ISBN 978 3 579 05376 9; 2 delen, 1480 blz.; € 224,-; ”Machiavelli oder die Kunst der Macht”, door Volker Reinhardt; uitg. C. H. Beck, München; ISBN 978 3 406 63017 0; 400 blz.; € 24,95; ”The Oxford Handbook of Aquinas”, door Brian Davies en Eleonore Stump; uitg. Oxford University Press, Oxford; ISBN 978 0 19 532609 3; 590 blz.; £ 95; ”Kommentar zur Nikomachischen Ethik des Aristoteles, Petrus Martyr Vermigli”, door Luca Baschera en Christian Moser (red.); uitg. Brill, Leiden; ISBN 978 90 04 21873 4; 690 blz.; € 129.