Jongeren krijgen nieuwe toekomst met Project Ervarend Leren
Drugs, foute vrienden en onhandelbaar gedrag maakten dat Bart (17) en Francesca (16) ontspoorden. Ze kregen de keuze: óf gevangenisstraf, óf een halfjaar werken op een varkenshouderij. Ze kozen voor het laatste.
Bezoek komt op de boerderij van de Brabantse Henk en Antonita de Louw nooit onaangekondigd: daar zorgen de honden wel voor. Een flinke rottweiler maakt dat sommige bezoekers zich bovendien wel twee keer achter de oren krabben voor ze langskomen.
Francesca zit op de bank in de woonkamer. Ze is gewend aan dieren en vindt die „gewoon keigaaf.” Eigenlijk werkt ze op een andere boerderij, maar ze is speciaal voor het interview naar de familie De Louw gekomen.
Zonder terughoudendheid vertelt ze over het leven dat ze tot nu toe heeft geleid. Over het drugsgebruik van haar ouders, de ruzies en de ontelbare keren dat ze moest verhuizen naar een nieuw pleeggezin, of een nieuwe instelling. „Ik zwerf al sinds mijn zesde van plek naar plek”, zegt ze.
Toen ze op haar veertiende eindelijk de deur van de laatste instelling achter zich dichttrok en bij haar grootouders ging wonen, rook ze de vrijheid. Ze kreeg een vriendje, onderging een abortus, raakte aan de harddrugs en ontspoorde. „Ik wilde alles uitproberen wat God verboden had.”
Vorig jaar stelde de rechter haar voor de keus: of anderhalf jaar naar een gesloten inrichting, of een halfjaar deelnemen aan het Project Ervarend Leren (PEL). „Ik wilde dit project helemaal niet, maar een halfjaar is korter dan anderhalf jaar. Daarom ben ik toch gegaan.”
Brieven schrijven
Op de boerderij leert ze wat het is om in een gewoon gezin te leven. Ze bouwt er discipline op en kan er afstand te nemen van haar foute verleden.
Vrienden noch familie mogen weten waar Francesca is. Internet mag ze gedurende een halfjaar niet gebruiken. Ook haar mobiele telefoon heeft ze niet meer: die moest ze aan het begin van het traject inleveren.
„Brieven schrijven mag wel, maar alle in- en uitgaande post wordt van tevoren gecontroleerd. Dat is moeilijk, want elk klein geheim dat ik erin zet, kan iedereen lezen. Ik voel me net zo’n gevangeniswijf.”
Ook de afzondering zorgt voor moeilijke momenten. „Vooral Kerst, Nieuwjaar en Pasen waren zwaar. Toen miste ik mijn vrienden.”
Op sommige momenten zou ze liefst meteen een eind aan het traject maken. „Dan zou ik willen dat de hele boel in de fik vliegt. Maar weglopen doe ik niet, daar schiet ik toch niks mee op. Ik heb in deze buurt geen vrienden en ik weet er de weg niet.”
Heeft ze een dip, dan weet ze inmiddels wat ze moet doen: gewoon doorgaan. Om halfacht uit bed komen, de varkens water geven, mest scheppen en schoon stro neerleggen. „Spuitjes geven, helpen castreren, staartjes afhalen, varkens laden en biggen en zeugen spenen”, somt ze op. Totdat ze ’s avonds uitgeput in bed valt.
Het traject heeft haar geholpen om alles op een rijtje te zetten. „Ik ben nu meer met mijn toekomst bezig. Ik ben ook minder agressief. Hier leer ik dat ruzie maken niets oplost en dat je met praten altijd verder komt. Natuurlijk heb ik nog steeds wel eens een grote mond tegen mijn vader, maar dat is zijn schuld.”
Ze hoopt dat het traject haar helpt bij het vinden van haar toekomstideaal: „Een eigen plekje ergens in een stad, een goede baan en mijn broertje van 8 bij mij in huis.”
Het vmbo is inmiddels afgerond, ze krijgt begeleiding om op zichzelf te gaan wonen, de foute vrienden heeft ze vaarwel gezegd. Wat kan er nog misgaan? „Ik heb op zo veel verschillende plekken gewoond en elke keer liep het weer spaak. Ik weet niet wat ik nu moet verwachten en hoop dat het goed blijft gaan.”
Nadenken
Bart heeft een heel andere achtergrond dan Francesca. Hij komt uit een stabiel, zij het gebroken gezin uit Den Bosch, maar kreeg foute vrienden. „Het was eigenlijk een keigave tijd”, zegt de Brabander. „Ik ging lekker elke avond op stap. Met school was ik gestopt, daar lag m’n interesse niet.”
Hij werd hoe langer hoe onhandelbaarder. „Ik luisterde niet naar mijn ouders, maakte veel ruzie met hen en was mijn eigen baas.”
Vorig jaar moest hij voor de rechter verschijnen. Waarom? Dat vertelt hij liever niet. Gestolen heeft hij in elk geval niet. Alleen de suggestie doet hem al van de bank opveren. „Ik ben niet helemáál ontspoord!”
Ook Bart kreeg de keus: het PEL-traject volgen of een andere passende straf opgelegd krijgen. Bart koos voor het eerste. „Ik wilde veranderen, weer helder leren nadenken.”
Het werk op de varkensboerderij viel hem alles mee. „De eerste week dacht ik: Waar zit ik nu weer? Maar ik vond het fijn om meer rust te hebben. Als ik thuis niks te doen had, ging ik meteen naar vrienden toe. Maar hier hoefde ik me met niemand bezig te houden en kreeg ik de tijd om na te denken, om vragen te stellen en antwoorden te zoeken. Wat wilde ik nu echt met mijn leven?”
Natuurlijk miste hij zijn sociale leven. Wilde hij even bellen, dan kon dat niet. En zat hij in een dip, dan kon hij nergens heen. Van het terrein afgaan was verboden. „Soms ging ik de stal in en dan was het weer goed.”
Vorig jaar heeft Bart het traject afgerond. Hij is er stabieler door geworden, zegt hij. „Ik denk beter na dan daarvoor en maak afwegingen. Zou je dat wel doen, vraag ik me soms af. En wat gebeurt er als ik dat doe? Daarvoor dacht ik alleen: doen we.”
Zijn nieuwe levensstijl heeft consequenties. Oude vrienden zijn geen vrienden meer. En van elke avond stappen is geen sprake meer.
Maar dat deert hem niet. Hij heeft een nieuwe kring van jongens om zich heen „die wel nadenken over wat ze doen.” Hij heeft een baan in een designwinkel en wil graag in de toekomst een opleiding in de logistiek gaan volgen.
„Het gaat nu helemaal goed”, zegt hij tevreden. „Ik heb geen ruzie meer met mijn familie en spreek met mijn vader af hoe laat ik thuis ben. Natuurlijk vind ik het nog steeds leuk om te feesten en gek te doen, maar wel binnen de regels. Ik heb ontdekt dat je het ook leuk kunt hebben zonder in de problemen te komen.”
Boerenechtpaar helpt probleemjongeren
Henk en Antonita de Louw werken al sinds 1998 met probleemjongeren. Sinds 2003 is dat in samenwerking met de Brabantse zorgaanbieder Topaze, die het PEL-project ondersteunt.
Probleemjongeren vanaf 16 jaar kunnen op vrijwillige basis 180 dagen lang bij het echtpaar terecht, of bij een van de veertien andere varkenshouderijen in Noord-Brabant die deze mogelijkheid bieden.
Antonita: „We hebben nu zo’n tien jongeren op onze boerderij gehad. De eerste keer dat we er een toegewezen kregen, was erg spannend, want je weet niet wat zo’n jongere gedaan heeft. Maar hoe meer ervaring we hebben, hoe relaxter we worden.”
Het traject is individueel. Het doel is jongeren los te weken van hun oude omgeving. Ze leren op de boerderij verantwoordelijkheid te dragen, te luisteren naar gezag en gedisciplineerd aan het werk te gaan.
Of het niet zwaar is om een halfjaar een onhandelbare vreemde in huis te nemen? „Nee”, antwoordt Antonita beslist. „Er zijn natuurlijk wel eens moeilijke momenten. Als het niet klikt. Of als we een stille Willie krijgen die nauwelijks antwoord geeft als we hem aan tafel naar zijn dag vragen. Dan zit je samen na drie vragen hard na te denken welke vragen je nog meer kunt stellen.”
Toch overheersen de mooie momenten. „Het verrijkt ons. En soms doet een jongere het zo goed dat we er zelf plezier van hebben.”
Uit wetenschappelijk onderzoek van Topaze blijkt dat 68 procent van de jongeren drie jaar na dit traject nog steeds op het goede pad is. In 32 procent van de gevallen stromen de jongeren voortijdig uit, of is er sprake van terugval. Sommigen proberen het later nog eens, anderen verdwijnen uit het zicht.
De boeren leveren alleen praktische begeleiding. Een persoonlijk begeleider komt twee keer in de week langs om het werk te bespreken, opdrachten door te nemen en hen psychisch te helpen.
Alleen de boeren die de juiste mix van afstand en nabijheid weten te hanteren, kunnen een jongere opvangen. Voor het Brabantse echtpaar is dat geen probleem. „Als ze een slechte nacht achter de rug hebben, zeggen we: Vervelend joh, maar nu moet er eerst gewerkt worden. Vanmiddag kun je het verhaal met de hulpverlener bespreken.”
Henk en Antonita de Louw willen met het traject vooral hun steentje bijdragen aan de maatschappij. „Sommige jongeren komen voor het eerst van hun leven in een gemoedelijke omgeving terecht. Ze zijn verbaasd dat we elke dag aan tafel met elkaar eten en praten. In veel gezinnen pak je iets uit een pan als je honger krijgt, of wordt er voor de televisie gegeten.”
Als het zo succesvol is, waarom doen er dan niet meer jongeren aan mee? „Ze mogen hier alleen op vrijwillige basis komen. Dus moet er iets zijn wat hen over de streep trekt. De keus tussen een halfjaar werken of een jaar jeugddetentie, bijvoorbeeld.”