Commentaar: Genoeg werk voor nieuwe oudervereniging
De rol van ouders in het onderwijs kan moeilijk worden overschat. Zij leveren niet slechts kinderen, maar zijn de steunpilaren waarop de school rust. De leus van de bijna honderd jaar geleden gevoerde schoolstrijd was niet voor niets: De school aan de ouders.
In dat licht is het niet verwonderlijk dat er recent een reformatorische oudervereniging is opgericht die zich behalve op het onderwijs ook wil richten op bijvoorbeeld gehandicaptenorganisaties. Het doel is de stem van orthodox-christelijke ouders beter te laten horen in politiek en samenleving. Dat is in een tijd van voortdurende aanvallen –bedekt of openlijk– op levensbeschouwelijke instellingen geen overbodige luxe.
Er is genoeg werk voor de nieuwe oudervereniging. Zo doen er zich geregeld discussies in het onderwijs voor waarbij de mening van ouders gehoord mag worden. Te denken valt aan de vraag of orthodox-christelijke scholen gedwongen kunnen worden samen te werken met scholen van een andere signatuur (een discussie die op dit moment speelt rond passend onderwijs), of ze verplicht moeten worden de evolutietheorie boven het Bijbelse scheppingsverhaal te stellen en of ze een homoseksuele leraar mogen ontslaan. Zaken die het bestaansrecht van deze scholen in de kern raken.
Het wordt een belangrijke uitdaging voor de nieuwe oudervereniging om op een positieve manier aandacht te vragen voor de belangen van identiteitsgebonden organisaties. Niet strijdend voor eigen gelijk, want dat zet kwaad bloed. En wat het onderwijs betreft: laten we niet vergeten dat de situatie in ons land met volledige bekostiging door de overheid van openbare én bijzondere scholen een in de wereld unieke situatie is.
Zo’n positieve benadering vereist het spreken met één mond naar buiten. Dat is voor de reformatorische achterban niet altijd even makkelijk. Middelmatige zaken worden soms sterk uitvergroot, met als resultaat dat de achterban ruziënd over de straat rolt en anderen meewarig, soms honend lachen. Orthodoxe christenen kunnen beter in woord en daad hun betrokkenheid tonen bij de eigen scholen en belangenorganisaties. Zowel inhoudelijk, door de identiteit met hart en ziel te onderschrijven, als materieel: door er aandacht, tijd en geld aan te besteden.
De start van de vereniging zet ook stil bij de relatie tussen school en ouders. Niemand zal betwisten dat die belangrijk is. Toch lijkt het thema weinig tot bewuste bezinning te leiden. Hoeveel scholen hebben het onderwerp wel eens op de vergaderagenda van het personeel gezet of er een ouderavond aan gewijd?
School en ouders hebben onderscheiden posities. Leerkrachten zijn in de eerste plaats onderwijsprofessionals, ouders opvoeders. Maar ze hebben ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid: het belang van het kind. Daardoor komen school en ouders geregeld op elkaars terrein. Helderheid over wat ze van elkaar verwachten is nodig.
Een krachtige oudervereniging op landelijk niveau begint bij de basis: een goede relatie tussen ouders en de school of andere levensbeschouwelijke organisatie van hun kind.