De vaste Kamercommissie voor onderwijs heeft donderdag besloten de behandeling van het wetsvoorstel over de eindtoets vanwege haar drukke agenda uit te stellen tot na het meireces. Daardoor lukt het niet meer 
om de wet nog voor de zomervakantie door de Eerste Kamer te laten behandelen. De Senaat heeft namelijk onlangs besloten wetsvoorstellen van na 27 april pas in de herfst te bespreken. VVD-Kamerlid Elias heeft eind vorige week gezegd dat hij hoopt dat de Eerste Kamer voor de eindtoetswet een uitzondering maakt.

Minister Van Bijsterveldt (Onderwijs) heeft via haar woordvoerder laten weten dat ze de Kamer zo snel mogelijk zal informeren over mogelijke vertragingen bij de invoering van de wet.

Met haar wetsvoorstel over de Citotoets wil Van Bijsterveldt basisscholen ertoe verplichten alle leerlingen van groep 8 in april een centrale eindtoets voor taal en rekenen te laten afleggen, in plaats van al in februari.

Ze wil daarmee leerlingen de gelegenheid geven zich langer voor te bereiden op de toets. Ze kunnen dan betere prestaties leveren. Ook hebben ze niet langer al in februari het idee dat hun werk op de basisschool erop zit.

De huidige Citotoets wordt de centrale eindtoets, waardoor het Drempelonderzoek, de Drempeltest, de IVO, de NDT, het Schooleindonderzoek en de NIO buiten de boot vallen.

De christelijke onderwijsadviesbureaus Centraal Nederland, Driestar Educatief, GH-GPC en het Ds. G. H. Kerstencentrum zijn ongelukkig met de wet. Het kabinetsvoorstel doet volgens hen niet alleen afbreuk aan de vrijemarktwerking, maar ook aan de vrijheid van onderwijs.

Voorzitter Geert ten Dam van de Onderwijsraad heeft in een reactie op de wet gezegd geen enkele reden te zien om één uniforme toets verplicht te stellen.

Van Bijsterveldts wetsvoorstel regelt ook een verplicht leerling- en onderwijsvolgsysteem. De Raad van State wees in zijn advies over de wet op de mogelijkheid van oneerlijke concurrentie: omdat het Cito de eindtoets levert, zullen scholen wellicht eerder kiezen voor het leerlingvolgsysteem en andere diagnostische toetsen van het Cito, waardoor dit instituut wordt bevoordeeld en een machtspositie kan krijgen.