De ministers van Financiën van de 17 eurolanden wisten in de nacht van maandag op dinsdag een akkoord te sluiten over het tweede reddingsplan voor Griekenland. Na uren onderhandelen onderling en met de banken, kwamen de ministers overeen dat de Grieken 130 miljard euro krijgen aan leningen.

Voorwaarde is nog wel dat het Internationaal Monetair Fonds (IMF) ook een significante bijdrage zal leveren. Bovendien moeten meerdere parlementen instemmen met het programma. En moeten banken bereid zijn de nieuwe afschrijvingen te aanvaarden.

De financiële sector zal 53 procent van zijn Griekse staatspapier afschrijven, zo werd besloten. Omdat de banken en verzekeraars naast een afschrijving op de obligaties ook een lagere rente ontvangen op nieuwe obligaties, komt de totale kwijtschelding op 75 procent. Oorspronkelijk zouden de banken niet verder willen gaan dan een afschrijving van 50 procent.

Volgens de international bankenorganisatie Institute of International Finance (IIF) komt de totale afschrijving van de bankensector nu uit op 107 miljard euro.

Door deze maatregelen komt de schuld van Griekenland in 2020 uit op 120,5 procent van het bruto binnenlands product, slechts een fractie boven de eis van landen, waaronder Nederland, voor een houdbare schuld. Bij het begin van de vergadering lag dit nog op 129 procent, maar dat was onder meer voor minister Jan Kees de Jager onacceptabel.

De Grieken moeten wel de gemaakte afspraken nakomen en op korte termijn maatregelen omzetten in wetgeving. Om Athene hieraan te houden zal de trojka van experts van de EU, ECB en IMF permanent toezicht gaan houden.