Dat blijkt uit een nota van wijziging die CDA en D66 woensdag hebben bekendgemaakt op hun initiatiefwetsvoorstel voor het opheffen van de beschermde status van ambtenaren. Vorig jaar april dienden de partijen hun initiatiefwet in bij de Tweede Kamer. Toen kondigden ze al aan een uitzondering te maken voor enkele groepen, zoals militairen en rechters. Een Kamermeerderheid wil ook de aparte status behouden voor politieagenten en officieren van justitie.

De uitzonderingen zijn volgens CDA-Kamerlid Eddy van Hijum en zijn D66-collega Fatma Koser Kaya nodig om bij deze beroepen de onafhankelijkheid in het handelen te kunnen garanderen. Koser Kaya wees er eerder ook op dat in de krijgsmacht sprake is van „echt een andere arbeidsverhouding.” Zo mogen militairen niet staken en moeten ze op elk moment inzetbaar zijn. „Dat vergt volgens ons dan toch een aparte rechtspositie”, zei ze.

Maar Defensieminister Hans Hillen onderzoekt nog of de beschermde status voor militairen toch niet moet verdwijnen. In het regeerakkoord van het minderheidskabinet van VVD en CDA met gedoogsteun van PVV is namelijk ook afgesproken dat het ambtenarenrecht wordt gelijkgetrokken met het gewone arbeidsrecht.

Door het initiatief van CDA en D66 behoudt, naar de partijen nu kunnen inschatten, maximaal een op de zes ambtenaren zijn beschermde status. Van Hijum en Koser Kaya wijzen erop dat hun aparte rechtspositie dateert uit 1929, dat inmiddels veel ambtenaren mogen staken en hun arbeidsvoorwaarden in cao’s al vaak zijn aangepast aan ’normale’ werknemers.

Het CDA en D66 zien hun wetsvoorstel ook als een „eerste stap” om de overheid te flexibiliseren. Door de huidige verschillen in rechtsposities zouden nu weinig mensen overstappen van de private naar de publieke sector en andersom.