Kerk & religie

Rien Meijer: doener met zendingshart

Tijdens werkzaamheden in zendingsgebieden maakt Rien Meijer regelmatig mee dat er wonderen gebeuren. „Westerse christenen hebben de neiging alles zelf te regelen en voelen zich vaak niet meer afhankelijk. Uitreddingen blijven dan uit.”

Jurriën Dekker

27 April 2012 17:51Gewijzigd op 14 November 2020 20:47
Rien Meijer. Foto RD, Anton Dommerholt
Rien Meijer. Foto RD, Anton Dommerholt

Het gebeurde in Kazachstan tijdens een werkbezoek. Een aantal dagen had Meijer geholpen met evangelisatie onder een Mongools rendiervolk. „Tijdens de laatste dag gingen we met de hele staf op de knieën. In het Russisch werd intens gebeden. En omdat er geen vertaler bij was, verstond ik er niets van. ’s Nachts zou ik weer vertrekken naar Nederland. Aan het eind van de middag kreeg ik in mijn hart om een vraag te stellen. „Collega’s, kan ik jullie nog ergens een plezier mee doen?” De Kazachse broeders keken elkaar veelbetekenend aan. Aarzelend kwamen ze met hun vraag. Hun projector was kapot gegaan en nu konden ze hun Bijbelcursussen niet meer geven, omdat er geen budget voor een nieuwe was. Samen zijn we naar een winkel gegaan en hebben met mijn creditkaart een nieuwe gekocht. Uitbundig werd ik bedankt. Toen we weer buiten stonden, begonnen mijn twee Kazachse collega’s echter te huilen. Ik voelde me daar natuurlijk wat ongemakkelijk bij en vroeg de vertaler wat de reden was. Zijn antwoord was: „Vanmorgen hebben ze lang gebeden om een projector, omdat ze anders niet verder konden met hun werk. Maar jij verstond dit niet en kon dat dus niet weten. En nu is aan het einde van de dag zomaar hun gebed verhoord.””

Een brede lach heeft Meijer om zijn mond als hij dit verhaal vertelt. „Wat een rijke God hebben we toch, hè, Die zo direct verhoort.” Maar er kunnen ook zomaar tranen in zijn ogen komen. Bijvoorbeeld als hij vertelt over al die mensen die naar hem toe kwamen om met hem te bidden tijdens een straatevangelisatiecampagne in Bulgarije. „Een Bulgaarse predikant vertaalde me. „Waarom komen al deze mensen?” vroeg ik hem. „Dat zal ik je vertellen, Rien”, antwoordde hij. „Als jij honger hebt, ga je naar de bakker. Heb je dorst, dan draai je thuis de kraan open. Ben je ziek, dan laat jij je behandelen in het ziekenhuis. Maar in dit land laten ze mensen sterven op de stoep als ze geen geld hebben. Het enige wat ze kunnen doen, is bidden.””

Meijer, een man van verhalen en nooit om een woordje verlegen, valt even stil.

U raakt geëmotioneerd.

„Ja, zoiets doet veel met me. Wij in het Westen hebben er geen flauw benul van wat andere christenen moeten meemaken. Zo heb ik in China eens een oude predikant gesproken die tijdens zijn gevangenschap hevig gefolterd was. Het liefst wilde hij sterven. Op een gegeven moment zag hij kans twee vingers –van beide handen één– in een stopcontact te steken. Maar omdat zijn handen geboeid waren, ging de stroom niet door zijn hart maar vloeide deze via de boeien terug. Drie keer heeft hij dit geprobeerd. Zonder resultaat. En driemaal kreeg hij de tekst: „Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht.” Toen kon hij het weer aan, vertelde hij me. En toen hij zijn cel na zeventien jaar weer verliet, was de gemeente in de gevangenis groter dan de gemeente die hij thuis had achtergelaten. Hoor je zo’n verhaal, dan word je daar heel klein onder.”

Samen met zijn vrouw woont Meijer in een appartement in Woudenberg, met uitzicht op de Utrechtse Heuvelrug. Hij werd gisteren 65 jaar, maar heeft nog geen plannen om het rustiger aan te doen. Dat voornemen had hij wel in 2008, toen hij afzwaaide als directeur van de Nederlandse tak van Bible League, een stichting die zich richt op wereldwijde Bijbelverspreiding. Hij had in deze functie negen jaar intensief gereisd door Azië, Afrika, Oost-Europa en Amerika. Een collectie olifantjes en andere voorwerpen van het zendingsveld in zijn werkkamer vormen het tastbare bewijs. „Ik dacht bij mijn vertrek: Het is wel mooi geweest. Maar al snel kwam stichting Serve India op mijn pad, waarvan ik nu bestuursvoorzitter ben. En daar zoek ik mijn uitdaging niet in de eerste plaats in het vergaderen, maar in het bezoeken van projecten. Contact met het werkveld, daar ligt mijn hart.”

Hij is een man van de praktijk, een echte doener. Pragmatisch, dat ook. Niet moeilijk doen als het ook makkelijk kan. Een jongen van de koude grond, zoals hij zelf zegt. En een zelfstandig denker. Hij zou aanvankelijk naar de hbs gaan, maar omdat het geld er niet was in het talrijke gezin Meijer werd het uiteindelijk de lts. Via avondstudie haalde hij diploma’s van mts en hts. In zijn vrije tijd bouwde hij voor zijn eigen gezin twee huizen. Het huidige appartement liet hij casco opleveren, waarna hij zelf de afbouw voor zijn rekening nam.

Een druk baasje, wordt wel gezegd.

„Zo zou je het kunnen zeggen. Ik heb zo’n twaalf jaar in de avonduren gestudeerd. Dat gaf in een bepaalde periode wel een schaduwzijde. Want hoewel de zending me in mijn jonge jaren altijd had getrokken, raakte het geloofsleven door de drukte in de knel. Ik had het gevoel dat de Heere mij niet meer zag en ik Hem niet meer. Een preek van ds. H. Rijksen heeft toen veel voor me betekend. Hij preekte uit Jeremia 31:3: „De Heere is mij verschenen van verre tijden! Ja, Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde; daarom heb Ik u getrokken met goedertierenheid.” De Heere had mij dus altijd in het oog gehouden. Ik ervoer het als een soort tweede bekering.”

Een tweede bekering?

„Ik mag zeggen dat ik in mijn Vlaardingse jeugdjaren de Heere heb leren kennen. Grote indruk heeft mijn opa op mij gemaakt. Hij was kolenboer en sprak goed over God, waar hij ook was. Turkse dominee, werd hij ook wel genoemd; zwart als hij dikwijls zag van het kolenstof. Opa had een bijzondere levensgeschiedenis. Hij was een zogenoemd onecht kind van koning Willem III, verwekt bij een paleishulp. Toen bekend werd dat dit meisje zwanger was, werd ze vóór de geboorte van mijn opa uitgehuwelijkt. De huwelijkskandidaat kreeg zwijggeld. Zo ging dat in die dagen.

Opa was een blijmoedige christen. Hij had een baard; iets voller dan de mijne. Qua postuur lijken we ook wat op elkaar. Hij nam mijn vader ’s morgens mee naar de hervormde kerk in Vlaardingen. ’s Middags stonden ze op een plein achter het huis te luisteren naar het Leger des Heils, om daarna voor de tweede maal de hervormde dienst te bezoeken. ’s Avonds zaten ze dan bij een gezelschap dat zich verwant wist met Johan de Heer.”

Opa was breed georiënteerd.

„Zeker. Ik zie daar overigens ook een lijn naar mezelf lopen. Ook ik kijk graag over kerkmuren heen. Dat leer je trouwens ook wel in het buitenland.”

Uiteindelijk voegde uw vader zich bij de Gereformeerde Gemeenten, waarvan u ook zelf lid bent.

„Vader was altijd op zoek naar het Woord. In Vlaardingen had je een zaaltje waar predikanten als Verkade en Dorsman preekten. Die zocht hij op. Een zwaar leven heeft hij gehad. Toen zijn kolenzaak na de oorlog niet goed meer liep, deed hij overdag grondwerk en werkte hij daarnaast twee nachten per week door om schepen te lossen. Het gevolg was dat hij rugklachten, breuken en spataderen kreeg. Maar vader kon spreken over gebedsuitreddingen.

Toen ik ongeveer 8 jaar was, kwam mijn vader in aanraking met ds. Rijksen, die in 1954 naar de gereformeerde gemeente van Vlaardingen was gekomen. Diens prediking raakte zijn hart. En zo kwamen wij als acht jongste kinderen met onze ouders in de Gereformeerde Gemeenten terecht. Deze predikant heeft op mij veel impact gehad. Hij zat te huilen naast mijn bed toen ik als 9-jarige mijn nek had gebroken.

Van de zondagsschool kan ik mij meester Goudswaard nog levendig herinneren. Elke vertelling eindigde hij steevast met de woorden: „Jongens, al zijn je zonden zo rood als karmozijn of als bloed, Ik, zegt de Heere, zal ze maken als witte wol of als sneeuw.” En dan liepen er dikwijls tranen over zijn wangen.

We praten tegenwoordig veel over de vraag hoe we jongeren met het Woord in aanraking brengen. Ik denk dat het contact met oudere, positieve christenen heel belangrijk is. Niet de ”och’s” en ”ach’s” lokken. Maar laten oudere mensen vooral goed spreken van de Heere en Christus aanprijzen. Dat kan jonge mensen jaloers maken.”

Hoe groeide het verlangen om bij zendingswerk betrokken te raken?

„Rond mijn zestiende kreeg ik er last van dat ik zondags vaak maar één keer naar de kerk ging. Ik werd onrustig en zoekend. Achteraf zeg ik: dat was droefheid naar God. In die tijd heeft ds. L. Huisman veel voor me betekend. Met mijn vragen kon ik bij hem terecht. Er kwam een verlangen in mijn hart om de Heere te dienen. Het zendingswerk begon te trekken.”

Toch zou het nog tot 1989 duren voordat u uw eerste zendingservaring opdeed.

„We hadden veel eerder willen gaan. Maar door ernstige ziekte in ons gezin was dat niet mogelijk. Intussen was ik in het onderwijs terechtgekomen en werkte ik in 1989 op de Udemans Scholengemeenschap. Daar kreeg ik in dat jaar de mogelijkheid drie maanden als kortverbander naar Nigeria te gaan om voor de Zending Gereformeerde Gemeenten technisch werk te verrichten. Dat herhaalde zich in 1991 en 1999. Tijdens die periodes ontdekte ik ook dat mijn verlangen niet bij de technische ondersteuning lag, maar bij onderwijs en Woordverkondiging.”

En stichting Bible League bood die mogelijkheid.

„Ik kon me daar bezighouden met Bijbelverspreiding en kerkstichtingsprojecten. Vanaf 1998 als bestuurslid en twee jaar later als directeur, toen ds. D. J. van Vuuren die post vanwege een ingrijpende hartoperatie moest opgeven. Ik had aanvankelijk geen idee hoe groot de omvang van het werk was. Er werd gewerkt in ongeveer zestig landen. Soms voelde ik me net als Mozes, die vanachter de schapen werd geroepen om een groot volk te leiden. We deden aan Bijbelverspreiding in combinatie met uitleg, zoals Filippus in Handelingen 8. Door deze benadering kwamen tienduizenden mensen tot geloof. Ook bij stichting Serve India, waaraan ik nu leidinggeef, zie ik veel vrucht op het werk. Door de arbeid via Serve India komen per jaar ongeveer 2 miljoen mensen tot geloof.”

Dat zijn enorme aantallen.

„Laat ik het zo zeggen: ze worden christen. Ze komen naar de kerk, we zien hun levens veranderen en ze laten verkeerde zaken vallen. Uiteraard kan ik niet in hun hart kijken. Wij mogen zaaien. Het tarwe van het onkruid scheiden, doet de grote Landman. Per jaar ontstaan er door ons werk 10.000 tot 15.000 nieuwe kerkjes. Ook leiden we jaarlijks ruim 2000 voorgangers op voor de deelnemende kerken.”

Hoe voorkom je bij zo’n onstuimige groei sektenvorming?

„Door zelf voorgangers op te leiden en door verdieping. De kerken in India hebben daar zelf vaak geen geld, structuur en materiaal voor. Maar dat geeft ons als stichting juist kansen. Wij laten materiaal en preekschetsen maken. Het woord calvinisme tref je daarin natuurlijk niet aan. Maar de 2100 studenten die zondags onze schetsen gebruiken, staan uiteindelijk gewoon een calvinistische preek te houden. Zo kunnen we grote invloed uitoefenen.”

Welke personen hebben u wat te zeggen?

Meijer tuurt even uit het raam. „Owen, Huntington, Warburton, Bonar, Murray, maar ook Moody, Isobel Kuhn, Watchman Nee, Corrie ten Boom.”

Een kleurrijke lijst.

„Klopt. Maar al deze mensen laten een praktisch christendom zien en weten van gebedsuitreddingen. Natuurlijk zeggen ze het allemaal met andere woorden. Mede door mijn opvoeding en buitenlandse ervaringen heb ik geleerd daar doorheen te prikken.”


Levensloop Rien Meijer

Rien Meijer wordt op 26 april 1947 geboren als negende van veertien kinderen in het gezin van Hannes Meijer en Alida Eijkelenboom in Vlaardingen. Na 10 jaar te hebben gewerkt als monteur bij een transportbedrijf is hij 26 jaar werkzaam in het middelbaar onderwijs en geeft hij les in uiteenlopende vakken. Als kortverbander werkt hij een aantal periodes voor ZGG in Nigeria. In 2000 wordt hij directeur van stichting Bible League als opvolger van ds. D. J. van Vuuren. Sinds 2008 geeft hij leiding aan het werk van Serve India. Hij is lid van de gereformeerde gemeente in Amersfoort. Samen met zijn vrouw Aly heeft hij drie dochters.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer