Vergaande defensiesamenwerking in Benelux
AMSTERDAM (ANP) – Nederland, België en Luxemburg gaan vergaand samenwerken op defensiegebied. Dat moet er toe leiden dat de landen in tijden van bezuinigingen toch hun militaire slagkracht kunnen verbeteren, zei minister van Defensie Hans Hillen dinsdag tegen BNR Nieuwsradio.
De drie Benelux-landen tekenen er woensdag in Brussel een verklaring over. Die houdt in dat er meer samen wordt geoefend en getraind, dat de luchtmachten van elkaars vliegvelden gebruik gaan maken en dat er mogelijk gezamenlijke Nederlands-Belgische bemanningen gaan varen op marineschepen.
Ook de Belgische paratroepers en de Luchtmobiele Brigade van Nederland gaan samenwerken. Hillen erkent dat de bijdrage van het Luxemburgse leger niet enorm zal zijn, maar Luxemburg heeft weer „financiële middelen.”
Hillen wil ook met landen als Noorwegen en Denemarken nog nauwer samenwerken. Zo kunnen deze landen samen met Nederland en België een gezamenlijk luchtruim vormen dat ze met hun F16’s controleren tegen indringers. De minister wil met deze F-16-landen ook bekijken of ze op termijn samen de JSF kunnen aanschaffen en training, onderhoud en ontwikkeling kunnen delen.
Hillen wil dat de Benelux-landen Europa een voorbeeld stellen. Door samen te werken zonder de eigen nationaliteit op te geven, kan Europa veel meer doen. Europa geeft veel meer uit aan Defensie dan Rusland, zei Hillen bij BNR, onder meer door dubbele commandolagen en structuren die niet nodig zijn.
De nauwere samenwerking in Europa, waarbij Hillen ook Groot-Brittannië, Duitsland, Polen en de Baltische landen op het oog heeft, moet ook veel „stomme dingen” op missies en oefeningen voorkomen. „Als je samen ergens bent en blijkt dat je niet via zendertjes met elkaar kunt praten. Dan heb je een domme fout begaan en ga je elkaar beoorlogen.”
Hillen erkent dat samenwerken betekent dat je als land een deel van je soevereiniteit opgeeft. „Als je intens samen oefent en tegen de tijd dat er geleverd gaat worden, je niet meer mee doet, dan is er voor niets geoefend.” Samenwerken is wat hem betreft verplichtend, niet vrijblijvend. „Dat is wat we ons goed moeten realiseren”, aldus de minister tegen BNR.