Wiskunde voor wiskundehaters
”Ik was altijd heel slecht in wiskunde” is de opvallende titel van een boek van twee vrouwen, Jeanine Daems en Ionica Smeets, die van wiskunde hun beroep hebben gemaakt. Daems is wiskundedocent en Smeets wetenschapsjournalist en wiskundige. Het citaat geldt dan ook niet voor henzelf, maar is vaak het eerste wat ze te horen krijgen als ze zeggen dat ze wiskunde hebben gestudeerd.
Ook al is wiskunde een jaarlijks terugkerend dieptepunt op je eindlijst, dan is het toch de moeite waard om je er eens in te verdiepen. Dat is de boodschap die de auteurs –die bekendstaan als de wiskundemeisjes– al een paar jaar met verve uitdragen.
Ze zijn daarin goed geslaagd. Zo sporen ze de lezer aan koekjes te bakken waarin wiskundige patronen zijn verwerkt en middeleeuwse rekenstaafjes in elkaar te knutselen.
De wiskundemeisjes krijgen het voor elkaar om de lezer met andere ogen naar de wereld om zich heen te laten kijken. Ook leggen ze opzienbarende wiskundige bewijzen uit op een manier dat „zelfs je moeder het begrijpt.” Tussendoor strooien ze met raadsels en geven ze allerlei lees- en museumtips.
Dat alles maakt het boek tot het soort vakantie-doe-en-leerboek waar basisschoolleerlingen zo dol op zijn, maar dan op het niveau van tieners en volwassenen. Een aanrader voor wiskundeleraren die tussen de sommen door nog tijd hebben voor verrassende puzzels en leuke weetjes.
En voor (oud-)leerlingen die juist op zulke momenten goed opletten. Al zijn ze nog zo slecht in wiskunde.
Boekgegevens
”Ik was altijd heel slecht in wiskunde”, door Jeanine Daems en Ionica Smeets; uitg. Nieuwezijds, Amsterdam, 2011; ISBN 978 90 5712 336 8; 206 blz.; € 19,95.