Het Zwarte woud in de Venezolaanse bergen
Ogenschijnlijk weggestopt in de bergen van Venezuela ligt Colonia Tovar. Duitse migranten bouwden het stadje naar Schwarzwalder model. Toeristen komen er de kirschtorte eten en het Duitse bier drinken.
Caracas, de hoofdstad van Venezuela, is hectisch. De miljoenenstad ligt op een hoogte van 1000 meter, ingeklemd tussen de toppen van de Cordillera de la Costa, het Venezolaanse kustgebergte. Als een serpentine baant de stad zich een weg door de nauwe valleien, waarbij de krottenwijken –in de volksmond de barrios– de overgebleven ruimte optimaal benutten en aan weerskanten van het dal hun weg steeds hoger zoeken op de steile berghellingen.
Bedenk daarbij dat Caracas een van de gevaarlijkste steden ter wereld is en dat bovendien de zich ophopende vuilnis en de stinkende smog een zware wissel op de leefbaarheid van de stad trekken. Geen verrassing dus dat veel bewoners af en toe even willen ontsnappen aan het stadse leven.
Dat kan, de omgeving van Caracas biedt mogelijkheden. In de Cordillera de la Costa –die een groene long rond de stad vormt– is voldoende ontspanning mogelijk. Vooral tijdens de weekenden rijden veel Caraquenos vanuit de stad omhoog en nemen de afslag naar het nabijgelegen Colonia Tovar. De weg blijft maar stijgen, de ravijnen worden dieper en het lijkt alsof de weg steeds smaller wordt. De buschauffeur kent deze weg als geen ander, zo veel is duidelijk… Vaart houden is het devies. Op deze vervaarlijke wegen bij voorkeur geen hellingproef.
Bij de volgende bushalte stappen een paar scholieren in. Meisjes in fleurige jurken met blonde vlechten en blauwe ogen. Ze zien er niet uit als de gemiddelde Venezolaan. Het hulpje op de bus hoeft dan ook niet te vragen waar ze naartoe gaan. Colonia Tovar is de bestemming! Na meer dan een uur zwoegen bereikt de bus het hoogste punt en krijgt de reiziger uitzicht over een prachtige vallei waarin kriskras door elkaar witte huisjes staan, gebouwd in traditioneel Duits vakwerk.
Colonia Tovar. Voor het idee ligt het schilderachtige plaatsje mijlenver weg van het hectische Caracas op een hoogte van 2000 meter in frisse berglucht. Het had evengoed het zuiden van Duitsland kunnen zijn, een pittoresk dorpje in het Zwarte Woud.
Lange tocht
Colonia Tovar heeft een interessante geschiedenis. Rond het midden van de negentiende eeuw probeerde de Italiaanse wetenschapper Agustin Codazzi –in opdracht van Colombiaanse en Venezolaanse overheden– Europeanen te werven om onontgonnen gebieden te cultiveren. Codazzi vond deze migranten uiteindelijk in de Kaiserstuhl, een gebied in het Zwarte Woud op de grens met Frankrijk. De contracten werden getekend in herberg ”der Pfauen” in het dorp Endingen am Kaiserstuhl.
In 1843 vertrok een groep van 391 mannen, vrouwen en kinderen. Per boot ging het over de Rijn naar Straatsburg. Vandaar te voet verder, in 21 dagen naar de Franse kustplaats Le Havre, waar de groep de boot naar Venezuela nam, het avontuur tegemoet.
Na 112 dagen kwamen de dorpelingen daar aan en stichtten ze hoog in de Venezolaanse bergen, waar het klimaat aangenaam is, een nederzetting. Colonia Tovar, genoemd naar de donateur van het aan hen toegewezen stuk grond.
Colonia Tovar was vooral een Duits dorp. De zeden en gewoonten uit het moederland waren meegenomen. Zo werd er ambachtelijk bier gebrouwen, naar traditionele Duitse voorschriften. Inkomsten kwamen vooral uit de verbouw van groente en fruit en het bewerken van hout, zoals de kolonisten in de heimat hadden geleerd.
Onderling spraken de dorpelingen het Schwarwalder dialect uit de Kaiserstuhl. De huizen waren opgetrokken uit witte leem, met bruine houten balken; de kolonisten poogden een kopie te maken van Endingen am Kaiserstuhl.
Ook nu nog laat de architectuur in Colonia Tovar geen twijfel bestaan; het Duitse vakwerk overheerst. In het centrum van het stadje, op het kerkplein van de rooms-katholieke kerk, verraadt slechts een standbeeld van ”el libertador” Simon Bolivar dat de bezoeker hier niet in Duitsland, maar in Zuid-Amerika is.
De kerk kwam in 1862 gereed en werd later, wegens de groei van de kolonie, uitgebreid, zodat er twee parallelle schepen ontstonden. Naar aloude gewoonte werd er gescheiden gekerkt: het ene schip was bestemd voor het vrouwelijk deel der kerkgangers, het andere voor het mannelijk deel.
In de kerk –die tegenwoordig de Iglesia Catolica de San Martin heet– herinnert veel aan het verleden. Voor in de kerk staat het beeld van Sint-Maarten, beschermheilige van de kolonisten. Zij namen het beeld vanuit Endingen am Kaiserstuhl naar het verre Venezuela mee. Honderdzeventig jaar later staat het beeld er nog steeds.
Toerisme
Tot in de jaren zestig van de vorige eeuw leidden de dorpelingen een tamelijk teruggetrokken bestaan. Pas in 1964 kwam er een weg naar het dorp en werd het isolement doorbroken. De Tovarenos legden zich toe op het toerisme, met als gevolg dat vooral in de weekenden grote horden dagjesmensen zich laven aan tal van Duitse verwennerijen. In grote auto’s maken de veelal welgestelde Caraquenos de Calle Bertha Gutt en omgeving onveilig en verzieken de uitlaatgassen de frisse berglucht.
Velen bezoeken de plaatselijke restaurants en hotels, met klinkende namen als Klein Dorf, Edelweiss, Frankfurt, Freiburg, Waldhaus, Drei Tannen, Sillerbrunnen en Schwarzwald, en doen zich te goed aan ”Schwarzwälder Kirschtorte mit Schlagsahne” of ”Eisbein mit Sauerkraut”, alles geserveerd door meisjes in Schwarzwalder klederdracht.
Bij een controlepost van de Guardia Nacional Bolivariana, bij een van de toegangswegen naar het dorp, doen twee soldaten zich tegoed aan kaiserbrötchen met Duitse salami.
Bierstube
De bijna zestigjarige Juan Breidenbach zit op een terrasje voor restaurant Bierstube, te genieten van zijn Polar, het Venezolaanse bier bij uitstek. „Ach, het is een stuk minder smaakvol, maar wel veel goedkoper”, antwoordt Breidenbach in een moeilijk te volgen dialect. Breidenbach is nog een van de weinigen in het dorp die het Duits bijna dagelijks gebruiken.
Hoogduits spreekt Breidenbach niet en heeft hij ook nooit gesproken. Hij spreekt het zogenaamde ”Alemán Coloniero”, het Schwarzwalder dialect dat de eerste kolonisten spraken, inmiddels vermengd met Spaanse leenwoorden.
Het is weekend en Breidenbach kijkt eens om zich heen. Dagjesmensen banen zich een weg langs de talloze winkeltjes en auto’s rijden luid toeterend af en aan. Breidenbach heeft geen goed woord over voor al die drukte in zijn dorp. „We hadden nooit moeten toestaan dat hier een weg naartoe kwam”. Veel jonge Tovarenos spreken geen ”Alemán Coloniero” meer. Op school is sinds de Tweede Wereldoorlog alleen nog maar Spaans toegestaan.
Breidenbach ziet het met lede ogen aan. Hij is een van de weinigen die nog 100 procent Duits zijn. Vroeger waren gemengde huwelijken in de kolonie niet toegestaan, maar tegenwoordig is de bevolking van La Colonia grotendeels gemengd. „In de kleine nederzettingen, meer bergopwaarts, is de Duitse cultuur beter bewaard gebleven, spreekt men nog dialect en leeft men nog van wat het land hun geeft”, wijst Breidenbach in de richting van de groene berghellingen in de verte.
Tweespalt
Haidy Collin is werkzaam op het toerismekantoor. „Colonia Tovar heeft te maken met een tweespalt tussen enerzijds cultuur en traditie en anderzijds toerisme en commercie. Deze verhouden zich op dit moment niet goed tot elkaar. Toerisme en commercie zijn te veel ten koste van onze cultuur en tradities gegaan.” Collin zou graag zien dat er meer aandacht voor het Alemán Coloniero kwam en er meer culturele activiteiten georganiseerd werden. Deze raken steeds meer in onbruik door massatoerisme en gemengde huwelijken. „De oudere garde houdt nog angstvallig vast aan het culturele erfgoed, terwijl een groot gedeelte van de jeugd is vervenezolaand en niet meer geïnteresseerd is in bijvoorbeeld de Duitse taal.”
Juan Breidenbach heeft zich intussen genesteld aan de bar van de bierstube. Hoe ziet hij de toekomst van La Colonia? Zijn gelaatsuitdrukking verraad veel: „Somber.” „Somber”, herhaalt hij nog eens, terwijl zijn ogen naar de beeldbuis achter de toog afdwalen. „”Alo presidente”, het dagelijkse politieke praatprogramma van Venezuela met de excentrieke president Hugo Chavez in de hoofdrol, is op de buis. Er gaat in het dorp het gerucht dat ”el commandante” het wel ziet zitten om in Colonia Tovar een tweede residentie te laten bouwen.