Vrijwel in het hele land komt schade voor. De schade is het ergst in Flevoland en Noord-Holland, maar ook delen van Utrecht, de Betuwe en Brabant zijn getroffen. In Flevoland wordt een perenoogst verwacht van slechts 20 tot 30 procent van het normale niveau. Sommige ondernemers in Noord-Holland en Flevoland hebben zelfs helemaal geen oogst, meldt de NFO.

De exacte oogstverwachtingen zijn pas tegen de zomer vast te stellen. Maar uit de dode bloemknoppen blijkt nu al dat de oogst flink zal tegenvallen, aldus de NFO. „Door de natte herfst en de relatief hoge temperaturen in december en januari waren de bomen niet geheel in winterrust en daardoor gevoelig voor de vorst in februari.”

Behalve in dode bloemknoppen uit de vorstschade zich ook in inwendige bruinverkleuring van de stammen. Dit kan betekenen dat de fruitbomen het niet gaan overleven. De sector heeft daarom grote vrees voor uitval van bomen en fruitopstanden.

In dat geval is de schade nog veel groter, omdat de telers dan nieuwe bomen moeten aanplanten. NFO-voorzitter Johan van Haarlem houdt op dit punt echter een slag om de arm. „Misschien herstellen de bomen zich nog.”

Behalve bij peren is er volgens hem ook sprake van vorstschade bij appels en kleinfruit, zoals frambozen en bramen. De schade aan die gewassen is echter minder groot.

De NFO brengt de schade de komende maanden verder in beeld en beraadt zich op stappen om de gedupeerde telers te compenseren. „Dit moet opgelost. Daarover willen we praten met banken en overheden, van de gemeenten tot Europa”, aldusVan Haarlem.

Er is een verzekering tegen vorstschade, maar die is volgens de NFO-voorzitter nog in opbouw. Bovendien is de verhouding tussen premie en dekking volgens hem zo ongunstig dat deze verzekering geen soelaas biedt.

De NFO heeft nog geen duidelijk beeld van de vorstschade in andere Europese landen. Welke invloed de kleinere oogst zal hebben op de fruitprijzen, is volgens Van Haarlem nog niet te zeggen.