„Keuze downtest vaak om effect op gezin”
NIJMEGEN – Voor zwangere vrouwen die kiezen voor prenatale screening op het syndroom van Down, speelt sterk de vraag wat het voor haarzelf en voor haar gezin betekent om een kind met down groot te brengen.
Dat concludeert medisch ethica Elisa Garcia Gonzalez van IQ healthcare van het UMC St Radboud op basis van onderzoek waarop ze donderdag in Nijmegen promoveert. Het standpunt van de vrouw over abortus is bij de keuze voor de nekplooimeting of een vlokkentest „geen overweging van betekenis”, stelt Garcia Gonzalez.
De overgrote meerderheid van de ondervraagde vrouwen gaf aan het syndroom van Down op zich geen reden te vinden voor een zwangerschapsonderbreking. Ze vroegen zich wel af wat de impact van een kind met het syndroom van Down zou zijn op hun eigen leven en op hun gezin. Daarbij rijzen vragen als: Kunnen we de opvoeding van zo’n kind wel aan? Kan ik een goede moeder zijn voor een kind met down en voldoende aandacht geven aan de andere kinderen?
De onderzoekster keek vooral naar de motivatie van vrouwen om de test te doen, niet of ze bij een positieve uitslag voor down kozen voor zwangerschapsafbreking of niet. „Zowel zij die kiezen vóór prenatale screening als zij die dit aanbod afslaan, hebben de overtuiging dat ze doen wat een goede moeder behoort te doen”, aldus Gonzalez.