Dat blijkt uit de studie ”Floreren met flexibiliteit” die Rabobank Nederland dinsdag op de landbouwtentoonstelling Floriade presenteerde.

Volgens de studie sluiten het management en de organisatie op veel tuinbouwbedrijven niet goed aan op wat de veranderende markt en maatschappij vragen. De flexibiliteit om daar wat aan te doen ontbreekt in veel gevallen.

Ruud Huirne, directeur Food en Agri Nederland van de Rabobank, zegt in een toelichting dat de tuinbouw in technisch opzicht wereldwijd een toppositie inneemt. „Maar dit leidt niet tot betere inkomens voor de telers. Het zijn andere schakels in de keten die profiteren”, aldus Huirne.

Volgens het rapport vinden veel tuinders dat er in hun onderneming een conservatieve 
bedrijfscultuur heerst. Vernieuwen gebeurt vaak slechts in kleine stappen. Ook vinden ze 
de ontwikkelingen in maatschappij en markt weinig voorspelbaar. In het kader van de studie hebben de afgelopen maanden een kleine 900 tuinders hun eigen bedrijf onder de loep genomen.

De zogenoemde flexibiliteitsscan is ontwikkeld door de Erasmus Universiteit Rotterdam. Eerder deden 4000 ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf er ervaring mee op.

Grote tuinbouwbedrijven innoveren volgens het rapport meer dan kleinere bedrijven. Bovendien doen siertelers vaker aan vernieuwing dan telers van groenten en fruit.

Het zijn juist bedrijven die openstaan voor radicale vernieuwingen, zoals compleet nieuwe product-marktcombinaties, technieken of processen, die beter presteren.

Meestal zijn dat nieuwe toetreders tot de markt. „Zij worden niet belemmerd door tradities en gewoontes in de branche”, aldus het rapport.

De bank vindt dat de tuinders nu zelf de hand aan de ploeg moeten slaan. Iedere tuinder kan gratis en anoniem aan de flexibiliteitsscan meedoen, waarna hij zijn bedrijfsstrategie zo nodig kan aanpassen.

De scan gaat volgens de directeur niet meewegen bij het verkrijgen van krediet.