Sudan spreekt slechts de taal van kogels
APELDOORN – President Salva Kiir van Zuid-Sudan liet dinsdag weten dat hij de aanhoudende Sudanese luchtaanvallen op zijn land opvat als een oorlogsverklaring. Valt een totale oorlog tussen het kersverse Zuid-Sudan en ‘moederland’ Sudan nog af te wenden? Duidelijk is dat een dergelijke oorlog voor beide landen uiterst onvoordelig is.
De spanning tussen Sudan en Zuid-Sudan is intussen te snijden. „We zullen niet meer onderhandelen met de regering van Zuid-Sudan”, fulmineerde de Sudanese president Omar al-Bashir maandag. „Zij (de Zuid-Sudanezen, MW) verstaan namelijk geen andere taal dan die van geweer en munitie. Onze gesprekken met hen voerden we met geweren en kogels.”
De uitspraken waren een kennelijke reactie op een oproep van VN-secretaris-generaal Ban Ki Moon tot beide buurlanden om terug te keren naar de onderhandelingstafel. Ban sprak maandag zijn diepe zorgen uit over het escalerende conflict in de grensregio van Sudan en Zuid-Sudan.
Sudan heeft nog geen formele oorlogsverklaring afgegeven, maar zinspeelt daar voortdurend op. Zo bestempelde het parlement in Khartoem Zuid-Sudan vorige week als „vijand.” Bashir liet bovendien weten dat Zuid-Sudan bevrijd moet worden van het „ongedierte” dat het land regeert. Van Zuid- Sudanese zijde gooide Kiir dinsdag met zijn uitspraken wat olie op het retorische oorlogsvuur.
Is dit enkel verbaal geweld of staan beide landen nu echt aan de rand van een oorlog? Feit is dat het in feite allang oorlog is tussen beide landen, zij het officieus. Al in mei vorig jaar, nog voordat Zuid-Sudan officieel een onafhankelijk land was, rolden Sudanese tanks de omstreden grensregio Abyei binnen. Sindsdien is het er niet meer rustig geweest. Sudan bombardeert nu al maanden regelmatig plaatsen in het grensgebied.
De grensconflicten zijn het zichtbaarst, maar de strijd wordt ook op andere fronten gevoerd. Beide landen steunen oppositionele groepen in het buurland. Khartoem heeft een lange traditie in het voeren van een verdeel-en-heerspolitiek en zou zuidelijke rebellengroepen steunen. Naar verluidt gaan er echter ook wapens vanuit Zuid-Sudan naar de noordelijke tak van het Sudanese Volksbevrijdingsleger. Bovendien zou Zuid-Sudan de noordelijke oppositiegroep Sudanees Revolutionair Front (SRF) het nodige toestoppen.
Volgens analisten probeert de zuidelijke president Kiir in het noorden een opstand tegen het regime-Bashir te ontketenen. De recente inname van de Sudanese oliestad Heglig moest ertoe bijdragen Khartoem te verzwakken. Beide landen spelen volgens de denktank International Crisis Group een riskant spel, met het doel de ander op de knieën te krijgen. „Als geen van beide dat doet, zal de uitkomst voor beide echter desastreus zijn”, waarschuwde de denktank.
Duidelijk is dat de allebei de landen zich een grootschalige oorlog niet kunnen veroorloven. Zuid-Sudan zette onlangs de oliewinning volledig stil, na een hooglopend conflict over het gebruik van de noordelijke infrastructuur voor de export van het zwarte goud. Daarmee verloor de regering 98 procent van haar inkomsten. Het land, met zo’n 8 miljoen inwoners, houdt intussen wel een leger van 250.000 man op de been met niet minder dan 800 generaals. Dat kan het nooit lang volhouden.
Zeer verdeeld
De situatie in Sudan is niet veel beter. Het land is zeer verdeeld en bovendien sluimert onder jongeren nog de geest van de Arabische lente. Bashir en zijn kliek behouden de macht door een kostbaar patronagenetwerk.
Een beperkte mate van geweld tegenover Zuid-Sudan kan voor Bashir echter voordelig uitpakken. De strijd tegen een „gezamenlijke vijand” kan verbindend werken in het gefragmentariseerde Sudan. Voor Zuid-Sudan geldt precies hetzelfde. De regering heeft door de oliestop weinig te besteden aan ontwikkeling. Kritiek daarop kan worden gesmoord in een gevoel van verbondenheid in de strijd tegen de aloude vijand.
Het behoeft echter geen betoog dat beide landen op de lange termijn de conflicten niet volhouden. Er zit dus weinig anders op dan opnieuw te praten over de grote kwesties achter de vijandelijkheden. Dus: Hoe ligt de grens precies? Wat moet Zuid-Sudan aan Sudan betalen voor het gebruik van de oliepijplijnen? En wat zijn de rechten van de 500.000 Zuid-Sudanezen in Sudan en de 80.000 Sudanezen in Zuid-Sudan?
De International Crisis Group waarschuwt dat afspraken over dergelijke onderwerpen echter alleen blijvende impact en zin hebben als er in Sudan ook politieke hervormingen zullen plaatsvinden. Dat kon nog wel eens het moeilijkste punt zijn. Bashir heeft zich nog nooit een groot voorstander van dialoog getoond.