Politiek

Moderne religie: een halfleeg glas

Hoewel het geen geheim is, zullen veel Nederlanders niet weten dat het heeft plaatsgevonden. Juist daarom is het nuttig dit voorval aan de vergetelheid te ontrukken.

23 March 2012 23:33Gewijzigd op 14 November 2020 20:06
Opstelten. Foto ANP
Opstelten. Foto ANP

Het gebeurde op die gedenkwaardige maandagavond, nadat Pim Fortuyn rond 18.00 uur in de middag in koelen bloede was doodgeschoten. Om zijn medeleven te betuigen met de zwaar aangeslagen raadsfractie van Leefbaar Rotterdam, begaf burgemeester Opstelten zich in de loop van de avond naar de fractieruimte van de leefbaren.

Daar aangekomen, vroeg een van de fractieleden of de VVD’er misschien met hen wilde bidden. Dat wilde de remonstrant Opstelten wel, en in de geladen sfeer van die avond sprak hij, met instemming van alle aanwezigen, hardop het Onze Vader uit. Dat had een troostende uitwerking en een samenbindend effect.

Het voorval is daarom zo interessant, omdat het laat zien dat religie, hoe geseculariseerd ons land ook zijn mag, in Nederland niet gehéél is verdwenen. Noch uit de privévertrekken van mensen, noch uit de samenleving, noch uit de politiek. Maar de rol die het christelijk geloof in de maatschappij speelt, is wel substantieel kleiner dan vroeger. Het geloof doortrekt niet meer automatisch het hele leven, maar steekt nog slechts af en toe, op bijzondere momenten, de kop op.

Dit maakt het voor Bijbelgetrouwe christenen soms lastig tot een goed oordeel over de gegroeide situatie te komen. Moeten zij, met het CDA, blij zijn dat, hoewel de kerken zijn leeggestroomd, er nog veel religieus besef over is? Moeten zij proberen om in de politiek al die mensen te bundelen die, bewust of onbewust, nog altijd uitgaan van een in essentie christelijk normen-en-waardenpatroon?

Wie zo redeneert, stelt zich positief op en richt zijn blik, om zo te spreken, op het halfvolle glas. En daar valt iets voor te zeggen. Maar er zijn evenveel redenen om toch ook te blijven kijken naar het halflege glas.

Wat dit laatste betreft, maakte defensieminister Hillen onlangs, op een bijeenkomst van het Conservatief Café in Gouda, een treffende opmerking. De rooms-katholieke CDA’er riep in herinnering hoe hij jaren geleden een requiemdienst bezocht en op het programma las dat het bekende, uit de middeleeuwen stammende ”Dies irae, dies illa” (”O, die dag, de dag der wrake”) níét ten gehore zou worden gebracht. „Vroeger dachten wij dat God een God van toorn was”, las Hillen tot zijn verbazing, „maar nu weten wij dat dit niet zo is. God is een God van liefde.”

Hij stond perplex. „Vroeger dáchten wij…, maar nu wéten wij… Wat een arrogantie!”

De ervaring van Hillen in de requiemdienst geeft in een notendop weer wat een grote omslag er in christelijk Nederland in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw heeft plaatsgevonden. Over toorn en straf mocht niet meer gesproken worden, alleen nog over liefde en acceptatie. Door het tijdperk van de plichten kon, dacht men, definitief een streep en naar het tijdperk van de rechten kon vrolijk de steven worden gewend.

Wat de gevolgen daarvan waren, hebben we geweten. Vrijheid verwerd tot vrijblijvendheid, onverschilligheid, onverantwoordelijkheid en bandeloosheid. De ieder-voor-zichmentaliteit nam een hoge vlucht, huwelijkstrouw werd een achterhaald begrip, kinderen werden van de vrije seksuele moraal en het scherp gestegen aantal echtscheidingen de dupe.

De in de ”roaring sixties” ingezette omslag had nog een belangrijk gevolg. Voor het denken en doen van een kleine groep Bijbelgetrouwe Nederlanders kreeg de seculiere of vaag-religieuze meerderheid steeds minder begrip.

Een door deze krant uitgevoerd onderzoek onder de leden van de Tweede Kamer onderstreept die observatie. Hoe kijkt u aan tegen religie? Positief, antwoordt 61 procent van de parlementariërs. Bent u het eens met de stelling dat religieuze argumenten in een politiek debat nooit doorslag­gevend mogen zijn? Ja, antwoordt een meerderheid van diezelfde mensen die over godsdienst zo positief zijn.

De conclusie valt moeilijk te ontlopen: religie is prima, maar houd die a.u.b. voor 100 procent voor uzelf. Díé houding maakt dat het glas van het religieuze gehalte van de Nederlandse samenleving en politiek toch vooral als halfleeg bestempeld moet worden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer