„Echt geen geld voor getuige zaak-Stoeltie”
ROTTERDAM (ANP) – Het Openbaar Ministerie (OM) had het in januari al gezegd, maar herhaalde maandag voor de rechtbank in Rotterdam nog maar eens dat de beschermde getuige in de afpersingszaak tegen onder anderen Hells Angel Harrie Stoeltie écht geen geld krijg van justitie. Diverse advocaten van Stoeltie en zijn medeverdachten wilden nogmaals van justitie horen dat er geen deal is gesloten met getuige Remko van L. en dat hem dus niets is beloofd in ruil voor zijn belastende verklaringen.
Van L. is wel een beschermde getuige, die sinds 2010 in een getuigenbeschermingsprogramma zit. Justitie draagt zorg voor zijn beveiliging.
Stoeltie staat met onder anderen Donald en Michel G. in Rotterdam terecht voor afpersing en witwassen. De verdachten hebben volgens het OM de afgelopen jaren in totaal meer dan 10 miljoen euro afgeperst van meerdere slachtoffers.
Het onderwerp was maandag tijdens een niet-inhoudelijke zitting bij de rechtbank in Rotterdam weer een heet hangijzer, omdat Remko van L. afgelopen weekeinde een brief schreef aan weekblad Vrij Nederland (VN), waarin hij zegt dat het OM zich niet aan de afspraken houdt. Van L. stelt dat justitie hem bedreigt en liegt. Ook schrijft hij volgens VN dat justitie verklaringen die hij heeft afgelegd, achterhoudt. Hij wil dan ook niet langer meewerken met het OM.
Van L. meldde aan VN dat hij niet alleen verklaringen over de afpersingszaak van Stoeltie c.s. heeft afgelegd, maar ook over Willem Holleeder en Dino Soerel. Die houdt het OM achter, aldus Van L.
De officier van justitie heeft niets gezegd over eventuele verklaringen over Holleeder en Soerel. Wel zei ze dat er een aantal getuigenverklaringen van Van L. niet in het afpersingsdossier rond Stoeltie zijn opgenomen, omdat die voor die zaak niet relevant zouden zijn. Alles wat de beschermde getuige heeft gezegd dat wel van belang is voor deze zaak, zit in het dossier, verzekerde het OM de rechtbank en de advocaten.
De advocaten hamerden op duidelijkheid over de status van Van L. omdat zij bang zijn voor „La S.-achtige praktijken.” Daarmee verwezen ze naar de vertraging en andere problemen die in het liquidatieproces Passage zijn ontstaan door fikse onenigheid tussen kroongetuige Peter la S. en het OM over de overeenkomst die zij hebben gesloten.