Opinie

Commentaar: Verstoren herdenkingsdiensten misplaatst, smakeloos en harteloos

Misplaatst, smakeloos en harteloos. Zo valt het best de actie te typeren van enkele sekteleden, zondag, tijdens de herdenkingsdiensten in enkele roomse kerken in België.

19 March 2012 11:38Gewijzigd op 14 November 2020 19:59
Foto EPA
Foto EPA

Terwijl de priesters stilstonden bij de busramp in Zwitserland waarbij 22 kinderen en 6 volwassenen omkwamen, verstoorden enkele aanwezigen de plechtigheid. Zij riepen in het Duits dat het busongeval een straf van God is omdat de roomse kerk in België de invoering van abortus toegelaten heeft. Omdat de incidenten zich op verschillende plaatsen voordeden, lijkt het een gecoördineerde actie te zijn geweest.

Het is glashelder dat de groepering achter deze verstoorders geen greintje gevoel voor respect heeft. Wie gaat een herdenkingsplechtigheid voor omgekomen verkeersslachtoffers verstoren? Dat getuigt niet van piëteit ten opzichte van de omgekomenen en hun nabestaanden.

Terecht stelt de deken van Leuven in een reactie dat de dramatische gebeurtenissen meer dan voldoende schuldvragen oproepen en dat „het totaal ongepast is dergelijke beweringen voor de voeten van ouders en hulpverleners te werpen.” Wie de beleving en verwerking van het verdriet op dergelijke wijze verstoort is harteloos en handelt smakeloos.

Blijft natuurlijk wel de vraag of er, los van deze verstoringen, een verband gelegd kan worden tussen rampen en zonden. De Bijbel leert toch dat God zonden straft? Daarvan zijn in de Bijbel inderdaad voorbeelden te vinden. Zoals ouders het kwaad van hun kinderen niet door de vingers kunnen zien, zo kan God dat van 
Zijn schepselen niet zomaar voorbij laten gaan.

En toch is de actie van de anti­abortusgroep ongepast en misplaatst. Zij maken op bijna wiskundige wijze de rekening voor anderen op en denken precies te weten hoe God handelt. Ons mensen past niet om één op één zo’n link te leggen.

Veelzeggend is in dit verband de geschiedenis van Job, de ”grote lijder van het Oude Testament”. Hij werd getroffen door plaag op plaag: zijn bezit raakte hij door allerlei ramp en onheil kwijt. Hij verloor zijn tien kinderen, kreeg een ernstige ziekte en zijn vrouw liet hem zitten.

Toen zijn drie vrienden Job bezochten en hem op de puinhoop van zijn leven aantroffen, hadden zij al snel hun conclusie getrokken. Het kon niet anders dan dat Job ernstig had gezondigd en dat God hem daarom zwaar had gestraft. In langdurige strafredevoeringen drongen ze er daarom bij hun vriend op aan zijn zonden te belijden. Maar Job deed dat niet. Hij ontkende dat hij bijzondere zonden verzweeg.

Uiteindelijk werden de vrienden van Job door God terecht gewezen. Hij was vertoornd op hen; zij hadden dwaas gesproken. Er lag geen verband tussen bijzondere zonden van Job en het kwaad dat hem had getroffen.

Is daarmee alles gezegd? Nee. Zonden mogen nooit verzwegen worden. Maar wij mensen moeten ook erkennen dat wij de zin en de bedoeling van het lijden niet begrijpen. Bij groot verdriet, zoals bij dit busdrama, past ons mensen niet meer dan stilte en zwijgen; naast de getroffenen te gaan staan en hen steunen.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer