Politieke uitruil rond passend onderwijs en prestatiebeloning goed mogelijk
Het is heel goed mogelijk dat er een uitruil komt van politieke keuzes rond het passend onderwijs en de prestatiebeloning in het onderwijs, denken Peter Schalk en Johan Flier. Staken is in ieder geval geen begaanbare weg.
Deze week is een grote onderwijsstaking gehouden. Hoe de RMU daartegen aankijkt is inmiddels wel bekend. Staken is contractbreuk, en is alleen geoorloofd als doorwerken zonde is. Bovendien, staken werkt niet. Toch is er meer te zeggen over de onrust in het onderwijsveld.
In feite was de Amsterdamse ArenA dinsdag een soort grote hutspot. Alles is namelijk op elkaar gestapeld en vervolgens door elkaar geprakt. Daardoor dreigen we door de bomen het bos niet meer te zien. Vandaar een korte reflectie. Wat is er nu eigenlijk aan de hand?
Het eerste onderdeel van de hutspot is het passend onderwijs. Dat moet worden aangepakt. Dat is een visie die breed gedeeld werd door de Tweede Kamer, reeds in de vorige kabinetsperiode. De huidige minister borduurt in feite voort op het beleid dat destijds is ingezet. Dat was nodig omdat het huidige systeem kraakt, en verkeerde financiële prikkels bevat met de zogenoemde rugzakjes. Vandaar dat hier een hervorming nodig is. Nogmaals, dat wordt breed gedeeld.
Gelukkig is er oog geweest voor het feit dat er in het reformatorisch onderwijs wel een passende manier van passend onderwijs, landelijk dekkend, is ontwikkeld. Dat blijft gelukkig overeind. We zijn blij dat dit is gerealiseerd, maar dit mag natuurlijk niet onze zorg wegnemen voor kwetsbare leerlingen zowel binnen als buiten het reformatorisch onderwijs. Juist voor deze leerlingen is het belangrijk dat zij de zorg en aandacht (blijven) krijgen die ze nodig hebben, bijvoorbeeld door ambulante begeleiding of door meer middelen, of door meer handen in de klas.
Bezuiniging
De bezuiniging op passend onderwijs, het tweede ingrediënt van de hutspot, staat in feite helemaal los van de inhoud van de hierboven genoemde structuurwijziging. Over die wijziging stemt de Tweede Kamer dinsdag, maar de bezuiniging is een begrotingskwestie. Voor de komende jaren moet er bezuinigd worden. Concreet houdt dit het volgende in: voor 2013 is 100 miljoen voorzien, voor 2014 loopt het op tot 200 miljoen, en in 2015 gaat het al over 300 miljoen. De oorspronkelijke bedoeling was om dat al in 2012 in te laten gaan. Dat is door politiek tegenwicht te bieden getemporiseerd, er wordt nu pas in 2013 begonnen.
Natuurlijk zijn we niet blij met deze bezuinigingen. Het is wel mooi dat er getemporiseerd is, maar dat is nog niet voldoende. Je moet ook blijven kijken of door de bezuinigingen er niet te grote schade optreedt. Het onderwijsveld staat overwegend positief tegenover de uitgangspunten van passend onderwijs. Nu dit echter gepaard gaat met een flinke bezuiniging, komt de haalbaarheid behoorlijk in het geding. Onderwijsgevenden worden er in ieder geval niet door gemotiveerd. Integendeel.
Vandaar dat belangrijk is om het hele proces te monitoren. Eind 2012 en eind 2013 zijn al evaluatiemomenten ingebouwd. Ook daarna moet er bezien worden of het passend onderwijs niet te zwaar wordt belast. Het mooie is dat dit thema jaarlijks terugkomt op de politieke agenda, namelijk bij de begrotingsbehandelingen na Prinsjesdag. De RMU roept de partijen op om dit jaarlijkse politieke moment goed te gebruiken, ook voor het passend onderwijs.
Prestatiebeloning
Het derde bestanddeel van de hutspot is de prestatiebeloning. Het huidige kabinet wil 250 miljoen euro per jaar steken in dit uit Amerika overgewaaide speeltje. We staan hier nog niet zomaar bij te juichen. Het zal namelijk heel moeilijk worden om goede indicatoren te vinden die recht doen aan de inzet van mensen in het onderwijs, ook nog eens gekoppeld aan de gaven en talenten die men heeft. En vervolgens weer aan de mentale en fysieke mogelijkheden van mensen op de werkvloer. Bovendien zetten al heel veel scholen goed in op scholing en het uitbouwen en belonen van competenties.
Het is uiteindelijk aan de politiek om hierin een keuze te maken. De RMU vindt het heel goed denkbaar dat er een uitruil komt van de politieke keuzes rond de bezuiniging en de prestatiebeloning. Om nogmaals een groot deel van het onderwijsveld te laten spreken: geef ons meer handen in de klas; op die prestatiebeloning zitten we niet te wachten. In uitruil van politieke keuzes zijn heel veel varianten mogelijk. Ook de prestatiebeloning kan getemporiseerd worden, terwijl het daarmee bespaarde geld weer in het passend onderwijs kan worden gestoken. De RMU is bereid om daarover met het kabinet en met het parlement te spreken. Maar om daarvoor te gaan staken, dat is voor de RMU geen begaanbaar pad.
De auteurs zijn respectievelijk raad van bestuur en voorzitter sector Onderwijs GOLV van de RMU.