Vereniging Het Edelhert: Sterke toename stroperij
APELDOORN – Vereniging Het Edelhert vraagt het Rijk om opheldering over de sterke afname van het aantal buitengewone opsporingsambtenaren (boa’s). Volgens de vereniging is dat een van de redenen waarom stroperij hand over hand toeneemt.
Het aantal gevallen van wildstroperij neemt de laatste jaren sterk toe, zo is te lezen in het verenigingsblad Het Edelhert dat gisteren uitkwam. Registreerden boa’s in 2009 nog 2789 gevallen van stroperij, vorig jaar waren dat er meer dan 3500.
De cijfers zijn maar het topje van de ijsberg, stelt de vereniging. De politie houdt geen cijfers bij en niet alle boa’s werken met het registratiesysteem.
In de grotendeels onbewaakte buitengebieden is de pakkans van stropers erg klein. Slechts in 10 procent van de gevallen lukt het groene opsporingsambtenaren om een dader aan te houden en proces-verbaal op te maken, aldus Het Edelhert. Dat aantal zal volgens de vereniging nog verder dalen omdat de boa’s een nieuwe, verplichte opleiding moeten volgen om hun opsporingsbevoegdheid te behouden.
Van de 1000 boa’s die er in Nederland zijn, hebben er 650 de bijspijkercursus doorlopen. Voor het verplichte traject van permanente bijscholing dat na de cursus volgt hebben zich nog maar 350 boa’s aangemeld.
Volgens degenen die afhaken, zijn de examens niet alleen weinig praktijkgericht, maar vooral ook duur.
Volgens de vereniging Het Edelhert betekent dit dat het aantal boa’s over enkele jaren zal zijn gehalveerd. „Wat volgens Den Haag had moeten leiden tot een verbeteringsslag is uitgelopen op een kaalslag in het groen handhavingsland. En dat laatste speelt vooral de stropers en andere lieden met slechte bedoelingen in de kaart.”