Geschiedenis van het klompenkerkje in Achterberg
De Preekstoel, heet de verhoging in het landschap bij Achterberg. Tijdens de jaarlijkse processie werd er gepreekt. Daar vlakbij staat een andere kansel: in het witte kerkje van de oud gereformeerde gemeente in Nederland.
De gemeente is minstens 125 jaar oud, nog wat ouder dan haar kerkgebouw. De hoogbejaarde diaken R. van Ommeren stelde de geschiedenis op schrift van ”het klompenkerkje”, een scheldnaam die ook als eretitel kan worden gezien.
Zo’n boek schrijven voor een gemeente waarvan de archieven verre van volledig zijn –de notulen beginnen ergens rond 1970– is geen sinecure. Van Ommeren verzamelde en ordende wat bewaard bleef.
De opzet is thematisch, maar de chronologische lijn is er snel uit te halen. In de negentiende eeuw kwam ds. L. G. C. Ledeboer in Rhenen preken. Dat gebeurde in de woning van bakker R. van Ommeren, een naam die laat zien hoezeer de kleine kerkhistorie verweven kan zijn met familiegeschiedenissen. Generaties Van Ommeren, Van Laar, Budding bezetten de kerkbanken.
Hoe de gemeente ontstond, is niet meer te achterhalen. „In het Achterberg onder deze stad zal een gebouw voor vrije godsdienstoefening worden opgericht”, meldde de pers.
Achterberg behoorde tot de ledeboeriaanse gemeenten die zich rond ds. D. Bakker en zijn opvolgers schaarden. Vanaf 22 mei 1935 was het een oud gereformeerde gemeente (in de groep die zich rond ds. L. Boone had gevormd). Vanaf 4 februari 1948 behoorde Achterberg tot de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Goed twee maanden later verliet ze het nieuwe kerkverband weer, toen ds. C. van de Gruiter met vier gemeenten op zichzelf ging staan, vooral vanwege het teloorgaan van het oude ambtsgewaad. Hereniging volgde op 27 mei 1959.
De auteur vertelt over grondaankopen en kerkbouw, over de toevoeging van een consistoriekamer aan de ene kant en een halletje aan de andere. Over het samen zingen van de psalmen van Datheen, onder leiding van een voorzanger, en pas vanaf eind jaren zestig onder orgelbegeleiding.
Het huidige orgel werd gebouwd voor het Groot Auditorium van de Leidse universiteit. Nu staat het in Achterberg.
Jaar op jaar werd het Woord gepredikt vanaf de kansel in het kerkje aan de Boslandweg; veel vaker nog werd het gelezen vanuit de katheder. Het boek vermeldt biografische gegevens over de ambtsdragers die hun krachten aan de gemeente gaven. Hun persoonlijk leven blijft wat op de achtergrond.
Persoonlijk en waardevol zijn wel de oude brieven die de auteur heeft verzameld. Brieven van en aan gemeenteleden van Achterberg, die overigens niet allemaal in het dorpje onder aan de Grebbeberg woonden, maar tot op de Amerongense molen en in de Betuwe toe.
Meerdere ambtsdragers –onder wie auteur Van Ommeren zelf– dienden eerder elders in het ambt. Meermalen werd een ouderling of lid van een andere gemeente ‘beroepen’ om in Achterberg het ouderlingschap te komen vervullen. Sommige ambtsdragers waren de zeventig al gepasseerd toen ze voor het eerst werden bevestigd.
Het kerkje is oud, en het wordt ook te klein. Van Ommeren spreekt over nieuwbouw, in oude stijl. De nodige bestemmingsplanwijziging –afgewezen door de provincie– ligt nu bij de Raad van State ter beoordeling.
Boekgegevens
”Het klompenkerkje. Oud Gereformeerde Gemeente in Nederland te Achterberg”, door R. van Ommeren; uitg. R. van der Meijden, Kesteren, 2011; ISBN 978 90 75236 50 7; 195 blz.; € 15,90.