Commentaar: De kerk in het midden
Wie vandaag een nieuwe kerk bouwt, doet er goed aan grondig na te denken over een locatie. Die is ook niet zomaar gevonden.
Midden in een woonwijk is niet handig. De parkeerproblemen die rond de diensten kunnen ontstaan, geven ergernis bij bezoekers –die geen vrije plek kunnen ontdekken– en bij de omwonenden die hun straat zien volstromen met blik. Bovendien gaan steeds meer zondagse uitslapers bezwaar maken tegen het vroege klokgelui. Of er kan schade worden aangericht als de jeugd uit de buurt zich gedraagt als vandalen en met verfspuitbussen van de muren schilderijen maakt. Kortom, een kerk midden tussen de huizen bouwen, heeft zo zijn nadelen.
Veel kerkelijke gemeenten kiezen er daarom in goed overleg met de burgerlijke overheid voor om net aan de rand van woonwijken een nieuw gebouw te laten verrijzen. Daar is de overlast voor en mogelijk ook van omwonenden beperkt. Er is voldoende grond om parkeerplaatsen te realiseren. Bovendien is een kerkgebouw als blikvanger aan de rand van een woonwijk in planologisch opzicht en vanuit architectonische overwegingen vaak heel fraai. In veel dorpen en steden zijn op grond van bovenstaande argumenten kerkgebouwen aan de rand van woonwijken gebouwd.
Inmiddels blijken er ook steeds meer bezwaren te komen als kerken op de grens van woonwijken worden gepland. Zo brachten bewoners van de buurtschappen Kernhem en Doesburg bij het Gelderse Ede een heel pakket bezwaren in tegen de realisering van een kerkgebouw in het buitengebied van Ede. Zij vonden het gebouw niet passen in het landschap, vreesden parkeerproblemen en verkeersoverlast. En de 28 meter hoge toren zou misstaan in het landschap. Als klap op de vuurpijl beweerden ze ook dat doordeweekse activiteiten (vergaderingen, catechisaties en verenigingen) eerder op een bedrijventerrein thuishoren dan aan de rand van een woongebied.
De Raad van State heeft deze week al die bezwaren verworpen. Gelukkig maar. Alleen de teneur van de bezwaren geeft te deenken. Wat rommelt in de onderbuik van de samenleving komt vroeg of laat op de tafel van beleidsmakers. Daarom is met deze uitspraak de kous vast niet af.
Wie vanuit de lucht de plattegrond van oude steden of dorpen bekijkt, zal constateren dat de kerk het centrum van die plaats was. Alle wegen van buiten de stad naar het centrum kwamen bij de kerkdeur uit. Dat was geen planologisch plan, het was vanzelfsprekend dat dit zo gebeurde.
De kerk en vooral de toren was het oriëntatiepunt. Voor dwalers veraf in het vrije veld was het een kompas waarop zij zich richtten, voor mensen die dicht bij de toren stonden een richtingwijzer. Zij keken automatisch omhoog, waar het heil te vinden is.
Dat ligt vandaag de dag totaal anders. De kerk is naar de rand van de samenleving verdrongen. Niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk. Als die tendens zich doorzet zullen kerken inderdaad op bedrijventerreinen worden gebouwd. Hier en daar is dat al gebeurd. Dan kan men op zondag rustig slapen en door de week zich er niets meer van aantrekken. Bezwaren tegen kerkbouw zijn een veeg, veelzeggend teken.