Heroverweeg rol staatshoofd én premier bij formatie
Om meer recht te doen aan de stem van de gewone burger pleiten Niels Rijke en Stèphan Meijer voor een verandering van de rol van de koningin bij de kabinetsformatie en voor een verkiezing van de minister-president door de Kamerleden.
Een ruime meerderheid van de Tweede Kamer wil dat het parlement zelf het initiatief neemt bij een kabinetsformatie (RD 20-3). Het jongste voorstel van GroenLinks hiertoe, dat een aanpassing is van een eerder voorstel van D66, krijgt royale steun. Alleen de christelijke partijen en de VVD zijn tegen.
Het voorstel voor een kleinere rol van de koningin bij de formatie is zeker niet nieuw. De Kamer heeft sinds de motie-Kolfschoten uit 1972 de mogelijkheid om zelf het initiatief te nemen in de kabinetsformatie. Dat is tot dusver nooit gebeurd.
De roep om hervorming van destijds is hiermee echter niet weggeëbd. Afgelopen maand heeft ook PerspectieF, de jongerenorganisatie van de ChristenUnie, gepleit voor hervorming van de kabinetsformatie. Het is namelijk een feit dat formatieprocessen steeds moeilijker verlopen.
Door de versnippering van het politieke landschap duurt het proces van de formatie steeds langer. Een transparante aanpak van het formatieproces zou ook goed zijn om burgers meer zicht te geven op wat er met hun stem gebeurt na de verkiezingen.
Dit alles kan op een andere wijze worden gerealiseerd dan met het voorstel dat door de meerderheid van de Tweede Kamer wordt ondersteund. Wij pleiten voor twee zaken: een verandering in het kiezen van de minister-president en een verandering van de rol van het staatshoofd.
In Nederland wordt de minister-president niet direct gekozen. Dat moet zo blijven. Een direct gekozen minister-president lijkt aantrekkelijk om de kloof tussen burger en politiek te overbruggen. Dit kan echter leiden tot een eenzijdige focus op de persoon van de kandidaat-premier van de grote fracties, in plaats van op de programma’s van alle partijen.
Politiek moet uiteindelijk gaan om een afspiegeling van de samenleving, waarbij de belangen van de gehele samenleving worden vertegenwoordigd. Daarom is het belangrijk dat de keuze van een premier wordt hervormd en gedemocratiseerd. Dat kan door een premier gekozen te laten worden door de Tweede Kamer.
Elke politieke partij kan een kandidaat beschikbaar stellen, waarna de Tweede Kamer stemt. Dit zou zo’n twee weken na de verkiezingen kunnen plaatsvinden, waarmee het formatieproces wordt versneld. Deze hervorming leidt er tevens toe dat de premier nauwer aansluit bij de verhoudingen in de Tweede Kamer en zodoende bij de keuze van de burgers; het premierschap wordt daarmee democratischer.
De rol van het staatshoofd in de formatie verandert logischerwijs met de verkiezing van de minister-president door de Tweede Kamer. Het staatshoofd is op die manier geen onderdeel meer van politieke spelletjes, wat gebeurde tijdens de formatie van het kabinet-Rutte. Op deze manier behoudt het staatshoofd de onafhankelijke positie.
Het staatshoofd kan nog wel in gesprek gaan met alle fractievoorzitters en een informateur aanstellen die gesprekken voert met verschillende partijen om te onderzoeken wat de meerderheidsopties zijn. Vervolgens is het aan de Tweede Kamer om een debat te houden en aan te geven wat zijn voorkeur is en welke beoogde minister-president hij steunt.
Het uiteindelijke doel is dat de transparantie en het democratisch gehalte van het formatieproces worden vergroot, teneinde een meer gelegitimeerde regering te hebben die de samenleving vertegenwoordigt.
Het is maar zeer de vraag of het voorstel van GroenLinks daadwerkelijk verandering zal aanbrengen in de praktijk, aangezien de Tweede Kamer al sinds 1972 de regie in handen had kunnen nemen, maar dat nooit heeft aangedurfd.
Een formatiehervorming, met inbegrip van een gekozen minister-president, zou daadwerkelijk een bijdrage leveren aan transparantie en democratisering van de formatie.
De auteurs zijn respectievelijk bestuurslid van PerspectieF, de jongerenorganisatie van de ChristenUnie, en lid van de PerspectieF-werkgroep democratie, bestuur en burgerschap.