Commentaar: Sarkozy’s steun aan Armeniërs dient zijn eigenbelang
Erkennen dat je een fout hebt gemaakt of een misstap hebt begaan, dwingt respect af. Zeker als dat spontaan en van harte gebeurt. Het wordt iets anders als je fouten toegeeft omdat je niet anders meer kunt. Omdat anderen je ertoe dwingen.
De kwestie van de moord in 1915 op zeker 1 miljoen (christelijke) Armeniërs door de Turken is al bijna een eeuw lang een punt van discussie. Ankara geeft inmiddels toe dat er tijdens de Eerste Wereldoorlog door de Ottomaanse leiders, die het toen in Turkije voor het zeggen hadden, vele duizenden Armeniërs zijn omgebracht. Maar de lezing dat het om genocide ging, een systematische en planmatige volkerenmoord, wijzen de Turken nog steeds met kracht van de hand.
De Turkse regering wil er niet van weten op één lijn gesteld te worden met de Duitse oorlogsmisdadigers die de Holocaust organiseerden, of de massamoordenaar Stalin, die bewust en stelselmatig miljoenen in Siberië liet omkomen. Bovendien zou de erkenning van een genocide grote financiële gevolgen voor de Turkse overheid kunnen hebben. Nabestaanden van de omgekomen Armeniërs zouden schadeclaims kunnen indienen waarvoor andere regels gelden dan voor de eis voor smartengeld in geval van ”reguliere” oorlogshandelingen.
Goed beschouwd is het in- en intriest dat dit politieke gevecht, met als inzet het imago en de staatskas van Turkije, wordt uitgevochten over het hoofd van de Armeense gemeenschap. Die draagt nog altijd ernstige littekens van de massamoord in 1915.
Vanuit Europa, door individuele landen en door mensenrechtenorganisaties is er in de achterliggende jaren geregeld druk uitgeoefend op Ankara om de discussie over de Armeense kwestie op een beschaafde wijze op te lossen. Dat heeft niets geholpen. Zelfs het toegeven dat er tienduizenden Armeniërs zijn omgebracht, heeft al veel moeite gekost.
De Franse president Sarkozy heeft na een bezoek, vorig jaar, aan het Genocidemuseum in de Armeense stad Jerevan snel een wet gemaakt die de ontkenning van de Armeense genocide strafbaar stelt. En de straf die daarin staat is niet mis: een jaar cel en een boete van 45.000 euro.
De wet, die in december werd aangenomen door het Franse parlement, is gisteren afgewezen door de constitutionele raad omdat hij een ontoelaatbare beperking van de vrijheid van meningsuiting veroorzaakt. Het laat zich raden dat de Turken daarover opgetogen zijn. Hun relaties met Parijs waren in de achterliggende maanden ernstig bekoeld.
Sarkozy heeft inmiddels laten weten een nieuwe wet te maken. Die hoopt hij met spoed door het parlement te kunnen loodsen. Hoewel het gedrag van de Turken om de genocide niet te erkennen laakbaar is, roept juist die haast van de Franse president vragen op.
Op dit moment is Sarkozy verwikkeld in de strijd om zijn herverkiezing dit voorjaar. Hij kan de stemmen van de 400.000 Armeniërs die in zijn land wonen, goed gebruiken. Juist daarom is de ijver van Sarkozy wel bedenkelijk.
De Armeniërs verdienen steun, maar die moet wel gegeven worden zonder eigenbelang.