Volgens het Syrische Observatorium voor Mensenrechten, een belangrijke oppositiegroep, zijn vrijdag zeker tien mensen doodgeschoten in Homs. Ook zouden burgers zijn opgesloten in een winkelcentrum.

De Verenigde Naties doen een beroep op het Syrische regime om geen executies uit te voeren, mensen niet te martelen en geen willekeurige burgers op te pakken. „Er zijn het afgelopen jaar al genoeg misdaden gepleegd in Syrië”, aldus een woordvoerder.

Baba Amro was het hart van de opstand tegen de Syrische president Bashar al-Assad en zijn regime. De wijk was bijna een maand belegerd en werd vrijwel onophoudelijk beschoten. Honderden mensen zouden daardoor om het leven zijn gekomen. Elitetroepen zetten woensdag de beslissende aanval in. Donderdag kregen ze de buurt onder controle. Rebellen zijn op de vlucht geslagen.

Het Rode Kruis is vrijdag met zeven vrachtwagens met hulpgoederen naar Homs gereden. Het regime wil de organisatie echter niet toelaten tot Baba Amro. „Het is onaanvaardbaar dat mensen die al weken noodhulp nodig hebben, die nog steeds niet hebben gekregen”, zei de president van de hulporganisatie, de Zwitser Jakob Kellenberger. Het Rode Kruis heeft besloten de hulpactie uit te stellen tot zaterdag. De hulpverleners zullen in Homs overnachten.

Hulpverleners van het Rode Kruis slaagden er wel in de lijken van twee westerse journalisten te bergen. De Brits-Amerikaanse verslaggeefster Marie Colvin en de Franse fotograaf Rémi Ochlik waren vorige week omgekomen toen een mediacentrum onder vuur werd genomen. Hun stoffelijke overschotten worden overgebracht naar de Syrische hoofdstad Damascus. Drie andere journalisten wisten donderdag in het diepste geheim de grens met Libanon te bereiken.

Vanwege de „schandalige onderdrukking” heeft Frankrijk besloten zijn ambassade in Syrië te sluiten. De Britse regering heeft eerder al haar diplomaten uit Syrië teruggetrokken, maar Londen verbreekt de banden met Damascus nog niet. De Europese Unie overweegt nieuwe sancties tegen het Syrische regime.