Kerk & religie

Prof. dr. M. J. de Vries: Kennis berust niet altijd op bewijskracht

PUTTEN – Een houding van ootmoedigheid, bewogenheid en verwondering is de juiste in het gesprek met mensen die God zoeken. Dat stelde prof. dr. M. J. de Vries gisteren tijdens een conferentie van het Contactorgaan Gereformeerde Gezindte (COGG) in Putten.

Kerkredactie
20 April 2012 11:03Gewijzigd op 14 November 2020 20:37
Tijdens de jaarlijkse conferentie van het Contactorgaan Gereformeerde Gezindte hield prof. dr. M. J. de Vries een lezing over ”God vinden". Foto RD, Anton Dommerholt
Tijdens de jaarlijkse conferentie van het Contactorgaan Gereformeerde Gezindte hield prof. dr. M. J. de Vries een lezing over ”God vinden". Foto RD, Anton Dommerholt

”Vinden… Gevonden worden” was het thema van de bijeenkomst, die door zo’n veertig mensen met diverse kerkelijke achtergronden werd bezocht.

„De Amerikaanse predikant Tim Keller zei eens zich erover te verbazen dat er in boek­handels geen boeken te koop zijn over het vinden van God”, merkte prof. De Vries, bijzonder hoogleraar reformatorische wijsbegeerte aan de TU Delft, op. „Daarom heb ik een boek geschreven met de titel ”God vinden”.

„We zien in Handelingen 16, dat de rationele, hoog­opgeleide purperverkoopster Lydia wordt bekeerd door de uitleg in een preek”, zei de bijzonder hoogleraar christelijke filosofie aan de TU Delft. „Een Griekse slavin met een waarzeggende geest wordt bekeerd door heftige woorden. En de stokbewaarder –zeg: Jan Modaal– wordt bekeerd door een gebeurtenis, een aardbeving.”

Het boek van prof. De Vries gaat vooral over de weg van het verstand. Het is belangrijk, aldus de hoogleraar, dat wij Gods hand zien in de gewone dingen. „Wij kijken naar de bijl die op het gebed van Elisa, tegen alle natuurwetten in, komt bovendrijven. Maar zien wij ook de hand van God in al die bijlen die zinken in het water? In die orde kunnen we Gods trouw zien.”

Een andere sterke troef bij het vinden van God is de open­baring. „De filosoof Plantinga heeft beargumenteerd dat de openbaring van God in het leven als kenbron geldt. We moeten erkennen dat we niet alles kunnen bewijzen. Ik kan niet wetenschappelijk bewijzen dat ik van mijn vrouw houd. Er zijn vormen van kennis die niet berusten op bewijskracht, maar die we wel voor echte kennis willen houden.” Dat het zoeken van bewijzen een doodlopende weg is, komt door de zonde, die het oorspronkelijk goede ontwerp van de schepping heeft aangetast, aldus prof. De Vries.

De christelijk gereformeerde legerpredikant ds. P. L. D. Visser zei tijdens de bijeenkomst dat de gebreken van de kerk, bijvoorbeeld het misbruikschandaal in de Rooms-Katholieke Kerk, het imago van het geloof geen goed hebben gedaan. „En het helpt niet om dan aan een buitenstaander uit te leggen dat u protestants bent.” Ds. Visser legde de vinger op nog meer zere plekken: „Wij hebben niet-gelovigen de indruk gegeven dat ze niet relevant voor ons zijn. Ik sprak eens iemand die me vroeg hoe hij zijn christelijke buren moest benaderen. „Want ze zijn zo schuw, en afstandelijk.” Wij hebben het odium een moralistische club te vormen, die kennelijk zelf ook niet weet wat waarheid is, anders zou hij niet zo eindeloos verdeeld zijn.”

Het probleem dat het christelijk geloof weinig ingang vindt, ligt volgens ds. Visser echter niet alleen bij de kerk. „Bij veel mensen die ik ontmoet, is geen dragend wereldbeeld aanwezig dat oriëntatie geeft aan het leven. Je kunt je dan afvragen: Is er wel markt voor? Meestal niet. Maar is dat ooit anders geweest? Bonifatius en Willibrord hebben ook echt geen marktonderzoek laten uitvoeren voordat zij de Noordzee overstaken.”

Natuurkundestudent Ruben Koster, de derde spreker, zag hetzelfde onder studenten. „Medestudenten zijn tolerant, je mag van hen best geloven, zolang je hen er maar niet mee lastigvalt.” En dat kan moeilijk zijn voor een christelijke student, die volgens Koster door een lossere band met de thuisgemeente en het totaal nieuwe studentenleven vaak tussen wal en schip valt. Het is zijn advies een goed gerucht te verspreiden. „Je bent voor veel medestudenten vaak de enige Bijbel die ze te lezen krijgen.”

Het zijn van een leesbare brief gaat reformatorische christenen niet altijd even goed af, constateerde secretaris van het COGG drs. I. A. Kole. „We kunnen ons afvragen of we wel voldoende toerusting hebben gegeven om te getuigen van de Heere.”

Maar „hebben alle ‘heidenen’ wel de vragen waarop het geloof antwoord kan geven, of moeten zij geholpen worden om zichzelf die vragen te stellen?” Dat was een vraag die tijdens de discussie in verschillende groepen opkomt. „Ook levensgevaar tijdens militaire uitzendingen, of dodelijke ongelukken brengen een mens niet als vanzelf bij God of tot het stellen van diepe levensvragen”, erkende ds. Visser. Hoe moet er dan gereageerd worden? Prof. De Vries: „Een goede timmerman heeft een gereedschapskist bij zich en haalt daaruit wat hij nodig heeft. Je moet flexibel zijn.” Ds. Visser: „En vergeet de liefde niet. Investeren in mensen is heel belangrijk, is mijn ervaring.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer