Hielprik ondergewaardeerd in Europa
DE BILT (ANP) – Veel landen in Europa benutten de mogelijkheden van de hielprik onvoldoende. Dat concluderen onderzoekers van onder andere het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het Amsterdamse VUmc. Als landen meer gebruik zouden maken van de hielprik bij pasgeboren, kunnen er levens gered worden. Ook kunnen ziekten en kosten worden voorkomen.
Samen met Duitse en Italiaanse collega’s bekeken Nederlandse onderzoekers naar de manier waarop de hielprik in verscheidene landen wordt gebruikt. Bij een hielprik worden enkele druppels bloed uit de hiel van een baby geprikt en onderzocht op aandoeningen die zo vroeg in het leven al te behandelen zijn. Het bleek dat het aantal aandoeningen waarop wordt getest varieert van 1 tot 30. Nederland test op 17 aandoeningen.
„Het is verbazend als je de argumenten van overheden hoort om beperkt te testen”, aldus onderzoeker Gerard Loeber van het RIVM. Het blijkt dat gebrekkige kennis van artsen een deel van de oorzaken is. Maar ook geld om de tests uit te breiden met andere technieken, wordt vaak niet beschikbaar gesteld.„En ook in rijkere landen zoals Engeland en Frankrijk wordt gemillimeterd over tests, waar we in Nederland niet moeilijk over doen”, zegt Loeber.
„Als de hielprik beter wordt benut, worden ziekten eerder herkend. De ziektelast kan daardoor afnemen. Uiteindelijk red je er levens mee”, aldus Loeber. Hij bevestigt dat een vroege ontdekking van ziekten veel geld kan schelen. De onderzoekers hebben een lijst van aanbevelingen opgesteld voor overheden en professionals.