De Noor was een speler van de gewelddadige games World of Warcraft en Call of Duty: Modern Warfare 2. De eerste game zag hij vooral als hobby, het tweede spel speelde hij volgens de politie 10 uur per maand als training voor de aanslag, aldus Noorse media. Tijdens de jaarwisseling 2010-2011 speelde Breivik Modern Warfare 17 uur achter elkaar. Hij oefende vooral hoe hij aan de politie moest ontkomen. „Ik schatte de kans om er ongeschonden vanaf te komen op minder dan 5 procent.” Hij dacht dat de politie hem zou omsingelen na zijn aanslag in het regeringscentrum van Oslo.

„Het is een geweldige oorlogssimulator. Je kunt trainen en ervaring opdoen met het gebruik van telescopische vizieren. Dat is het grote voordeel”, aldus Breivik over Modern Warfare. Later kocht hij echte wapens en trainde hij bij schietverenigingen. Hij gaf zijn wapens namen uit de Noorse mythologie. Zo kreeg zijn geweer de naam Gungir, naar de magische speer van de god Odin.

In 2006 nam Breivik een jaar vrij om het spel World of Warcraft te spelen. Het was naar eigen zeggen een martelaarscadeau voor hemzelf omdat hij vastbesloten was een zelfmoordactie uit te voeren. „Ik heb daar mijn hele leven over gedroomd, om een sabbatical te nemen om World of Warcraft te spelen. Sommigen willen om de wereld zeilen, anderen nemen een jaar vrij om te golfen, ik nam een jaar om World of Warcraft te spelen.”

Op de vraag of hij dus in 2006 al had besloten een gewelddadige operatie uit te voeren, kwam een simpel „ja ” van Breivik. Hij trok in bij zijn moeder om geld te besparen en stortte zich op het spel dat hij soms wel 16 uur per dag speelde. Hij had in die tijd amper contact met vrienden. Voorheen was hij naar eigen zeggen een sociaal persoon.