Woutertje Pieterseprijs naar Ted van Lieshout
Ted van Lieshout heeft voor zijn boek ”Driedelig paard” de vijfentwintigste editie van de Woutertje Pieterseprijs gekregen.
Dat maakte juryvoorzitter Frank Groothof donderdagmiddag bekend. De prijs, bedoeld om de kwaliteit van jeugdliteratuur te bevorderen, gaat jaarlijks naar een Nederlandstalig kinder- of jeugdboek.
De jury noemt ”Driedelig paard” (uitg. Leopold) een „verbluffend origineel, knap, dwars, meeslepend en mooi boek” en „een parodie op literatuur”. Het is een verzameling korte verhalen –van politieberichten tot reclames– die Van Lieshout blokgedichten noemt en die op de een of andere manier met elkaar samenhangen. „Het heeft voor iedere leeftijd iets te bieden”, aldus de jury.
Ted van Lieshout (1955) was de laatste tijd veel in het nieuws met zijn eerste roman voor volwassenen, ”Mijn meneer”. Daarin schrijft hij over de verhouding die hij in zijn kinderjaren had met een pedoseksueel. Hij bestempelt die niet per se als negatief.
Van Lieshouts eerste jeugdroman en zijn eerste dichtbundel verschenen in 1986. Daarvoor werkte als illustrator en grafisch ontwerper en maakte boekomslagen. Hij is veelvuldig bekroond, met onder meer een Gouden Griffel, vijf Zilveren Griffels en de Theo Thijssenprijs.
Ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van de prijs koos een jury met Bregje Boonstra als voorzitter uit alle prijswinnende titels van de afgelopen 24 jaar de vijf zogenaamde Roverhoofdmannen. Het gaat om Imme Dros met ”Annetje Lie in het holst van de nacht” (1988); Toon Tellegen met ”Bijna iedereen kon omvallen” (1994); Joke van Leeuwen met ”Iep” (1997); Wim Hofman met ”Zwart als inkt” (1998) en Benny Lindelauf voor ”De hemel van Heivisj” (2011).
Aan de Woutertje Pieterse Prijs is een oorkonde en een bedrag van 15.000 euro verbonden.