”Historisch geloof” niet langer vanzelfsprekend
Vroeger vond je bij veel mensen het historisch geloof. Het stond voor hen vast dat iets waar was omdat het in de Bijbel stond. Moeten we niet blij zijn dat we van dat blinde autoriteitsgeloof af zijn?
Vanouds is ”historisch geloof” in de gereformeerde gezindte een bekende term. Historisch geloof is scherp te onderscheiden van waar, zaligmakend geloof. Voor de historisch gelovige staat de waarheid van de Bijbel zonder meer vast. Alleen, dit ‘geloven’ is nooit vanuit het hoofd afgedaald in het hart, „het zit een voet te hoog.” De historisch gelovige kent het leven met de Heere niet in het drievoudig geheim van ellende, verlossing en dankbaarheid.
Het is een groot gevaar om historisch geloof aan te zien voor zaligmakend geloof, want dan bouwen we op letterkennis zonder hartenkennis. Mensen kunnen godsdienstig gesocialiseerd zijn en kerkelijk meedoen om hun omgeving een plezier te doen, zonder dat ze ooit innerlijk geraakt zijn door Woord en Geest. Wanneer door bijvoorbeeld verhuizing of een huwelijk met een andersdenkende de situatie verandert, vallen ze gemakkelijk van hun ‘geloof’. Ze hebben immers nooit echt deelgehad aan het geloof. Zonder strijd of gewetensconflict trekken ze de kerkdeur achter zich dicht.
Toch mogen we de waarde van historisch geloof niet miskennen. Dat geldt evenzeer voor de betekenis van het formele Schriftgezag, dat nauw samenhangt met het historisch geloof. Met formeel Schriftgezag wordt bedoeld dat de Bijbel voor iemand een vanzelfsprekende autoriteit heeft. Van jongs af kan iemand dat meegekregen hebben. Zowel thuis als op school had de Bijbel onbegrensd gezag. Ook al begreep je er weinig van, je luisterde toch eerbiedig als vader aan tafel uit het grote Boek las. Je haalde het niet in je hoofd om met Gods Woord te spotten of stukken uit de Bijbel in twijfel te trekken.
Hier ligt veel waardevols in. Onmiskenbaar heeft God vaak dit historisch geloof gebruikt als bedding voor het zaligmakend geloof. Op een gegeven moment wordt de godsdienstig opgevoede mens dan innerlijk geraakt door Woord en Geest. Het Woord blijkt zaad van wedergeboorte te zijn. Die mens ervaart nu het Woord in zijn ontdekkende, vernieuwende en vertroostende kracht. Hij of zij gelooft het Woord omdat de Geest in het hart getuigt dat God Zelf hier spreekt. Het formele Schriftgezag wordt voortaan gedragen en gekroond door het materiële Schriftgezag: de inhoud van de verkondiging wordt van harte beaamd en aanvaard.
Kritische instelling
Er is de laatste jaren in onze westerse cultuur weer meer ruimte voor religiositeit. De Bijbel als boek van Gods openbaring wordt daarbij echter veelal buiten beschouwing gelaten of hooguit als een van de vele inspiratiebronnen gezien. Het is duidelijk dat het historisch geloof als voedingsbodem ook in rechtzinnig-kerkelijke kringen langzaam maar zeker aan het wegvallen is. Voor kerkelijk meelevende jongeren is iets niet meer vanzelfsprekend geloofwaardig alleen maar omdat het in de Bijbel staat. Ze leveren de kritische instelling die ze op school meekrijgen en die ze als het ware inademen in onze postmoderne cultuur echt niet in bij de deur van de kerk of het catechisatielokaal. Het wegvallen van de collectieve christelijke gemeenschap en van de gekerstende samenleving tezamen met de individualisering leiden ertoe dat alle vanzelfsprekendheid van een historisch geloof wegslijt.
Wat betekent dit voor de christelijke opvoeding? Laatst kwam tijdens een gemeenteavond aan de orde dat er cultuurbepaalde elementen zijn in de Bijbel. Bijvoorbeeld de voorstelling dat de aarde als een platte schijf in het water drijft en de hemel als een tentdoek scheiding maakt tussen water boven en aarde beneden. Of de aanvaarding van slavernij als een vanzelfsprekende realiteit, tot in de Tien Geboden toe. Een moeder vroeg enigszins verontrust hoe we onze kinderen nog verantwoord kunnen opvoeden als we ze vertellen dat we ook de Bijbel niet in alles ”letterlijk” moeten nemen. Waar is dan het einde, wat houden we nog over?
Ik ben ervan overtuigd dat het echte geloof dat de Geest in ons hart werkt, door vragen die de Bijbel zelf oproept niet wordt geschokt. Dat geloof leert immers te onderscheiden waar het op aankomt, dus wat de boodschap van de Bijbel werkelijk inhoudt. Een louter verstandelijke Bijbelbeschouwing ontaardt gemakkelijk in een vorm van fundamentalisme waarbij reële vragen angstvallig worden ontkend. Het is veel beter om onze kinderen van meet af aan vertrouwd te maken met de vele vragen die er bij de uitleg van de Bijbel aan de orde zijn. Als dat dan maar gebeurt vanuit een hartelijk doorleefd geloof in de God van de Bijbel en in de betrouwbaarheid van Zijn getuigenis, dat de weg ten leven wijst.
Levend geloof
Tegelijk ben ik het er niet mee eens dat we blij kunnen zijn omdat we van een „blind autoriteitsgeloof” af zijn. Het is onjuist om in de lijn van de verlichting (Immanuel Kant) het gebruik van de menselijke ratio toe te juichen ten koste van elk buigen voor gezag. Dat betekent echter nog geen pleidooi om het verstand te verloochenen. God liefhebben met heel het hart sluit het Hem liefhebben met het verstand in. Daarom kan aanvaarding van het gezag van de Schrift heel goed gepaard gaan met intelligent onderzoek naar de ontstaansgeschiedenis, de literaire vormgeving en de culturele inbedding van de Bijbelboeken.
Het is alleen maar goed om kinderen en jongeren al vroeg kennis te laten maken met de resultaten van gelovig Bijbelonderzoek, ook wanneer dat met zich meebrengt dat we lang niet op alle vragen een antwoord paraat hebben. Dan kunnen we hun bijvoorbeeld uitleggen waarom de Heere Jezus wel de voeten van de discipelen waste en ertoe opriep om Hem daarin na te volgen, terwijl wij dat in onze geheel andere culturele situatie toch niet in letterlijke zin doen.
In een tijd waarin het historisch geloof wegvalt, komt het er temeer op aan dat de kerk en dat ouders en andere opvoeders getuigen vanuit een levend geloof in de waarachtige God. Tot onze verwondering zien we dan hoe ook in onze dagen de vonk van de Geest overspringt van generatie op generatie. God kan gebruikmaken van de bedding van historisch geloof, maar Hij is daar echt niet aan gebonden.
Prof. dr. J. Hoek, bijzonder hoogleraar gereformeerde spiritualiteit aan de Protestantse Theologische Universiteit. Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl
Verder lezen over dit onderwerp
Dr. H. van den Belt, Betrouwbaar getuigenis. Het Geestelijk gezag van de Bijbel, Heerenveen 2010.
Dr. H.van den Belt, ”Schriftgezag en geloofszekerheid” in J. Hoek (red.), Sola scriptura. De actualiteit van de gereformeerde visie op de Schrift, THGB-reeks, deel 1, Heerenveen 2008, 82-103.