Zij ziet in de 46-jarige Algerijn Rabah I. een ”meestervervalser”, die islamitische strijders die aanslagen wilden plegen, van valse paspoorten en rijbewijzen voorzag.

Officier T. d’ Anjou eiste maandag drie jaar gevangenisstraf tegen de man. Hij woonde in 2001 in Rotterdam op een adres waar twee dagen na de aanslagen in New York en Washington een groepje vermeende terroristen werd aangehouden. Justitie verdacht hen van het voorbereiden van een aanslag op de Amerikaanse ambassade in Parijs. Twee van hen waren volgens het openbaar ministerie gelieerd aan het al-Qaida-netwerk van Osama bin Laden.

De rechtbank sprak vier verdachte mannen op 19 december vorig jaar echter vrij. Dat gebeurde omdat justitie alleen op basis van informatie van de veiligheidsdienst AIVD actie ondernam. Volgens de rechtbank had het OM eerst zelf onderzoek moeten doen. Om dezelfde reden strandde in juni dit jaar een zaak tegen twaalf andere moslims, die zouden hebben geholpen bij het werven en ondersteunen van strijders bij de ”jihad”. Justitie bedoelde met dat woord de wereldwijde gewapende strijd van extremisten tegen de vijanden van de islam.

Dat er in het eerste dossier wel sprake was van criminele activiteiten, bleek uit de vondst in twee Rotterdamse panden van vervalste documenten en apparatuur om ze te maken. De spullen zouden van de Algerijn I. zijn. Hij was bij de inval van de politie net vertrokken, maar werd in maart van dit jaar in Duitsland alsnog aangehouden.

Volgens justitie blijkt uit telefoontaps, een vingerafdruk op een pas en verklaringen van anderen dat I. schuldig is. Hij was als leverancier van valse papieren een „onmisbare schakel” binnen een criminele organisatie van fundamentalistische moslims.

De Algerijn wordt zelf niet als terrorist gezien, omdat hij niet rechtstreeks betrokken zou zijn bij het voorbereiden van aanslagen. „Maar voor terroristen is het heel belangrijk om anoniem op te kunnen gaan in de menigte en geen sporen achter te laten. Deze verdachte maakte dat mogelijk”, zei officier d’ Anjou. In het pand waar de man woonde, werden bovendien videobanden met toespraken van Bin Laden gevonden.

De Algerijn bekende in mei tegenover de politie de vervalsingen. Op de zitting krabbelde hij terug en zei zomaar wat te hebben verklaard om niet te worden geassocieerd met terrorisme. „Weinig geloofwaardig”, vond rechter S. van Klaveren. „Zulke verklaringen brengen u juist dichter bij die verdenking.”

Volgens I.’s advocaat, C. Noppen, had justitie net als in de eerdere zaken niet op basis van alleen AIVD-informatie tot vervolging mogen overgaan.

De uitspraak is op 18 augustus. In de andere moslimzaken is het OM in hoger beroep gegaan. Die dienen waarschijnlijk dit najaar.