Verstandig was het in ieder geval niet dat Amerikaanse militairen enkele exemplaren van de Koran in brand staken. Het nieuws leidde tot rellen die nog steeds niet zijn uitgewoed. Excuses van zowel de Amerikaanse president Obama als van John Allen, de commandant van de buitenlandse troepen in Afghanistan, hebben niet mogen baten.

De volgelingen van Mohammed zijn ziedend. Zelfs de verklaring van Allen dat de verbranding „niet opzettelijk” plaatshad, overtuigde de moslims niet. En dat terwijl in de Koran staat dat Allah onopzettelijke fouten vergeeft en deze niet als zonde beschouwt.

Het is niet de eerste keer dat islamieten zich uitermate opwinden over de „vernietiging van de eer van Allah en Mohammed” omdat mensen hun vinger uitsteken naar de Koran.

Vorig jaar bracht de Amerikaanse prediker Terry Jones de islamitische wereld in staat van grote opwinding door enkele Korans te verbranden. De commotie was er een duidelijk signaal van hoe gevoelig dit punt ligt in de moslimwereld.

Wie rustig nadenkt, kan de opwinding van de moslims ook wel begrijpen. Voor hen is de Koran zo mogelijk nog heiliger dan de Bijbel voor christenen. Middelpunt van het christelijk geloof is immers het vleesgeworden Woord, Jezus Christus. Voor de moslims is dat het gedrukte woord.

Daarmee is overigens niet gezegd dat de Bijbel voor christenen van een tweede orde is. Ook voor de belijders van de naam van de Heere Jezus Christus is de Bijbel een bijzonder boek, omdat God Zich daarin bekendmaakt. Dat dit Boek der boeken daarom door christenen met eerbied ter hand wordt genomen, is alleszins terecht. Dat veel mensen er niet toe kunnen komen om een versleten Bijbel zomaar bij het oud papier te gooien, bewijst dat men beseft dat de Bijbel een uniek en heilig boek is.

Ook christenen zijn, als het goed is, verbolgen als de Bijbel wordt verbrand. Geconstateerd moet worden dat hun reacties op dergelijke incidenten in het algemeen tamelijk lauw zijn. Dat neemt niet weg dat degenen die de Bijbel echt als hun levensgids beschouwen, zich gekrenkt voelen wanneer die moedwillig aan de vlammen wordt prijsgegeven.

Ongetwijfeld zullen christenen erop wijzen dat de Bijbel en de Koran niet op één lijn gesteld mogen worden. Op grond van het zelfgetuigenis van de Bijbel is dat terecht. Maar wel moet worden beseft dat de waardering die moslims geven aan de Koran vergelijkbaar is met die welke christenen geven aan de Bijbel. Daar dient in de strijd tegen het moslimfundamentalisme rekening mee worden gehouden.

De Pruisische generaal Carl von Clausewitz (1780-1831), wiens fundamentele boek over de theorie van de oorlog nog steeds in militaire opleidingen wordt gebruikt, heeft eens gezegd: „Een eerlijke oorlog bestrijdt de vijand op respectvolle wijze zonder hem te kwetsen.” Dat geldt ook nog vandaag.