Opinie

Opnieuw de SGP

Ik had mij nog wel zo voorgenomen om in deze rubriek niet meer over de SGP te schrijven. Ook in dit geval gaat echter het bekende gezegde op: Zeg nooit nooit.

Prof. dr. W. J. op ’t Hof
22 March 2012 09:23Gewijzigd op 14 November 2020 20:03

Wat was het geval? Na mijn recente hartinfarct kreeg ik van de kant van de medici te horen: kalmer aan doen en meer tijd voor jezelf nemen en voor ontspanning. Maar wat moet je dan doen, of moet je dan helemaal niets doen? Mijn vrouw voelde er wat voor om naar de familiedagen in Hardenberg te gaan en ik, hoewel niet zo’n beursman, dacht: Waarom niet? Je kunt daar gratis eten en drinken. Voor een zuunige Zeeuw is dat heel wat. Bovendien houd ik wel van jonge ondernemers die het lef hebben op te boksen tegen gevestigde instituties. Dus wij naar Hardenberg.

Al rondslenterende had ik ze algauw opgemerkt: intellectueel uitziende, zelfverzekerde jongeren die opzichtig getooid waren met een oranje sjaal. Dat kon niet missen: de SGP-jongeren. Nu ben ik op een aantal maanden na bejaard, dus tot mijn geruststelling gaf niet een van die jongeren er blijk van mij te kennen. Bovendien probeer ik de helft van de mij ten dienste staande tijd anderen wegwijs te maken in de geschiedenis van ons verre geestelijke voorgeslacht. Gepensioneerden zijn geïnteresseerd, maar jongeren voelen zich niet door de geschiedenis aangesproken. Ik dacht dat ik incognito en derhalve ongehinderd mijn slentergang kon vervolgen.

Maar ik had buiten de waard gerekend. Opeens schoot er iemand van achteren naast mij en ik hoorde een stem vragen: „U bent geen lid van de SGP?” „Dat klopt”, antwoordde ik. Maar aan het gezicht en de houding van mijn vrouw begreep ik dat er een miscommunicatie plaatsvond. Door het geroezemoes en het lawaai waarmee zo’n beurs gepaard gaat, en –naar ik eerlijk moet bekennen– door de toenemende afname van mijn gehoorvermogen, had ik het verkeerd verstaan, want de stem had gevraagd of hij mij geen lid van de SGP kon maken.

Op het moment dat de stem voor mij een gezicht kreeg, was de eerste gedachte die door mij heen schoot: „Een tweede zuunige Zeeuw.” Het was geen jongere, geen politiek zwaargewicht, maar de lichtvoetige –dat is iets anders dan luchthartige– propjesschieter uit het Haagse Binnenhof die mij aanschoot. Te midden van het beursgewoel ontspon zich een kort en krachtig gesprek.

De lezer die enigszins van de situatie op de hoogte is, zal begrijpen dat de Haagse voorlichter van de SGP en ondergetekende niet op één lijn zaten. Toch was het een ontspannen en zelfs prettig gesprek, waarin wel over en weer geschoten werd, maar niet eens met losse flodders, maar met propjes. Breekpunt tussen de SGP en mij was ooit het nieuwe vrouwenstandpunt en wat daarachter stak, namelijk angst voor de rechter. Niet dat ik daarvóór al geen kritiek had. De fascinatie voor aantallen en het koketteren met de SGP-jongerenorganisatie als de grootste van alle politieke partijen bijvoorbeeld, vond ik nu niet bepaald uitingen van Bijbels geloofsvertrouwen. Tevens betreurde ik de steeds grotere nadruk op de praktische politiek ten koste van het Bijbelse getuigenis.

Later zijn daar nog bij gekomen het loslaten van de term theocratie en het nieuwe mediabeleid. In deze rubriek heb ik wel eens gesuggereerd dat de SGP zich op diverse punten zou kunnen spiegelen aan de PVV. Dat is mij niet in dank afgenomen. Maar ik blijf het betreuren dat allerlei thema’s die de SGP vanuit de Schrift en de belijdenisgeschriften stevig neer had kunnen zetten –bijvoorbeeld islamisering, doodstraf, Europa– door de PVV opgepakt werden.

In het pittige gesprekje op de beursvloer in Hardenberg kwam de PVV al snel ter sprake. Ik proefde zoals zo vaak de onuitgesproken vraag: „Wat zou die Urker dominee nou eigenlijk zelf stemmen? Bij de laatste verkiezingen zijn op het SGP-bolwerk Urk meer dan duizend stemmen naar de PVV gegaan. Die Urker predikant had dat van tevoren voorspeld. Zou hij zelf…?” Ik aarzelde even, maar ik vond de poging van de propjesschieter zo aandoenlijk en hartverwarmend, dat ik mijn aarzeling overwon en hem een primeur gaf. Wat slechts mijn gezinsleden weten, gaf ik hem toen te kennen, namelijk dat ik nog altijd SGP gestemd heb, ook al moet ik er eerlijkheidshalve bij zeggen dat de laatste jaren de drang maar thuis te blijven soms erg groot was.

Tijdens ons gesprekje gaf ik aan dat ik een aantal personen kende, onder wie juist ook jongeren, die om principiële redenen afgehaakt zijn. Daarover sprak ik mijn grote verdriet en teleurstelling uit. Als mensen die zich in alles willen laten leiden door het Woord van God zoals het staat geschreven en zich niet laten meeslepen door de waan van de dag, zich uit een partij als de SGP terugtrekken of zich daarvan afzijdig houden, is dat niet alleen een droevige, maar ook een veelbetekenende zaak. Tot dusver had ik het enkel meegemaakt dat mijn waarneming weersproken of gebagatelliseerd werd. Tot mijn verwondering ondernam mijn gesprekspartner daartoe geen enkele poging, maar gaf hij dat ruiterlijk toe. Nog beter uitgedrukt: hij gaf dit als Binnenhofgentleman ridderlijk toe. Goed Zeeuws, goed rond.

Toen wij aan het eind van de korte ontmoeting elkaar ten afscheid de hand gaven, hoorde ik mijn gesprekspartner zeggen dat hij misschien in De Banier erop terug zou komen. Zoals gezegd ben ik wat hardhorend, dus misschien heb ik het verkeerd begrepen.

De auteur is predikant van de hersteld hervormde gemeente te Urk en bijzonder hoogleraar aan de VU te Amsterdam vanwege de Hersteld Hervormde Kerk. Reageren? goedbekeken@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer