Opinie

Getob om de koopzondag

De kogel is door de kerk. Op 7 maart stemden 11 van de 21 aanwezige raadsleden in met een collegevoorstel om jaarlijks maximaal twaalf zondagen aan te wijzen waarop winkeliers in Bodegraven en Reeuwijk-Brug de deuren mogen openen.

drs. W. de Kloe
14 March 2012 16:21Gewijzigd op 14 November 2020 19:55
Foto ANP
Foto ANP

Natuurlijk wist ik dat dit speelde. Als (slapend) lid van de kiesvereniging word ik normaal alleen wakker om mijn jaarlijkse contributie over te maken. Nu zette ik enige tijd geleden al gehoorzaam mijn handtekening onder een petitie, toen me dat per e-mail werd gevraagd.

Het onderwerp raakte me echter pas in de staart van de besluitvorming. Omdat ik er, naar aanleiding van mijn vorige Welbeschouwd, hardhandig mee werd geconfronteerd. In verband met een mogelijke Elfstedentocht stelde ik toen de vraag: Hoe laat je merken dat je het jammer vindt dat de zondag wordt ontheiligd?

Het vriendelijke, maar indringende antwoord kwam via een mij welbekende briefschrijver: „Door in jouw eigen gemeente Bodegraven-Reeuwijk bezwaar te maken tegen de openstelling van de C1000 en de AH op zondag. En tegen verdergaande winkelopenstelling in onze gemeente. Uit eigen ervaring weet ik dat het makkelijk praten in het RD is, maar nogmaals: ons politiek-christen zijn komt in de eerste en meeste plaats tot uitdrukking in de plaatselijke gemeente. Mag ik op je rekenen als a.s. 7 maart de raadsvergadering is waar een zeer vergaand voorstel voor winkelopstelling behandeld wordt? Of ga je brieven schrijven? Of handtekeningen verzamelen?”

Actie voeren

Met zo’n reactie ben ik verlegen. Want hij trof me in mijn eigen getob over dit thema. Juist die week lagen er handtekeningenlijsten in onze kerk en werd actie gevraagd. Juist toen vroeg ik me af: Is dit niet te goedkoop? Moet je als christen actie voeren? Verdragen de woorden christen en politiek elkaar wel? Het gaat in de kerk toch niet om het getal, maar om het getuigenis?

Begrijp me goed, ik zeg dit tegen mezelf. Het betekent niet dat ik geen waardering heb voor mensen die in (plaatselijke) politieke vergaderzalen hun uiterste best doen om het Woord van God door te laten klinken in praktische politiek. Integendeel. Ik heb er veel waardering voor. Van harte draag ik hen op in mijn gebed, in de wetenschap dat ze op een moeilijke plaats staan en dat hun werk ontzettend belangrijk is. Van harte hoop ik dat de openstelling van winkels op zondag in veel gemeenten nog lang tegengehouden kan worden.

Ik wil me er, hoewel ik me er een beetje ongemakkelijk bij voel, nog voor inzetten ook. Als ik maar enigszins het gevoel gehad zou hebben, dat mijn fysieke aanwezigheid in de raadszaal ertoe deed op 7 maart, dan zou ik zeker acte de présence gegeven hebben.

Dat gevoel heb ik echter niet, evenmin als ik geloof dat een handtekeningenactie daadwerkelijk effect heeft op politieke besluitvorming. Die wordt bepaald door overtuigingen en niet door een lobby. Maar dat zijn mijn twijfels. Daar hoeven mensen die politieke verantwoordelijkheden dragen zich niets van aan te trekken. Die moeten hun werk doen en alle mogelijke middelen aanwenden om het christelijke getuigenis te laten klinken, in woord en daad.

Constantijn

Voor mezelf blijft de vraag: Is dit niet te makkelijk? Wij leven niet meer in het tijdperk na Constantijn de Grote, de Romeinse keizer die het christendom verhief tot staatsgodsdienst en het daarmee lucratief maakte om christen te zijn. Wij leven in een tijdperk vergelijkbaar aan dat dat eraan voorafging. De tijd dat grote woorden van christenen onmogelijk zijn, dat je christen-zijn alleen in kleine daden tot uiting kan komen. Maar wel daden die ertoe doen, die uit het hart komen, die iets mogen kosten. Geen geld, maar iets van jezelf.

Laat het onze zorg zijn of het in ons leven daadwerkelijk zichtbaar wordt dat wij de Heere dienen. Of wij medemensen jaloers maken met de wijze waarop wij in de samenleving staan. Of wij een straaltje licht verspreiden, een klein beetje zout zijn in een smakeloze samenleving. Hoe dat precies moet, weet ik niet. Dit weet ik wel: we redden het niet door steeds nee te zeggen of door politieke successen te boeken waarbij anderen in het harnas gejaagd worden.

Als het leven met de Heere voor anderen ooit merkbaar wordt, dan is het alleen wanneer we persoonlijk duidelijke keuzes maken en deze helder communiceren, maatschappelijke verantwoordelijkheden op ons nemen om daarmee te duiden dat de samenleving voor ons telt; door het Evangelie zichtbaar te maken in ons gedrag.

In Bodegraven is het in politiek opzicht verkeerd afgelopen. Toch geloof ik dat het nochtans goed kan gaan, mits er een volk is dat leeft in 
de verwachting van de wederkomst van Christus en de volmaking van Zijn Koninkrijk. Destijds, voor Constantijn, maakte niet het boeken van successen indruk, maar een christen, die met opgeheven hoofd bereid was om de uiterste weg te gaan.

Die uiterste weg wordt van ons nog niet gevraagd. Maar wel verantwoording van de hoop die in ons is.

Reageren? welbeschouwd@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer