In het verleden klonk vanuit politie en justitie regelmatig de kritiek dat uitslagen van forensisch onderzoek lang op zich lieten wachten. „Onze grootste klanten hadden daar last van en daarom hebben we daar de afgelopen jaren flink op ingezet”', aldus Tjin-A-Tsoi. Het NFI leverde in 2011 ruim 50.000 onderzoeksrapporten af.

De belangrijkste reden waarom onderzoeken bleven liggen, was de „onvoorstelbaar grote” achterstand van 18.000 zaken die het NFI in 2007 had. Die is vorig jaar definitief weggewerkt. De directeur zegt dat er nu veel betere afspraken liggen met politie en justitie over welke onderzoeken moeten worden geleverd en wat de levertijd daarvoor is.

Bovendien is het NFI veel efficiënter gaan werken, stelt Tjin-A-Tsoi. „Bijvoorbeeld bij onderzoek naar DNA-sporen op een broek of een bivakmuts. Dat gaat in allerlei stappen: bemonstering, het lab en een deskundige die daarnaar moet kijken. Vroeger zaten tussen die stappen wachttijden en die hebben we nu weten weg te werken.” Ook met de komst van steeds geavanceerdere technologie denkt Tjin-A-Tsoi nog winst te boeken.

De rek qua tijdwinst gaat er overigens wel langzaam uit, want „complexe onderzoeken kosten nu eenmaal tijd” . Volgens de directeur doet het sneller werken niets af aan de betrouwbaarheid. „De technologie is betrouwbaar en de winst in het voorkomen van wachttijden heeft daar ook geen gevolgen voor.”