Commentaar: Soepelheid onmisbaar in een rechtsstaat
Een joodse man hoeft een boete die hij kreeg omdat hij op sabbat geen identiteitsbewijs bij zich droeg niet te betalen, oordeelde de kantonrechter. Het joodse geloof verbiedt joden dat ze op sabbat buiten de deur iets bij zich dragen en de kantonrechter vindt dat in dit geval die religieuze plicht zwaarder weegt dan de wet.
Het was te verwachten dat deze uitspraak, waarbij het ten diepste gaat over een botsing van rechten, veel zou losmaken. In het desbetreffende geval is de reikwijdte van de uitspraak beperkt. Maar als deze uitspraak wordt doorgetrokken, kan de actieradius van dit vonnis groot zijn.
Een hypothetisch voorbeeld. Stel dat een geloofsovertuiging voorschrijft dat iemand die overspel heeft gepleegd gedood moet worden. Wordt de moordenaar dan ook vrijgesproken van zijn daad omdat het specifieke religieuze voorschrift boven de wet wordt gesteld?
Toegegeven: de overtreding van de joodse man en de uitspraak van de kantonrechter worden in genoemd voorbeeld tot in het absurde uitgerekt. Deze overtreding komt niet in de verste verte in de buurt van een misdrijf als moord, maar toch. Het gaat wel ergens over.
Christenen, gespitst op het feit dat ook hun vrijheid in de samenleving zomaar ingeperkt kan worden, reageren nogal eens geprikkeld op dit soort zaken. En dat is te begrijpen als je ziet dat een seculiere meerderheid steeds militanter positie kiest tegenover religieuze minderheden. Soms lijkt het erop of alles wat bij meerderheid besloten kán worden, ook doorgedrukt móét worden, ongeacht de gevolgen.
Toch is de beslissing van het openbaar ministerie om in beroep te gaan tegen de uitspraak van de rechter een principieel juiste. Nu deze kwestie onderwerp is van een rechtszaak, moeten de grenzen duidelijk worden.
Tegelijk had de kwestie van het identiteitsbewijs niet op de spits gedreven hóéven te worden. En daar ligt dan ook precies zowel de mogelijke oorzaak als de oplossing van deze zaak. De desbetreffende joodse man had de politie, naar verluidt, voorgesteld bij hem thuis zijn rijbewijs op te halen. Er zijn bronnen die zeggen dat dat ook gebeurd is, maar dat de man later toch een boete thuis gestuurd kreeg. De politie had trouwens ook kunnen besluiten de man te sommeren direct na afloop van de sabbat zijn identiteitsbewijs te komen laten zien op het politiebureau. Die mogelijkheid werd bij de invoering van de identificatieplicht nadrukkelijk geopperd voor joden die op sabbat geen identiteitsbewijs bij zich mogen hebben.
Het grote euvel van onze tijd is niet dat er regels zijn, maar dat de natuurlijke rek die een gezonde rechtsstaat in zich heeft er steeds meer uit lijkt te raken. Wil een democratie leefbaar blijven, dan moeten meerderheden en minderheden weten wanneer er gegeven moet en genomen mag worden. Dat geldt bij zowel het maken van wetten als bij het handhaven daarvan. Als dat besef verdwijnt, verliest de rechtsstaat zijn soepelheid. Net als een brug waarvan het wegdek bij kou niet kan krimpen en bij warmte niet kan uitzetten.
Materiaal zonder enige speling, breekt. Een samenleving waar de rek uit is ook.