Nu heeft het reformatorisch onderwijs ook wel een klein feestje te vieren. In de wet ligt vast dat refoscholen een eigen landelijk samenwerkingsverband mogen vormen. Daardoor is gegarandeerd dat kinderen van reformatorische scholen met leer- en/of gedragsproblemen naar ‘eigen’ scholen voor speciaal (voortgezet) onderwijs kunnen.

Tijdens het debat ging het vooral over de bezuinigingen. Was dat terecht?

„Dat is wel begrijpelijk, maar niet helemaal terecht. Dit is een wetsvoorstel dat over de nieuwe structuur van passend onderwijs gaat. Bij begrotingsbehandelingen gaat het over de bezuinigingen.”

Kan het passend onderwijs 300 miljoen inleveren zonder kwaliteitsverlies?

„Er is veel besparing mogelijk, maar dit is wel erg veel. Een aantal zaken waar lucht in zit, is wegbezuinigd. Ook is de organisatie van de ambulante begeleiding niet efficiënt georganiseerd, maar een korting van meer dan 50 procent is wel erg fors. De toename van de groepsgrootte in het speciaal onderwijs betreur ik ook.”

In eigen kring was het stil tot oud-onderwijsman en SGP-Statenlid E. Klein woensdag een fel protest liet horen op de opiniepagina van deze krant. Terecht?

„De bijdrage van Klein sluit aan bij de gevoelens zoals die in de ArenA werden verwoord. De zorg om de leerlingen deel ik. Maar Klein gaat in zijn bijdrage voorbij aan de noodzaak van de hervorming. Hij maakt geen onderscheid tussen de inhoud en het financieel kader. Het besluit tot bezuinigen is allang genomen. Daarom had ik een evenwichtiger reactie verwacht.”

Wat verandert er nu concreet voor ouders en kinderen in cluster 3 en 4?

„Voor zittende leerlingen verandert er weinig. Wel kunnen de groepen iets groter worden. Voor nieuwe leerlingen verandert vooral de aanmeldingsprocedure. Die verbetert. Ouders kunnen niet meer van het kastje naar de muur worden gestuurd; de school heeft een zorgplicht. En ik hoop dat meer kinderen op hun eigen school kunnen blijven.”

Is het leerlingenvervoer goed geregeld?

„Elke gemeente wordt verplicht om in haar verordening op te nemen hoe ze het vervoer van een vso-leerling gaat regelen. De gemeenteraad moet zich hierover buigen. Ouders kunnen zich wenden tot de gemeente.”

U hebt veel overleg gevoerd met minister Van Bijsterveld over een eigen landelijk samenwerkingsverband. Hoe liep dat?

„Het ministerie heeft zich altijd buitengewoon constructief opgesteld. De minister heeft goed aangevoeld dat samenwerken in de regio voor ons geen reële optie is. Daarin heeft ze meegewogen dat het reformatorisch onderwijs de afgelopen jaren goed met elkaar samenwerkte.”

Is het niet gevaarlijk dat het reformatorisch onderwijs nu een uitzonderingspositie heeft? Over enkele jaren zal men mogelijk de uitzonderingspositie schrappen.

„Het reformatorisch onderwijs wordt niet als uitzondering genoemd. Er is een wetsartikel dat het mogelijk maakt een landelijk verband te vormen. Het reformatorisch onderwijs staat bekend om zijn kwaliteit. Dat moeten we bewaren en uitbouwen. Hopelijk zal dat ook in de toekomst erkend worden. We kunnen daar niet op vooruitlopen. Dezelfde God Die ons nu de huidige mogelijkheden geeft, is er in de toekomst ook. Maar het is alleen genade als we de gekregen ruimte mogen behouden. Verdienen doen we het niet. Dat moet ons op de juiste plaats brengen en houden.”