Cultuur & boeken

Rabbijn Van de Kamp: Debat rond rituele slacht toont geestelijk klimaat

Wat heeft een –mogelijk– verbod op het ritueel slachten de christelijke minderheid in Nederland te zeggen? Veel, zo stelt rabbijn Lody B. van de Kamp. „Ook het christendom zal moeten verdwijnen.”

27 March 2012 21:46Gewijzigd op 14 November 2020 20:09
Rabbijn Lody B. van de Kamp. Foto RD, André Dorst
Rabbijn Lody B. van de Kamp. Foto RD, André Dorst

Vijf minuten; meer heeft de Amsterdamse rabbijn niet nodig om uit te leggen wat de sjechieta, de koosjere slacht, precies inhoudt – en of het geen aantasting is van het dierenwelzijn. „Wanneer mij dan die vijf minuten worden gegeven, begin ik mijn verhaal.”

Heel wat keren kréég hij die vijf minuten in de achterliggende tijd, schrijft Van de Kamp in zijn ”Dagboek van een verdoofd rabbijn”, dat woensdagavond (28 maart) in Gouda wordt gepresenteerd. Maar vaak ook niet. „Aan één groep Tweede Kamerleden zou ik mijn verhaal niet kwijt kunnen. Een groot deel van deze parlementariërs had al in een heel vroeg stadium besloten dat het wetsontwerp van Marianne Thieme ondersteund moest worden. Dat waren de fracties van de Partij van de Arbeid, van de VVD, van de Partij voor de Vrijheid, van de SP, van GroenLinks en D66 en natuurlijk de twee leden van de Partij voor de Dieren. Al deze parlementariërs achtten zich in staat om een mening te vormen over koosjer slachten zonder te weten wat de methode inhoudt en welke kennis en vaardigheden de sjocheet zelf allemaal moet bezitten om het mes te mogen hanteren.”

Boos

„Verdoofd” was rabbijn Van de Kamp –die zelf het vak beheerst– dan ook toen de Tweede Kamer op 28 juni 2011 in overgrote meerderheid instemde met een verbod op het koosjer en halal slachten. Maar ook boos. „Tijdens een recent radio-interview werd mij gevraagd wanneer ik voor het laatst boos was. Over die vraag hoefde ik niet lang na te denken. Het was op die bewuste avond, onmiddellijk na de stemming in de Kamer. De voorzitter maakte de uitslag bekend: 116 Kamerleden stemden voor en 30 stemden tegen. (…) De camera’s draaien in de richting van de twee fractieleden van de Partij voor de Dieren. In een vlaag van waanzinnige vreugde omhelzen zij elkaar. Hun wetsvoorstel is aangenomen. Toen ik dat zag werd ik boos, ontzettend boos. Geen woord, geen gebaar van compassie of begrip voor hen die zich op datzelfde moment zo gekwetst en vernederd voelden. Alleen maar blijdschap bij de twee dames en hun achterban. Joden worden door ons parlement apart gezet. Apart, als middeleeuwse barbaren, kwelgeesten en dierenbeulen.”

Dit laatste was voor hem overigens reden om op 4 juli 2011 aangifte van „belediging” door vier politici te doen bij de politie Amsterdam-Amstelland. Drie dagen later had het openbaar ministerie het antwoord gereed: het zag geen reden tot het instellen van onderzoek of vervolging. De uitlatingen waarvan Van de Kamp aangifte had gedaan, zouden geen tegen hem gerichte belediging inhouden. „Als dit al het geval zou zijn, moeten zij worden geacht te zijn gedaan in een maatschappelijk debat van algemeen belang”, aldus het OM.

Voorlopig

Of het verbod op de rituele slacht er daadwerkelijk komt, is nog onzeker. Veel hangt af van de Eerste Kamer, en die toonde zich tot nu toe behoorlijk kritisch over het wetsontwerp van Thieme. Vanwege vervroegd zwangerschapsverlof van de PvdD-fractieleider kon de stemming op 24 januari niet doorgaan; naar verwachting heeft deze nu plaats in mei. Van de Kamp: „Hoe het uiteindelijk gaat aflopen weten we dus niet. Als het wetsvoorstel door de Eerste Kamer wordt weggestemd, zijn we voorlopig van de problemen af. Voorlopig. Mevrouw Thieme heeft immers aangekondigd met een nieuw wetsvoorstel te komen.”

De orthodoxe rabbijn is er dus bepaald niet gerust op – en dat heeft alles te maken met wat zaterdag ook uit een onderzoek van deze krant bleek: bijna drie op de vier Kamerleden zijn het eens of een beetje eens met de stelling dat religieuze argumenten in een politiek debat nooit doorslaggevend mogen zijn. Na tal van gesprekken, debatten, interviews, komt Van de Kamp tot dezelfde conclusie: „Godsdienst is verdwenen uit het gezichtsveld van veel Kamerleden. En de geschiedenis van de Joodse gemeenschap lijkt bij de overgang naar het huidige millennium, al dan niet gemakshalve, vergeten te zijn.” Vergeten lijkt, bijvoorbeeld, ook de ”Bekanntmachung” die eens op de deuren van de sjoel in de Amsterdamse Jodenbuurt was geplakt: ”Het is de Joden verboden hun gevogelte en vee ritueel te laten slachten”. En een dag later: ”Het is de Joden verboden hun nieuwgeboren jongens te laten besnijden”.

„Ik weet het”, schrijft hij, „dat was toen, en niet nu. Toen was het antisemitisme, nu is het de secularisatie.” Maar what’s in a name?

Het lijkt daarom een „illusie” om te denken „dat we het ritueel slachten in ons land nog langer kunnen veiligstellen.” In enkele steekwoorden typeert Van de Kamp dan het „Nederland in de 21e eeuw”: „De zondagsrust is omstreden en geen stadscentrum kent op de dag des Heeren de stilte van een leeg parkeerterrein. Om de zuilen waarop de hedendaagse samenleving rust –socialisme, vrijheid, links, rechts, groen en paars– te kunnen laten ontstaan, werden de bestaande confessionele zuilen omgehakt.” En verrees een nieuwe: die van de islam. „Een zuil met culturen die onze Hollandse windmolens hopeloos op hol doen slaan”, en die ook het debat over de koosjere slacht stempelt.

Christendom

Eigenlijk zou elke parlementariër, predikant, docent maatschappijleer, geschiedenis of godsdienst dit „dagboek” tot zich moeten nemen. In 27 korte hoofdstukjes biedt rabbijn Van de Kamp een helder overzicht van de ontwikkelingen in het debat over de rituele slacht en hoe hij en de (orthodox-)Joodse gemeenschap dit beleven. Maar hij peilt ook het maatschappelijke, geestelijke en –als gevolg daarvan– politieke klimaat in Nederland anno 2012. En dat voorspelt voor de kleine Joodse gemeenschap weinig goeds. „En het christendom? Ja, ook dat zal moeten verdwijnen. De seculiere krachten zijn echter nog niet in staat om het christendom ook al aan te pakken. Daarvoor is kerkelijk Nederland nog te groot.”

Opmerkelijk is overigens hoe positief rabbijn Van de Kamp –tot oktober vorig jaar raadslid voor het CDA in Amsterdam-Zuid– in het algemeen tegen het christendom in Nederland aankijkt. Over een gesprek dat hij had met staatssecretaris Bleker (CDA) over de rituele slacht: „Het CDA heeft mij laten zien dat er wel degelijk plaats is voor Joodse burgers binnen een politieke partij die de ”C” van ”christelijk” in haar naam heeft. Ook Joodse belangen worden daar zorgvuldig beoordeeld. Ondanks, of misschien juist door die C.”

koosjere slacht

Dagboek van een verdoofd rabbijn, persoonlijke notities bij een politieke aardverschuiving, Lody van de Kamp; uitg. Boekencentrum, Zoetermeer, 2012; ISBN 978 90 239 20434; 155 blz.; € 16,90

Presentatie

„Verdoofd” rabbijn Lody van de Kamp (63) presenteert zijn „dagboek” woensdagavond 28 maart in het Conservatief Café –stadscafé De Zalm– aan de Markt in Gouda. Eerste Kamerlid Terpstra (CDA) neemt het eerste exemplaar in ontvangst. Vervolgens zou de auteur in debat gaan met onder anderen Hans Beck, regiocoördinator Gouda en omstreken van de Partij voor de Dieren (PvdD). Vanuit het partijbureau en de Tweede Kamerfractie van de PvdD heeft die echter te horen gekregen dat hij niet over de rituele slacht in discussie mag gaan.

De gang van zaken onderstreept nog eens dat Van de Kamp geen onzin verkoopt als hij schrijft „dat we met enkele fracties nauwelijks in gesprek konden komen, juist de fracties waarmee zo veel te praten viel.”

Meer over
Rituele slacht

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer