De Kat schrijft indringend verhaal over eenzame mensen in wrede wereld
„Emma en hij waren elkaar gaan liefhebben met een snelheid die de tijd voor leek te willen blijven, de tijd waarin ze niettemin moesten leven, de tijd van wrok en wraak en eindeloos herhaalde haat.” Dit citaat is exemplarisch voor de hoofdpersonen in de nieuwe roman van Otto de Kat: ”Bericht uit Berlijn”.
Het verhaal gaat over het Nederlandse diplomatengezin Verschuur. Vader Oscar is gestationeerd in Bern, zijn vrouw verblijft voor haar veiligheid in Engeland. Hun dochter Emma is tijdens hun diplomatieke verblijf in Berlijn getrouwd met Carl Bielenberg en met hem achtergebleven in de hoofdstad van het Derde Rijk.
Het is voorjaar 1941 en inmiddels heeft ”de Idioot”, zoals Hitler in het boek wordt genoemd, bijna heel West-Europa bezet. Emma’s man Carl werkt op het ministerie van Buitenlandse Zaken, ook al is hij niet gelukkig met de politiek van het nazisme.
Op een gegeven moment moet hij met zijn baas in Bern zijn. Emma gaat mee om haar vader te ontmoeten. Als ze in een restaurant de maaltijd gebruiken, fluistert Emma hem toe: „Operatie Barbarossa, papa, 22 juni, ze vallen Rusland binnen, Carl heeft de order gezien!”
Die boodschap doortrekt daarna het leven van de hoofdpersonen. Het leven van Oscar in de eerste plaats. Want wat moet hij ermee? Als hij de boodschap doorspeelt naar Engeland en de Duitsers horen ervan, is de link naar zijn dochter snel gelegd. En als hij zijn bron niet prijsgeeft, zullen ze het in Engeland niet geloven, maar beschouwen als nazipropaganda.
Uiteindelijk besluit hij Morton, een persoonlijk adviseur van Churchill, op te zoeken in Londen. Hij heeft een gesprek met hem, maar besluit op het laatste moment toch niets over de plannen van Duitsland om Rusland aan te vallen, te zeggen. Daarna gaat hij onaangekondigd op bezoek bij zijn vrouw Kate. Hij vertelt haar van de ophanden zijnde aanval en zij dringt erop aan dat hij het alsnog gaat vertellen. Maar hij doet het niet.
Ondertussen ondervindt Emma in Berlijn ook de gevolgen van haar gefluisterde bericht aan haar vader. Ze wordt opgepakt en ondervraagd door de Gestapo. Ze zegt niets en wordt weer vrijgelaten. Op het laatste moment gaat ze naar een Nederlander met contacten in het neutrale Zweden. Op 22 juni blijkt dan dat de boodschap alsnog bij de Russen is terechtgekomen.
Zo trekt de oorlog zijn sporen in het leven van de hoofdpersonen, ook al wonen ze „in de buitenwijken van het geweld.” De oorlog heeft er sowieso al voor gezorgd dat het huwelijk van Oscar en Kate „aan de randen eenzaam is geworden.” Maar er zijn ook andere geheimen die de relatie van de echtelieden vertroebelen. Zo vertelt Oscar tijdens zijn verblijf in Londen dat hij jaren geleden de overleden eerste man van Kate de avond voor zijn dood heeft gesproken. Dit kleine geheim lijkt hun relatie meer kwaad te doen dan het grote geheim over operatie Barbarossa. Het lijkt wel of Oscar („de verpakkingsexpert”) door de geheimhoudingsplicht die zijn diplomatenbaan met zich meebrengt anderen niet meer nabij kan komen, zelfs zijn eigen vrouw niet.
De Kat schrijft in een heel terughoudend proza, ook al worden de mooie zinnen hier en daar ontsierd door een vloek. Toch zou hij naar mijn smaak beelden meer voor zich mogen laten spreken. Op de een of andere manier komen de hoofdpersonen de lezer ook niet echt nabij, en dat maakt het inleven lastig. Niettemin is ”Bericht uit Berlijn” een indringend verhaal over eenzame mensen in een wrede wereld.
Boekgegevens
”Bericht uit Berlijn”, Otto de Kat; uitg. Van Oorschot, Amsterdam, 2012; ISBN 978 90 2824 191 6; 205 blz.; € 17,50.