Binnenland

Twaalf jaar celstraf in moordzaak Weert

De rechtbank in Roermond heeft dinsdag de 32–jarige Bert van E. (Esch) uit Weert veroordeeld tot 12 jaar gevangenisstraf. De rechtbank achtte hem schuldig aan doodslag op de 29–jarige Barbra de Jong. Zij werd vorig jaar september met een mes om het leven gebracht. De dader stak 32 keer op haar in.

ANP
12 August 2003 16:41Gewijzigd op 14 November 2020 00:29

De verdediging van Van E. gaat tegen de beslissing van voorzitter P. Frenay van de rechtbank in beroep. Het Openbaar Ministerie (OM) had 18 jaar gevangenisstraf geëist. Officier van justitie P. van Hilten ging uit van moord met voorbedachten rade. De rechtbank achtte de bewijzen daartoe onvoldoende.

Het stoffelijk overschot van Barbra de Jong werd op 16 september 2002 gevonden in de Zuid–Willemsvaart. Zij was sinds vier dagen spoorloos. Uit getuigenverklaringen bleek dat de Weertse op donderdagavond 12 september een ontmoeting had met Van E… De twee onderhielden een hechte vriendschap, in drie maanden stuurden ze elkaar 760 sms–berichten. De Jong wilde een einde aan haar relatie maken en Van E. was in zijn huwelijk evenmin gelukkig. „Barbra de Jong was de liefde van zijn leven", zei rechtbankvoorzitter Frenay dinsdag over Van E.

Omdat Barbra de Jong inmiddels een nieuwe man had leren kennen, zou er jaloezie in het spel zijn, meent de rechtbank. Bewijzen voor de betrokkenheid van Van E. bij de gewelddadige dood van Barbra de Jong werden niet gevonden. De auto waarin het drama zich zou hebben afgespeeld werd vakkundig gereinigd en vervolgens bij een autosloperij in België gestript. Getuigen hoorden van de broer van de verdachte over diens rol en stelden justitie met een anonieme brief op de hoogte.

„Uit het vonnis is geen enkel direct bewijs gebleken", zei advocate M. van Kollenburg, die in Roermond haar collega G. van Buuren verving. Het OM wil zich eerst beraden over te nemen stappen. Hoofdofficier van justitie B. Swagerman zei wel dat de rechtbank de bewijsconstructie van het OM grotendeels had gevolgd.

Verdachte Van E. legde in het vooronderzoek, naar mening van de rechtbank, „leugenachtige" verklaringen af. Tijdens de zittingen beriep hij zich op zijn zwijgrecht. Ook na het vonnis te hebben aangehoord, hulde de man zich in stilzwijgen. „U hebt de aantijgingen niet kunnen ontzenuwen", zei Frenay.

In deze zaak is eerder de voorzitter van de rechtbank gewisseld. Voorzitter F. Oelmeijer zat de eerste behandeling voor. Hij gaf daarbij officier van justitie P. van Hilten de gelegenheid om zijn verhaal te doen voor de lokale televisie Weert, maar het pleidooi van de advocaat mocht niet worden gefilmd. Van Buuren vond dat mogelijke partijdigheid en deed een geslaagd wrakingsverzoek.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer