Horrobin demoniseert de macht van satan
Wat is bevrijding van duivelse machten? Hoe kunnen demonen binnenkomen? Op welke wijze krijgt bevrijdingspastoraat vorm? Peter Horrobin gaat in ”Genezing en bevrijding” uitvoerig op dit soort vragen in.
Bezetenheid is gedurende de hele kerkgeschiedenis onderwerp van discussie geweest. De Rooms-Katholieke Kerk kent een lange traditie van exorcisme en de evangelische kring kent bevrijdingspastoraat. Ook in reformatorische kring krijgt dit thema geleidelijk meer aandacht. ”Genezing en bevrijding” van Peter Horrobin wil die verder onderbouwen.
De Engelsman Peter Horrobin is medegrondlegger van stichting Ellel Ministries, een internationale organisatie die zich richt op bevrijdingspastoraat. Jarenlange ervaring en intensieve Bijbelstudie vormen de basis van dit boek, waarbij hij zoekt naar de relevantie voor westerse christenen.
De ondertitel luidt ”Bijbelse principes en de praktijk”, wat treffend de tweedeling van het boek weergeeft. Het eerste deel is voornamelijk Bijbels-exegetisch van aard en gaat over bezetenheid en occulte bindingen, over een christelijke mensvisie en over het rijk van de engelen en satan. De auteur bespreekt nagenoeg alle Schriftplaatsen waar duivelen of andere duistere krachten voorkomen. Hij geeft veel informatie, maar desondanks blijft zijn betoog overzichtelijk en goed leesbaar.
Het tweede deel is praktisch van aard. Wat is bevrijding en genezing? Hoe kunnen demonen binnenkomen? Hoe krijgt bevrijdingspastoraat vorm en welke gebeden worden dan uitgesproken? In een soort appendix bespreekt de auteur het gebruik van (kerk)gebouwen waar een vloek op rust of waar een occulte binding heerst. Opnieuw zijn de antwoorden uitvoerig, maar de auteur blijft boeien, mede door zijn vele voorbeelden.
Grote opdracht
Nu naar de kernvraag van dit boek: Is bevrijdingspastoraat relevant voor westerse christenen en kerken? Het antwoord van de auteur is bevestigend. De grote opdracht van Jezus aan Zijn discipelen om het Evangelie uit te dragen, zieken te genezen en demonen uit te werpen geldt impliciet voor de kerk van alle tijden en plaatsen, aldus Horrobin. Dit betekent dat de christelijke gemeente het bevrijdingspastoraat vorm moet geven in haar bediening.
De auteur beseft dat niet iedereen zal instemmen met zijn visie. Hij denkt met name aan hen die de bedelingenleer aanhangen. Deze leer –die mijns inziens sterke papieren heeft– houdt in dat de tijd of bedeling van het Nieuwe Testament niet direct vergelijkbaar is met de tijd waarin wij leven. De strijd die Jezus met de satan heeft gevoerd (denk aan de vele vormen van bezetenheid, Gethsémané, Golgotha en daarna de strijd van de apostelen) is niet zomaar over te zetten naar de christelijke gemeente van vandaag, die participeert in een gekerstende samenleving en met een traditie van vele honderden jaren. Hiermee ontken ik overigens niet het bestaan van bezetenheid in onze tijd, maar ik zie dit anders dan de auteur. Tegelijk loop ik nu het risico dat de auteur mij „een demon van verzet” toedicht, want zo schrijft hij over aanhangers van de bedelingenleer.
Duistere verbonden
Mijn hoofdbezwaar tegen dit boek is de demonisering van de macht van de boze. Overal ziet de auteur demonen, bezetenheid, occulte bindingen en andere duistere verbonden. En vervolgens moeten die personen bevrijd en die kerkgebouwen geheiligd worden.
Denk aan een psychisch of fysiek trauma. Wanneer een kind regelmatig wordt afgewezen, kan dat psychische schade geven. Iemand die bij auto-ongeluk betrokken raakt, kan daar psychisch letsel aan overhouden. Horrobin noemt de eerste persoon bezeten door de ”demon van afwijzing” en de tweede door de ”demon van angst”.
Wanneer Paulus schrijft over de strijd in de gelovigen tussen de oude mens en de nieuwe mens, duidt de auteur dit als een demon die in de gelovige is achtergebleven. Ook kerkgebouwen kunnen, vanwege vervloekingen uit het verleden, belast zijn, zodat de prediking er geen zegen ondervindt. Pas wanneer de vloek wordt verbroken, keert de zegen van God terug, aldus Horrobin.
Ik ben het volledig met de auteur eens wanneer hij schrijft dat de macht van de duivel groot is en dat hij op alle terreinen van het leven infiltreert. Dus angst, ruzie, misbruik, porno en vele andere zaken zijn instrumenten van de boze om gelovigen van Christus af te houden. Maar om dit aan te duiden als de ”demon van angst” of de ”demon van afwijzing” gaat verder dan de Bijbel doet. En wat nog belangrijker is, de auteur ziet een breed scala van instrumenten over het hoofd. Ook gezondheid, welvaart en vrede kunnen instrumenten van de boze zijn, namelijk zodra we God er niet meer voor danken! Dan heeft satan zijn doel ook bereikt.
Ik stem met Horrobin in wanneer hij pleit voor radicale bekering van zonden en verkeerde gewoonten. Daarover is de Schrift helder: „Indien uw oog u ergert, ruk het uit…” Wat Horrobin vervolgens schrijft over seksualiteit in relatie tot het huwelijk doet zelfs weldadig aan. Maar, en dat is mijn bezwaar, breken met zonden is niet hetzelfde als bevrijd worden van een demon. Waar de Bijbel voortdurend oproept tot bekering, pleit Horrobin vaker voor bevrijdingspastoraat.
Bevreemdende situaties
Verder blijf ik het lastig vinden hoe Horrobin schrijft over de vloek op gebouwen en voorwerpen. Door een voorwerp te vervloeken, en vervolgens aan een persoon te geven, kan die persoon ook onder de vloek komen, waardoor allerlei psychische klachten ontstaan. Is dat werkelijk zo? Ik wil de macht van vervloekingen en zegeningen niet onderschatten. Denk aan de heidense profeet Bileam. Maar ondertussen krijg ik de indruk dat de auteur meer kracht toekent aan een voodoovervloeking dan aan de zegenbede aan het einde van een gewone kerkdienst (die hij nergens noemt). En verder begrijp ik niet dat Paulus zo onbevangen spreekt over het eten van offervlees, dat nota bene in een heidense tempel is geweest! Als daar geen vloek op rust…
Doordat de auteur overal demonen ziet, beschrijft hij voor mij bevreemdende situaties. Blijkbaar is het mogelijk om iemand van de ene demon te bevrijden, terwijl een andere demon in die persoon achterblijft. Ook hebben demonen een route nodig om het lichaam te verlaten. Dat kan door de mond (je gaat dan hoesten en boeren) maar hij kan ook weggaan via je vingertoppen, die dan beginnen te tintelen, aldus Horrobin. Hij verwijst naar de geschiedenis van Maria Magdalena (die zeven duivelen had) en van de maanzieke jongen (die stuiptrekkend op de grond viel). Mijns inziens versimpelt hij de macht van de boze en geeft hij een bijna middeleeuwse voorstelling van zaken.
Resumerend deel ik de mening van Horrobin over de macht van satan. Maar waar de auteur echter spreekt over bevrijding gebruik ik liever het woord bekering. Horrobin loopt het risico dat mensen met een zwakke psyche bezeten worden verklaard. Mensen die echter heel stabiel in het leven staan maar ondertussen volledig opgaan in geld en goed, krijgen geen etiket van bezetenheid, terwijl juist de rijkdom een van de machtigste wapens van de boze is.
Boekgegevens
”Genezing en bevrijding, Bijbelse principes en de praktijk”, door Peter Horrobin, met inl. van dr. M. J. Paul;
uitg. Ellel Ministries Nederland, Baak, 2012; ISBN 978 90 239 20441; 582 blz.; € 34,50.