Binnen CDA geen ruimte voor intolerante religieuzen
In het CDA behoort geen ruimte te zijn voor gelovigen die hun religie boven andere religies stellen, vindt Ibrahim Wijbenga. In de partij moet wederzijds respect zijn op voet van confessionele gelijkheid.
„Het is misschien, politiek-pragmatisch gezien, begrijpelijk in de jacht op islamitische kiezers, vooral in de grote steden. Maar het is ook een vergissing. Vrijheid zonder geloof ontaardt in ongebondenheid, verdraagzaamheid zonder geloof in lege tolerantie en de dictatuur van de meerderheid. Democratie en rechtsstaat kunnen niet zonder de grondslag van het christelijk geloof. Dat dat in dezelfde mate voor de islam geldt, is nog nooit aangetoond.” Dat stelde dr. Bart Jan Spruyt onlangs in een artikel over de uitgangspunten van het CDA (RD 7-4). Wat voor CDA staat Spruyt voor ogen, vraag ik me af. En wie vertegenwoordigt hij?
Om met het eerste te beginnen. Het CDA is vanaf zijn oprichting een volkspartij met een brede confessionele achterban waarin ruimte is voor religies van uiteenlopende signatuur. Een gemeenschappelijk dak, zou je kunnen zeggen, voor gelovigen en ook niet-gelovigen die vinden dat de kracht van hun geloof en levensbeschouwing in samenwerking met elkaar ligt.
In plaats van hierbij de tegenstellingen te profileren, zoeken zij op basis van gelijkheid en wederzijds respect naar gemeenschappelijke confessionele/levensbeschouwelijke uitgangspunten van waaruit het CDA zich politieke en maatschappelijk kan profileren.
Dat het vinden van deze gemeenschappelijke noemer niet zonder slag of stoot gaat, is begrijpelijk. Dat geldt niet alleen voor christelijke CDA’ers, maar ook voor moslim-CDA’ers, en niet te vergeten niet-gelovige CDA’ers, bij de laatste twee grote verkiezingsoverwinningen maar liefst 60 procent van het CDA-electoraat.
Dat neemt niet weg dat de confessionele/levensbeschouwelijke samenwerking essentieel is voor het CDA, een partij die sinds haar onstaan een brede confessionele volkspartij wil zijn. Intolerantie jegens moslims, christenen en niet-gelovigen hoort daar niet bij. Dat is tegen de geest van het CDA.
Groeperingen en individuen die deze opvatting niet huldigen, plaatsen zichzelf buiten het CDA. Dat geldt niet alleen voor christenen, maar ook voor moslims en andere confessionele groeperingen. Het CDA is een partij van wederzijds respect op voet van confessionele gelijkheid.
Dit botst met de opvattingen van Bart-Jan Spruyt. Hij vindt dat het christendom het enige ware geloof is. Zo’n partij wil het CDA niet zijn. Sterker, mensen die deze opvatting huldigen horen niet thuis in het CDA.
Dat geldt niet alleen voor christenen die menen dat het christendom het enige ware geloof is, maar ook voor moslims die menen dat de islam het enige ware geloof is. Wederzijds respect, tolerantie en samenwerking zijn de kernwaarden van het CDA. De reden van haar bestaan. En dat moet zo blijven ook.
De auteur is CDA-raadslid te Eindhoven. Hij schrijft dit artikel op persoonlijke titel.