Natuurtalent zonder Nobelprijs
Het leven van natuurkundige Georgi Gamow is een aaneenrijging geweest van heftige gebeurtenissen. Het begint al met zijn geboorte. Hij is groot en ligt verkeerd, zodat de arts besluit hem in stukken te snijden om het leven van de moeder te redden, schrijft Rob van den Berg in ”Gamow”.
Een buurvrouw laat echter in allerijl een chirurg overkomen naar Odessa. Die haalt de kleine Georgi uiteindelijk op 4 maart 1904 met een keizersnede op de schrijftafel van zijn vader.
De talentvolle tiener heeft niet veel op met wiskunde. Wanneer later een van zijn hoogleraren een domme rekenfout maakt, stelt deze tot genoegen van de bijziende Gamow: „Goed rekenen is geen taak voor wiskundigen, maar voor boekhouders.” Met hulp van een vriend van zijn vader klimt hij op tot natuurkundeleraar aan een artillerieschool in Petrograd, en wordt al spoedig bevorderd tot kolonel in het Rode Leger.
Wanneer studievrienden van hem worden gearresteerd en gefusilleerd, ontspringt Gamow de dans. Hij weet in 1933 Rusland te ontvluchten en wordt hoogleraar kernfysica aan de universiteit van Washington. In die functie ontdekt hij dat kernreacties de energie in sterren opwekken. Een Nobelprijs loopt hij echter herhaaldelijk mis.
Het leven van de ”wetenschapper van wereldklasse” eindigt tragisch. Wanneer hij aan de drank raakt, verliest hij zijn leidende rol. Hij overlijdt in 1968 aan de complicaties van een operatie.
”Gamow” is een vlot geschreven boek waarin de auteur ook veel aandacht besteedt aan de wetenschappelijke waarde van Gamows werk.
Boekgegevens
”Gamow. Van atoomkern tot kosmos”, door Rob van den Berg; uitg. Veen Magazines, Diemen, 2011; ISBN 978 9085 713 78 4; 168 blz.; € 34,50.