Gehandicapten geven informatie op school
„Dit is echt een leuke morgen. Het is leerzaam en we doen nog leuke dingen ook.” Ningna en Lisa uit groep 8 van openbare basisschool De Zandheuvel in Asperen hebben het prima naar hun zin tijdens het GIPS-project. „Wat we het leukst vinden? Het rijden in de rolstoel, maar het lopen met een blinddoek is ook gaaf. Moet je met een stok voelen waar je bent.”
Vrijwilligers van het Gehandicapten Informatie Project Scholen (GIPS) kwamen inmiddels al een keer of 25 in actie op basisscholen in en rond Leerdam. Tot aan de zomervakantie volgen er nog circa tien presentaties. Het project slaat zo aan in de regio dat er ook voor komend cursusjaar al afspraken zijn gemaakt.
De vrijwilligers werden begin dit jaar tot hun eigen verbazing winnaar van de Leerdamse stadsrechtenprijs, die wordt gegeven aan nieuwe initiatieven die verrijkend zijn voor de samenleving. Daarmee liet het kleinschalig opgezette GIPS grote plaatselijke projecten achter zich waarmee massa’s mensen op de been werden gebracht en veel geld voor goede doelen bijeen werd gebracht.
Coördinator Elza Visser is even verbaasd als verheugd over het succes van GIPS. „Wie had dat kunnen denken toen we begonnen.” De circa tien vrijwilligers –zelf gehandicapt– zijn blij met de waardering. „Op deze manier buigen we onze handicap om naar iets positiefs. Dat willen we ook in onze bezoeken aan de scholen benadrukken. We gaan niet uit van onze beperkingen, maar proberen onze mogelijkheden optimaal in te zetten. Dat vertellen we aan de kinderen en we hopen dat die boodschap zich verspreidt. Zolang we gezond zijn, blijven we daar onze energie in steken.” Visser: „We vullen elkaar ook prachtig aan. Ik zit in een rolstoel en wordt geduwd door een slechtziende. Zij rijdt mij, ik wijs haar de weg.”
Openhartig
Doel van het project is om bij basisschoolleerlingen van groep 7 en 8 begrip en hulpvaardigheid te kweken voor gehandicapten. Daarvoor komen de vrijwilligers naar de scholen, laten de kinderen opdrachten doen en vertellen in een kringgesprek over hun beperking. „We hebben het hele assortiment in de aanbieding: blinden, slechthorenden, mensen met een spierziekte”, lacht Visser.
De vrijwilligers spreken openhartig over hun eigen handicap. En luchtig. Dat zorgt voor een ontspannen sfeer in de klas. En voor tal van ontwapenende reacties van de schooljeugd. „„Dat rijden in een rolstoel is best gaaf. Eigenlijk een makkie”, vond een jongen. „Maar ik ben toch blij dat ik er weer uit mag, hoor”, zei hij er meteen achteraan. Je hoort prachtige opmerkingen: „Zijn jullie echt of nep”, vroeg laatst een leerling.”
Dammen zonder handen
Ook op De Zandheuvel zit de sfeer er goed in. In de hal van de school is het een drukte van belang. De leerlingen zijn bezig met de veertig opdrachten die Elza Visser, Lenie Stift, Marijke Holweg en Irma van Kleij hebben klaargezet. „Ik stond al vroeg uien te snipperen, en dat op m’n nuchtere maag”, lacht Visser. Die uien waren voor de ruikopdracht. „Blinden weten niet of melk over de datum is. Daarom moeten ze goed kunnen ruiken”, leggen Beau en Noemi uit. In de praktijk blijkt hoe lastig dat is. „Wat is dit nou? Oh ja, azijn. En dit lavendel.”
Verderop ademen leerlingen door een rietje en merken hoe benauwd astmapatiënten het hebben. Anda en Nicky dammen zonder hun handen te gebruiken: de stenen worden met een spriet aan een hoofdband verplaatst. „Lastig hoor. Je moet zo goed mikken. Bovendien: ik kan niet eens dammen.” Anderen rapen met een zogenaamde ”helpende hand” potloden of papier van de vloer op of proberen –voelend– voorwerpen in zakjes te herkennen.
Juf Riksen geniet met volle teugen van de inzet van haar klasje. „Na de Cito-toets proberen we zo veel mogelijk leuke activiteiten te doen. Daarvoor ben je vooral bezig met rekenen en taal en schieten dit soort zaken erbij in. Dit is een mooi project: de leerlingen leren hoe het is om gehandicapt te zijn. Dat zorgt voor betrokkenheid en begrip voor de ander.”
Rolstoel
Het praktische gedeelte zit er bijna op; het uurtje is omgevlogen. „Wie heeft er nog niet in de rolstoel gezeten en moet nog met de stok lopen?” vraagt Visser. Want dat zijn trekpleisters die de leerlingen écht gedaan moeten hebben. Uiteindelijk komt iedereen aan de beurt. Leerlingen blijven zelfs in de pauze binnen om nog wat extra rondjes te rijden.
De rolstoel went snel. Al moeten de pylonen het bij de bochtjes ontgelden. „Even achteruit, nu naar voren en gas geven maar. Prima”, prijst Visser. Om direct daarop te waarschuwen: „Let op bij het uitstappen. Als je dat te wild doet, maak je zo een buikschuiver.”
Tessa zoekt intussen geblinddoekt met de rood-witte taststok de uitgang van de school. Reuze-eng, zo in het donker. „Ik vind het zelf ook lastig. Zeker in een vreemd gebouw”, zegt vrijwilligster Stift. Voetje voor voetje bereikt het meisje de uitgang. Aarzelt als ze met de stok een kozijn raakt; tilt haar voet hoog op bij een dorpel. „Je bent er. Goed gedaan, meid.”
Kijken door een koker
Na de pauze nemen de GIPS-vrijwilligers de opdrachten met de klas door. Humor: een van de doosjes bij de reukproef was leeg. Maar Oliver heeft toch echt sandwichspread geroken. Visser: „Wat goed van je. Ik heb daar vanmorgen een boterham mee belegd en daarna de spullen ingepakt. Die geur is blijven hangen.”
De vrijwilligers krijgen een spervuur van vragen over zich heen. Ook over hun eigen handicap. Stift vertelt dat ze steeds slechter ziet. „Ik kijk als het ware door een koker. Vroeger zag ik de stoepranden als ik fietste. Nu niet meer. En in een grote supermarkt is het soms lastig om alle spullen te vinden. Ook raak ik het pad wel eens kwijt. Als ik duidelijk aangeef dat ik slecht zie, helpen de mensen wel.”
Dat roept de vraag op of je een gehandicapte altijd moet helpen. „Als ze het vragen wel, natuurlijk. Maar het lijkt me ook irritant als ze steeds aan je hoofd zeuren”, veronderstellen de leerlingen. Hulpvaardigheid kan ook doorschieten, beamen de vrijwilligers, en ze vertellen dat een van hen door een voorbijganger naar de overkant van de weg werd geleid zonder dat dit de bedoeling was. „Even vragen kan nooit kwaad.”
Onpraktisch
Vrijwilligster Holweg oogt kerngezond. „Dat is het probleem met reuma. Dat zie je niet aan de buitenkant.” Haar aangepaste schoenen met strepen maken indruk op de jeugd. „Stoer: een oma op Adidasschoenen.”
Visser vertelt over haar strijd nadat ze verlamd raakte. „Hoofd en lichaam luisterden niet meer naar elkaar. Maar ik heb veel geoefend. Ik kan weer bewegen. En rechtopzitten.” Praktisch probleem: „Die mode van statafels op verjaardagen vind ik niks. Ik krijg een stijve nek van het omhoog kijken.” En: „Soms spreken mensen gehandicapten niet aan. Vragen ze in de winkel aan m’n man wat ik moet hebben. Dat komt doordat ik in een rolstoel zit. Je maakt moeilijker oogcontact.”
Dat zal de leerlingen van de Zandheuvel niet gauw gebeuren. Op de vraag of een gehandicapte medeleerling mee mag naar het zwembad is het antwoord simpel. „Tuurlijk, je mag iemand niet buiten sluiten vanwege z’n handicap. Maar we moeten wel even vragen of-ie kan zwemmen en of z’n ouders het goed vinden.”