Pastoraal boekje voor ernstig zieken
Als een ernstige ziekte zich openbaart, kan het leven radicaal veranderen. Ds. Van de Weerd schreef over dit thema een pastoraal, meditatief boekje dat vraagt om overdenking.
Wanneer iemand de boodschap: „U bent ongeneeslijk ziek, u bent uitbehandeld” krijgt, staat zijn leven op zijn kop. Wat er dan allemaal in een mens omgaat, laat zich veelal niet onder woorden brengen. Wie kan in die omstandigheden hoop, moed geven? Hoe moet dat? Vragen waarop de christelijke gereformeerde emeritus predikant ds. A. van de Weerd ingaat in ”Slecht nieuws, goede Boodschap”.
Huisarts W. Bloed beschrijft in het boek hoe in de medische praktijk wordt omgegaan met slechtnieuwsgesprekken. Zo’n gesprek heeft als doel duidelijkheid te verschaffen over de situatie waarin een patiënt verkeert en wat hem te wachten staat. Daarnaast krijgt diegene ondersteuning in het verwerken van het slechte nieuws en hulp bij het zoeken naar oplossingen voor problemen die ontstaan.
De huisarts uit Urk laat vanuit de praktijk zien hoe patiënten omgaan met het slechte nieuws van een ernstige ziekte. Er kan sprake zijn van ontkenning, opstandigheid, verwarring en aanvaarding. Ook artsen kunnen moeilijkheden hebben met het brengen van slecht nieuws. Ze kunnen de werkelijkheid bijvoorbeeld afzwakken.
Een arts moet ook hulp bieden bij de verwerking. Wanneer er een goede relatie is met de patiënt moet hij ook aandacht besteden aan de noden in geestelijk opzicht. Tijdig dient hij te spreken over het overlijden.
Ds. A. van de Weerd gaat in op wat de pastor aantreft bij gemeenteleden in hun ziek-zijn. Steeds plaatst hij Bijbelse voorbeelden naast de ontwikkelingen in het leven van zieke mensen. Als het gaat om de slechtnieuwsboodschap neemt de auteur de lezer mee naar Job. Hij vraagt ruimte voor de gevoelens van verdoving na een slechtnieuwsgesprek. Zo’n gesprek hoeft niet altijd over leven en dood te gaan, maar kan ook betrekking hebben op andere ingrijpende aantastingen van het leven.
Een aspect dat na een slechtnieuwsgesprek nadrukkelijk aan de orde moet komen in de pastorale ontmoeting is ”tijd is genade”. Door tijd te zien als genadetijd zien we iets van de goede boodschap. Slecht nieuws kan een spoorslag zijn om God te zoeken nu het nog kan.
Geestelijke vragen rond ziekte en sterven vragen aandacht en moeten soms nadrukkelijk aan de orde worden gesteld. De noodzaak van het zich in praktische zin voorbereiden op het heengaan en het op orde brengen van verhoudingen met de naasten zijn aspecten die de auteur niet onbesproken laat.
Duidelijk laat de emeritus predikant zien hoe in de nood van de afbraak van het lichaam steeds gesproken mag worden over genade voor zondaren, over uitkomsten bij God tegen de dood. De aanvallen van de satan in alle vrees en onmogelijkheid om nog behouden te worden blijven niet onbesproken. In andere situaties moet een pastor soms waarschuwen voor een strohalm die de zieke vastgrijpt die van de satan is, die zich voordoet als engel des lichts.
Mensenwoorden, ook van een pastor, kunnen goedkoop klinken. In de nood van lichaam en ziel heeft Gods Woord kracht in het ”vrees niet”. De auteur merkt daarover op: „Iemand die het natelde kwam tot een totaal van 366 keer dat het in de Bijbel staat. Vrees niet! Voor iedere dag één keer en zelfs voor die extra dag in het schrikkeljaar. (…) Vrees niet zegt: „Ik ben met u, Ik zal u niet begeven en niet verlaten.” Dat is wat we noemen nabijblijvende genade.”
Boekgegevens
”Slecht nieuws, goede Boodschap. Als een ernstige ziekte ons treft”, ds. A. van de Weerd; uitg. Den Hertog, Houten, 2011; ISBN 978 90 331 2389 4; 90 blz.; € 12,50.