Cultuur & boeken

Zoon Joodse officier schrijft boek over oorlog

Een paar dagen nadat Siddeburen in 1945 was bevrijd, stopte een militaire stafauto voor de verzetsman die daar op wacht stond. Hij sprak geen Engels, maar tot zijn stomme verbazing verstond hij een van de officieren in de auto heel goed.

L. Vogelaar

10 April 2012 13:47Gewijzigd op 14 November 2020 20:25Leestijd 3 minuten
Ben van Hasselt met zijn verloofde op de motor, voor de oorlog. Foto uit besproken boek
Ben van Hasselt met zijn verloofde op de motor, voor de oorlog. Foto uit besproken boek

De militair vroeg hem: „Zeg, ken wie laangs ’t Schild noar ’n Daam tou?”„Most es heuren”, riep de Siddebuurder uit, „doar’s ’n Canadees dei Grunnens proat!”

Het was geen Canadees, het was Ben van Hasselt, geboren Appingedammer, als verbindingsofficier toegevoegd aan de Amerikanen. Zijn zoon Ron heeft nu een boek over hem geschreven.

Ben van Hasselt was van Joodse afkomst. Met het voorvaderlijke geloof had hij al jong gebroken. In de crisisjaren vond hij werk als onderwijzer in Glanerbrug, tussen Enschede en de Duitse grens. Hij hielp Joodse vluchtelingen de grens over en wist heel goed wat er in Duitsland met zijn volksgenoten gebeurde.

Toen de Duitse troepen op 10 mei 1940 het land binnenvielen, werd Van Hasselt gewekt door zijn –niet-Joodse– verloofde, Frouwkje Tromp. Samen vluchtten ze op zijn motorfiets. Het had wat voeten in de aarde om de kanalen en rivieren over te komen, want de bruggen waren opgeblazen.

In IJmuiden was er geen boot waarop ze meekonden naar Engeland. Uiteindelijk stapten ze met nog een stel in een roeibootje en roeiden de zee op. Een van de laatste vaartuigen waarin Nederlanders vluchtten, een vissersboot, pikte hen op.

Hoewel Van Hasselt pacifist was geweest, volgde hij in Engeland de officiersopleiding. Als stafofficier van het militair gezag arriveerde hij rond 11 september 1944 in Brussel. Hij was de eerste Nederlandse militair die het smalle strookje bevrijd Zuid-Limburg betrad. Onbedoeld was hij –precies anderhalve dag– de hoogste gezagsdrager in bevrijd Nederland.

In februari 1945 was hij even terug in Engeland, daarna trok hij met de troepen mee tijdens de bevrijding van Oost- en Noord-Nederland.

Vreugde over de gewonnen oorlog heeft hij nauwelijks gekend, omdat een deel van zijn achtergebleven familie bleek te zijn omgebracht. Van Hasselts moeder, twee broers met hun gezinnen en twee nichtjes waren opgepakt en vanuit Westerbork op transport gesteld naar een vernietigingskamp.

Van Hasselt keerde niet terug in het onderwijs, maar werd directeur van een puddingfabriek. Hij ging het zakenleven in en eindigde als schapenboer in Wehe-Den Hoorn.

Onzegbaar

Bens zoon, de auteur van dit boek, had een vrij zorgeloze jeugd. Toch was de oorlog er altijd, als een onbenoembare pijn: „Er was iets groots en onzegbaars gebeurd.” Op het Joods Digitaal Monument staan 68 slachtoffers van de Holocaust met de naam Van Hasselt. Ongeveer de helft van dat aantal behoorde tot Bens familie.

Stukje bij beetje ontrafelt de auteur de familiehistorie, en hij neemt de lezer mee tijdens die speurtocht. Er bleek veel meer te vinden te zijn dan hij tevoren dacht.

Ben van Hasselt woonde met zijn gezin in Groningen, waar slechts 120 van de 3000 Joden de oorlog hadden overleefd, en verhuisde later naar Zwijndrecht. De auteur schetst eerst het naoorlogse leven van zijn vader, en plaatst dat vervolgens tegen de achtergrond van het verleden. Het verleden dat er altijd was, ook als er niet over werd gesproken.


Boekgegevens

”De oorlog van mijn vader. Een halve familiegeschiedenis”, Ron van Hasselt; uitg. Profiel, Bedum, 2012; ISBN 978 90 529 4527 9; 232 blz.; € 19,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer