Elf auteurs beschrijven Lloyd-Jones zoals hij werkelijk was
Doorgaans is het de dokter die zijn patiënt onderzoekt en de diagnose stelt. In ”Engaging with Martyn Lloyd-Jones: The life and legacy of ‘the Doctor’” gebeurt het omgekeerde; ”The Doctor” zélf wordt postuum nagezien op kwalen en mankementen.
Het verhaal gaat dat de Engelse 16e-eeuwse staatsman Oliver Cromwell ooit erg ontstemd was toen hij zijn eigen geschilderde portret zag. Hij stond er veel te mooi op! Hij bitste de portretschilder toe: „Je moet me schilderen zoals ik ben, met wratten en al!” Op zo’n manier beschrijft dit boek de Engelse theoloog en predikant Martyn Lloyd-Jones (1899-1981) ”met wratten en al” oftewel met al zijn lek en gebrek.
Echter, niet alleen worden zijn fouten gescreend; ook het gave en gezonde komt aan het licht. In dit boek, dat functioneert als een soort spreekkamer, wordt Lloyd-Jones’ geestelijke gezondheid op elf onderdelen getest. De lezer mag meekijken. Zo’n toeschouwersrol is spannend, pikant en soms welhaast onbehoorlijk.
Het keurige en overzichtelijke Engelstalige boekwerk wordt in letterlijke en figuurlijke zin gesierd door een voorwoord van de Canadese theoloog J. I. Packer. Als broeder en medestrijder verhult hij vroegere onderlinge twist niet, maar bezingt Lloyd-Jones als „een grootse man.”
Elf auteurs, die allen iets met Lloyd-Jones hebben, leverden een bijdrage. De een doet dat ietwat minutieuzer en met wat meer overtuigingskracht dan de ander. Niet alle ”testen en uitslagen” zijn voor Nederlandse kerkmensen even interessant. Toch –ook al kennen wij niet een fenomeen als de anglicaanse staatskerk– blijkt Lloyd-Jones’ aanbeveling en raad tot kerkelijke afscheiding en het theologisch dispuut over samengaan van gelijkgezinden een actueel strijd- en leerpunt. Andrew Atherstone beschrijft deze materie in hoofdstuk 10.
Lloyd-Jones’ visie op kerk en gemeente wordt wat meer inzichtelijk als wordt beschreven hoe hij omging met het protestantse verleden (hoofdstuk 11). Historicus prof. John Coffey beschrijft de waardering van Lloyd-Jones voor Calvijn, de puriteinen en de geestelijke leidslieden van de 18e eeuw. Dat doet hij omstandig en diepgravend in een lezenswaardige, maar kritische bijdrage.
Uit een essay getiteld ”Lloyd-Jones en Karl Barth” wordt duidelijk dat de Engelse predikant geenszins afkerig was van studie en geleerdheid. Aan de hand van onlangs ontdekte persoonlijke aantekeningen in het boek ”Christus en Adam” blijkt dat Lloyd-Jones de titaan Barth wel aandurft. Vraag- en uitroeptekens in de kantlijn zijn het bewijs van zijn studiezin, eruditie en scherpzinnigheid.
Uitermate boeiend is het onderzoek naar Lloyd-Jones’ visie op de charismatische beweging in het algemeen en de geestesgaven in het bijzonder. Naar opnieuw blijkt, eigenen zowel neocharismatici als gereformeerd-evangelicalen zich de erfenis van ”the Doctor” toe. In hoofdstuk 4 wordt dit op spannende en intrigerende wijze besproken.
Philip. H. Evan wijst in een hoofdstuk over Lloyd-Jones en de predikantsopleiding op een zekere ambivalentie in zijn oordeel dienaangaande. Lloyd-Jones hecht aan degelijke theologische kennis en kunde en toch is hij vuurbang voor de steriliteit van kamergeleerdheid. Hij is ervan overtuigd „dat predikers niet worden gemaakt, maar dat ze worden geboren.” Toch is het juist en vooral the Doctor zelf die als medeoprichter getuige is van geboorte en groei van London Theological Seminary. Evenals zijn voormalige stadsgenoot C. H. Spurgeon was hij niet formeel academisch-theologisch gevormd. Toch richtte hij, net als Spurgeon, een seminarie op dat zich geheel richtte op de vorming en scholing van predikanten en kerkelijk werkers.
Prachtig en leerzaam zijn tot slot de bijdragen over ”opwekking en prediking”. Een verlangen en hunkering naar een geestelijke herleving doortrekt Lloyd-Jones’ gehele levenswerk. Steeds beklemtoont hij de noodzaak van de doorwerking van de Heilige Geest in het persoonlijke en kerkelijke leven. Bij uitstek blijkt en blijft de prediking het aangewezen middel en instrument dat de Heere daarvoor gebruiken wil. In het hoofdstuk dat gewijd is aan ”de teloorgang van de prediking” wordt deze zaak voornamelijk vanuit de lezingenbundel ”Preaching and Preachers” (1971) belicht.
De geïnteresseerde lezer spelt dit boek als een spannende ‘doktersroman’. Het is een uitmuntend geneesmiddel voor wie denkt dat the Doctor onfeilbaar is of voor wie op voorhand alleen zijn gebreken weet aan te wijzen. Neem en lees. Wie dat doet, kan er alleen maar beter van worden.
Boekgegevens
”Engaging with Martyn Lloyd-Jones: The life and legacy of ‘the Doctor’”, door Andrew Atherstone & David Ceri Jones (red.); met voorwoord van J. I. Packer; uitg. Apollos/IVP, Nottingham, 2011; ISBN: 978 1 84474 553 1; 376 blz.; £ 16,99.