Zwijgen over de hel heeft consequenties
Hoe kan een God van liefde mensen naar de hel verwijzen? Het Evangelie verhoudt zich toch niet met het spreken over en het vasthouden aan de realiteit van de hel?
Het spreken over de hel ligt onder vuur. De discussie over de hel is weer aangezwengeld sinds het verschijnen van het boek ”Love Wins” van de Amerikaanse voorganger Rob Bell, dat overigens zojuist in het Nederlands is verschenen onder de titel ”En de meeste van deze is… liefde” (uitg. Kok).
Het is daarom een goede zaak dat Christopher W. Morgan en Robert A. Peterson in samenwerking met gerenommeerde auteurs als J. I. Packer en R. Albert Mohler jr. deze bundel met essays hebben laten verschijnen. De titel luidt ”Is Hell for Real or Does Everyone Go to Heaven?” Het boek bevat grotendeels eerder uitgegeven materiaal, met uitzondering van de appendix van de hand van Tim Keller. In een op de prediking toegespitste bijdrage laat hij zien dat het slechte nieuws –de realiteit van de hel– in dienst staat van de verkondiging van het goede nieuws.
Het boekje geeft verder in kort bestek een overzicht van de historische ontwikkeling in het spreken over de hel. De opkomst van de verlichting betekende op veel fronten een breuk met het verleden. Een beschaafd mensbeeld, een lievig Godsbeeld en een kritische Schriftvisie zorgden voor een veranderde visie op de hel.
Het hart van het boekje wordt gevormd door een goede, maar beknopte beschrijving van gegevens over de hel. Ik miste een exposé over de hel in het Oude Testament, temeer omdat in bijvoorbeeld Markus 9:48 (het vuur dat niet uitgeblust wordt) verwijst naar Jesaja 66:24. Bovendien zou een behandeling van oudtestamentische teksten die spreken over de hel duidelijk maken dat er ook op dit punt continuïteit tussen Oude en Nieuwe Testament is, al is er in de Schrift sprake van een ontwikkeling in het spreken over de werkelijkheid van de hel.
Robert W. Yarbrough laat zien dat Jezus sprak over de hel als een aangrijpende realiteit, waar het van God gescheiden zijn eeuwige werkelijkheid is. Ik vind het altijd weer aangrijpend om te zien dat ongeveer een achtste van de woorden van Jezus betrekking had op de realiteit van de hel.
Het blijkt dat de realiteit van de hel geen randgegeven is in de Schrift als we de brieven van nieuwtestamentische auteurs onderzoeken. In drie beelden is de kern van het nieuwtestamentische spreken over de hel samen te vatten: pijniging, vernietiging en verbanning.
Het spreken over de hel hangt samen met heel ons theologiseren. Overtuigend laat J. I. Packer in zijn bijdrage zien dat het verzwijgen van of morrelen aan de ernstige werkelijkheid van de hel consequenties heeft voor ons spreken over God, over de zonde en over Christus. De ernstige werkelijkheid van de hel vormt de ondertoon van het spreken over de boodschap van Gods heil. Dit boekje is een uitmuntende handleiding om dat in de 21e eeuw te blijven doen!
Boekgegevens
”Is Hell for Real or Does Everyone Go to Heaven?”, door Christopher W. Morgan en Robert A. Peterson (red.); uitg. Zondervan, Grand Rapids (VS), 2011; ISBN 978 03 1049 462 1; 89 blz.; $ 9,99.